Psychosocial interventions for reducing vocal challenging behaviour in persons with autistic disorder: A multilevel meta-analysis of single-case experiments.



Lien
Vanderkerken

Optimistisch over effectiviteit van psychosociale interventies voor vocaal probleemgedrag bij personen met een autistische stoornis

Het masterproefonderzoek van Lien Vanderkerken, een meta-analyse van 52 geïndividualiseerde experimenten over psychosociale interventies voor vocaal probleemgedrag bij personen met een autistische stoornis, brengt optimistische conclusies. De toegepaste interventies bleken over het algemeen zeer effectief, en dit los van het geslacht en de leeftijd van de persoon in kwestie en van de locatie waar de interventie plaatsvond. De soort van vocaal probleemgedrag en het interventietype bleken wel beduidend bepalend voor de interventie-effectiviteit.

Vocaal probleemgedrag

Mede door hun beperkingen op het vlak van sociale vaardigheden, taal en communicatie en de rigide gedragingen die ze stellen, zijn mensen met een autistische stoornis kwetsbaar voor het ontwikkelen van probleemgedrag. Een vaak voorkomende vorm van probleemgedrag bij deze personen is vocaal probleemgedrag. Hieronder verstaan we onder meer verbale agressie, ongepast taalgebruik, en vocale tics. Vocaal probleemgedrag kan storend zijn voor de persoon zelf, voor medeleerlingen en -bewoners, voor ouders, leerkrachten en andere begeleiders en kan stigmatiserend en uitsluitend werken. Het is dan ook erg belangrijk te weten hoe we dit gedrag kunnen reduceren.

Psychosociale interventies
Inmiddels werden er al heel wat psychosociale interventies voor vocaal probleemgedrag bij deze populatie ontwikkeld en toegepast. Psychosociale interventies zijn gericht op psychologische processen bij de persoon in kwestie, op zijn of haar omgeving, en/of op de interactie tussen beide. Zo gebruikt men bijvoorbeeld beloningssystemen, leert men personen ander gedrag aan, en vermijdt men situaties die aanleiding geven tot vocaal probleemgedrag. De hamvraag is echter óf deze interventies werken en wélke factoren hun effectiviteit beïnvloeden.

Van geïndividualiseerde experimenten tot meta-analyse van geïndividualiseerde experimenten
Psychosociale interventies voor vocaal probleemgedrag bij personen met een autistische stoornis worden veelvuldig geëvalueerd. Hiervoor maakt men hoofdzakelijk gebruik van geïndividualiseerd experimenteel onderzoek. In geïndividualiseerd experimenteel onderzoek wordt één individu, of een klein aantal individuen, apart en in detail opgevolgd. Voor, tijdens, en na een interventie voert men herhaalde metingen uit. Geïndividualiseerd experimenteel onderzoek biedt een relatief goedkoop en eenvoudig alternatief voor het duurdere en complexere groepsvergelijkend experimenteel onderzoek. Bovendien heeft men slechts één of enkele participanten nodig voor een geïndividualiseerd experiment (wat handig is wanneer men personen met een zeer specifieke problematiek wil onderzoeken) en biedt deze vorm van onderzoek de kans om het gedrag van één persoon en de evolutie van zijn/haar gedrag uiterst grondig te bestuderen. Daarenboven kunnen onderzoeksresultaten van geïndividualiseerd onderzoek veel makkelijker vertaald worden naar persoonsspecifieke handvaten voor de dagdagelijkse praktijk. Desalniettemin kan je de onderzoeksresultaten met betrekking tot één persoon niet gebruiken om meer algemeen geldende uitspraken te doen. De onderzoeksresultaten van meerdere geïndividualiseerde experimenten statistisch combineren, we spreken van een meta-analyse van geïndividualiseerde experimenten, kan hiervoor een geschikte oplossing bieden.
Met een multiniveau meta-analyse van geïndividualiseerde experimenten over psychosociale interventies voor vocaal probleemgedrag bij personen met een autistische stoornis past dit masterproefonderzoek in een ruimere traditie. Verschillende onderzoekers voerden reeds meta-analyses uit van geïndividualiseerde experimenten over diverse interventies voor verschillende soorten van probleemgedrag bij personen met ontwikkelingsstoornissen. Het gebruik van multiniveaumodellen (i.e., statistische modellen die rekening houden met de gelaagdheid in de data) is echter eerder zeldzaam in deze traditie en is kenmerkend voor de meeste meta-analyses van geïndividualiseerde experimenten uitgevoerd aan de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen van de KU Leuven, waar multiniveaumodellen voor soortgelijke meta-analyses werden ontwikkeld en nog steeds worden verfijnd.

Leeftijd, geslacht, en andere mogelijks beïnvloedende factoren
Gebaseerd op eerder uitgevoerde meta-analyses van geïndividualiseerde experimenten over interventies voor probleemgedrag bij mensen met autisme en/of andere ontwikkelingsstoornissen werd een lijst met factoren opgesteld die de interventie-effectiviteit mogelijks beïnvloeden. Deze factoren betreffen de persoon zelf (bijv. leeftijd, geslacht, soort van vocaal probleemgedrag), de interventie en de interventiecontext (bijv. interventietype, locatie, voorafgaand onderzoek naar de functie van het vocaal probleemgedrag), en de studie (publicatiejaar, studiekwaliteit).

52 experimenten, 74 participanten, en legio meetresultaten
Een systematische zoektocht doorheen vier elektronische databanken en 23 relevante wetenschappelijke tijdschriften resulteerde in een verzameling van 52 geïndividualiseerde experimenten, met in totaal 74 participanten. De participanten waren hoofdzakelijk kinderen en jongeren. De meetresultaten van elke deelnemer werden overgenomen uit zijn/haar studierapport en gelijk geschaald met deze van de andere deelnemers. Verder werd voor elke participant en voor elke studie informatie verzameld met betrekking tot de mogelijks beïnvloedende factoren (zie boven).

Of deze interventies werken…
Een eerste statistische analyse wees uit dat het vocaal probleemgedrag sterk afnam tijdens interventiemomenten, vergeleken met momenten zonder interventie. Het interventie-effect was echter niet voor iedere studie, noch voor elke deelnemer even groot. Via diverse complexere analyses en de bouw van verschillende statistische modellen werd nagegaan welke factoren de verschillen in interventie-effectiviteit tussen studies en tussen participanten het best konden verklaren.

…en welke factoren hun effectiviteit beïnvloeden
Na het uitvoeren van verschillende statistische analyses kon men besluiten dat het geslacht van de persoon, zijn/haar leeftijd, en de locatie waar de interventie plaatsvond de grootte van het interventie-effect niet beduidend beïnvloedden. Dit gold eveneens voor het publicatiejaar en de studiekwaliteit. De soort van vocaal probleemgedrag en het interventietype waren wel sterk van belang. De sterkste verminderingen in vocaal probleemgedrag werden gevonden voor vocaal probleemgedrag dat vocale stereotypie bevatte. Daarenboven bleken interventies die zowel acties los van of voorafgaand aan het vocaal probleemgedrag als reacties op het vocaal probleemgedrag bevatten, effectiever dan enkel aan het vocaal probleemgedrag voorafgaande of zuiver reagerende interventies. Anders dan verwacht kon deze studie niet bevestigen dat een aan de interventie voorafgaand onderzoek naar de functie van het vocaal probleemgedrag (bijv. om aandacht te krijgen) betere interventieresultaten oplevert.

Hoop en advies voor practici
Op basis van deze meta-analyse van geïndividualiseerde experimenten kunnen we leerkrachten en begeleiders allereerst hoop aanreiken en hen motiveren om psychosociale interventies te blijven toepassen voor vocaal probleemgedrag bij personen met een autistische stoornis. Verder kunnen we hen aanraden om acties los van of voorafgaand aan vocaal probleemgedrag (bijv. voorbeeldgedrag stellen, snoezelmomenten organiseren) te combineren met reacties op vocaal probleemgedrag (bijv. beloningssystemen of time-out toepassen), vermits gecombineerde interventies het meest effectief bleken. Zoals eerder gezegd had één geïndividualiseerd experiment deze adviezen niet kunnen opleveren. Of: hoe vele kleintjes één groot maken.

Deze masterproef werd ingestuurd naar Research in Developmental Disabilities. Na een beperkte revisie werd de masterproef aanvaard voor publicatie in Research in Developmental Disabilities.

 

Download scriptie (335.79 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2013