Wat met plastische opvoeding binnen integrale opdrachten?

Eveline Vandeputte &
Marieke Buckens
  • Marieke
    Buckens

Wat met plastische opvoeding binnen integrale opdrachten?

Stel dat u wordt gevraagd om een les beeldende expressie (als onderdeel van het vak integrale opdrachten) te geven aan leerlingen van de tweede en derde graad. Meer dan waarschijnlijk weet u niet wat zo’n les inhoudt. Veel leerkrachten delen dat probleem met u. Daardoor ontwerpen ze vaak opdrachten die leerlingen weinig of niets bijbrengt.
Enkele leerkrachten zaten met de handen in het haar en vroegen ons, twee studenten plastische opvoeding, om een oplossing.

Om tot die oplossing te komen, moesten we eerst onderzoeken waar het probleem zich situeerde. Daarvoor bezochten we scholen en bestudeerden we bestaand materiaal zoals het leerplan. Onze bevindingen staan omschreven in het eerste deel van de bachelorproef.

Het onderzoek bracht naar boven dat veel leerkrachten te weinig voorkennis hebben om een zinvolle beeldende opdracht uit te werken. Ze zijn er niet voor opgeleid of worden zo maar in het vak gegooid. Daarmee gaat ook gepaard dat ze het vaak niet aandurven om ‘out of the box’ te denken en vervallen hun opdrachten in clichés.

De kern van een beeldende opdracht bestaat idealiter uit drie plastische componenten waarbij een probleemstelling opgelost wordt door een bepaalde techniek en materiaal te combineren. Bijvoorbeeld: Hoe kun je een mysterieuze sfeer (probleemstelling) creëren door te schilderen (techniek) met inkt (materiaal)?

Niet elke leraar kent echter een verscheidenheid aan materiaal of technieken. Laat staan dat hij of zij weet hoe die gecombineerd kunnen worden om een bepaald effect te verkrijgen. Daarom bevat het product, waarvan de ontwikkeling wordt uiteengezet in deel twee van de bachelorproef, kaarten die de hiaten in de kennis moeten opvullen.
Naast kaarten rond probleemstelling, techniek en materiaal zijn er ook kaarten om leerlingen te laten kennis maken met verschillende kunstenaars en kunststromingen. Die kan de leraar gebruiken om zijn leerlingen esthetisch te prikkelen voordat ze zelf creatief aan de slag gaan.

Naast de kaarten is er een ook een schema, dat een leidraad moet zijn bij het ontwikkelen van de opdracht. De leraar moet namelijk niet alleen een opdracht bedenken, maar ook rekening houden met de organisatie en evaluatie ervan.
Twee brochures lichten toe hoe het systeem met het schema en de kaarten werkt.

Omdat onze set kaarten onmogelijk exhaustief kon zijn, kozen we ervoor die te digitaliseren. Op die manier kunnen gebruikers zelf kaarten toevoegen. Ook namen we o.a. voorbeelden op van een opdracht en een sjabloon voor een lesuitwerking.
Alle digitale documenten zijn verzameld op een USB-stick, die samen met de brochures en een kaart van het schema in een doos bijeengebracht zijn. Zo heeft een leerkracht alles steeds bij de hand. 

Een leerkracht integrale opdrachten die gebruikt maakt van de doos, kan er zeker van zijn dat zijn kennis over beeldende opdrachten, materiaal, techniek, kunst enz. uitbreidt. De kaartenset is daar een hulpmiddel toe. Dankzij de brochures en documenten heeft hij daarnaast een houvast bij het uitwerken van een volledige les. Op die manier kan de leerkracht zelfzeker voor de klas staan en zullen de leerlingen de nodige competenties bereiken.

De digitale documenten kunnen gedwonload worden via deze link: https://www.dropbox.com/sh/ivq11z4d728rd6k/AAA--kmMebQzxleY04V8JSA8a?dl…

Download scriptie (5.48 MB)
Universiteit of Hogeschool
Arteveldehogeschool Gent
Thesis jaar
2012
Thema('s)