Schrijfvaardigheid ondersteunen. Een effectstudie naar de inzet van een elektronische schrijfhulp in het secundair onderwijs.

Jo
Wyers

Help! Een schrijftaak!

Krijg jij ook koude rillingen wanneer je aan een paper of een artikel moet beginnen? Vind jij het ook moeilijk om een schrijfopdracht tot een goed einde te brengen? Je bent niet alleen. Schrijfvaardigheid blijkt al langer een pijnpunt te zijn voor studenten en leerlingen van het middelbaar en het hoger onderwijs. Goed schrijven kan je echter leren; de vraag rest alleen welke methoden daarbij het meest effectief zijn. Een nieuwe online tool kan je helpen wanneer je een tekst wil schrijven: de Elektronische Schrijfhulp Nederlands.

Heel wat eerstejaarsstudenten ervaren de overgang van het secundair naar het hoger onderwijs als een kloof. De slaagkansen in het hoger onderwijs blijken volgens een studie aan de KU Leuven bovendien vaak samen te hangen met de academische taalvaardigheid van de jongeren (De Standaard 5.11.2013). Schrijfvaardigheid is zo’n onderdeel van taalvaardigheid, dat mee die kloof creëert. Jammer genoeg worden er regelmatig alarmerende berichten de wereld ingestuurd over de academische schrijfvaardigheid van beginnende studenten. Abnormaal is dat echter niet, want goed schrijven is een vaardigheid die erg moeilijk aan te leren is. Schrijven moeten we allemaal, zowel in het onderwijs als in ons latere professionele leven. Maar schrijven is in elke situatie verschillend: een brief aan je lief schrijf je anders dan een wetenschappelijke paper, en nog anders dan een mailtje aan je prof. Dat maakt het net zo moeilijk.

Net omdat er een verband bestaat tussen taalvaardigheid en slaagkansen in het hoger onderwijs, is het zo belangrijk om daar veel aandacht aan te besteden. Er zijn een heleboel methoden en ondersteuningsmiddelen die het schrijfonderwijs een handje kunnen helpen. Die methoden worden echter nog niet altijd zo goed ingezet in het onderwijs. De masterproef van Jo Wyers (studente aan de KU Leuven) ging op zoek naar enkele belangrijke methoden in effectief schrijfonderwijs. De scriptie zocht ook uit of de online schrijftool ‘Elektronische Schrijfhulp Nederlands’ ondersteuning kan bieden aan middelbare scholieren tijdens het schrijven.

Schrijfonderwijs in het secundair

Schrijfvaardigheid wordt nu op de middelbare scholen vooral getraind in het vak Nederlands. Onderzoek aan de KU Leuven en de Universiteit Antwerpen toont echter aan dat schrijfvaardigheid beter een aandachtspunt kan zijn in alle schoolvakken. Verslagen in de wetenschapsvakken, verhandelingen bij geschiedenis enzovoort: schrijven doe je niet alleen in het vak Nederlands. Er zijn bovendien sterke aanwijzingen dat een zogenaamde ‘genredidactische’ aanpak in schrijfonderwijs tot goede resultaten leidt. Bij zo’n aanpak ligt de nadruk op de kenmerken van verschillende tekstgenres, bijvoorbeeld het wetenschappelijk verslag of de sollicitatiebrief. Schrijftaken zijn daarnaast het best functioneel, met een relevant doel voor de leerlingen. Zo kunnen zij bijvoorbeeld een artikel schrijven voor de schoolkrant of instructies bij een proefje, die andere leerlingen dan later kunnen volgen. Zulke taken zijn functioneel en doelgericht, en daarom effectiever dan contextloze schrijftaken. Ten slotte maakt onderzoek ook duidelijk dat niet alleen het resultaat van het schrijven geëvalueerd moet worden, maar dat er aandacht moet zijn voor het hele schrijfproces. Als de leerlingen feedback krijgen tijdens de verschillende stappen van dat proces, verwerven zij een beter zicht op wat er eventueel misloopt. Daarom is het belangrijk dat het schrijfproces van de leerlingen steeds goed begeleid en geëvalueerd wordt.

De Elektronische Schrijfhulp Nederlands

Een tool die dergelijke ondersteuning biedt tijdens het schrijven, is de Elektronische Schrijfhulp Nederlands. Dat is een online tool die ontwikkeld werd aan de KU Leuven. Voorlopig is het programma enkel beschikbaar voor studenten en personeel van de Associatie KU Leuven (via www.ilt.kuleuven.be/schrijfhulp). De schrijfhulp werkt als volgt: je plakt je tekst in het programma en vervolgens krijg je persoonlijke tips en suggesties op drie vlakken: ‘structuur en samenhang’, ‘stijl’ en ‘spelling’. Aan de hand van markeringen in je tekst, cijfermateriaal en voorstellen voor alternatieven, kan je je tekst aanpassen. Ten slotte kan je je (verbeterde) tekst weer uit de tool kopiëren wanneer je klaar bent.

De schrijfhulp werkt dus niet met automatische correctie, maar geeft suggesties die de gebruiker vervolgens al dan niet verbetert. Op die manier behoudt de schrijver de verantwoordelijkheid over zijn tekst. De tool wil de gebruikers bewustmaken van enkele typische foutenpatronen in hun teksten en hen helpen om die zo veel mogelijk weg te werken. Naast tekstcontrole helpt de schrijfhulp je tekst ook te verrijken met synoniemen, academische alternatieven en suggesties voor woordcombinaties. Zo lijkt de Elektronische Schrijfhulp Nederlands te beantwoorden aan de beschreven noden in het schrijfonderwijs: de tool werkt functioneel en persoonlijk, met eigen teksten van de gebruiker, en geeft ondersteuning tijdens het schrijfproces.

De Elektronische Schrijfhulp Nederlands is nu enkel in gebruik in het hoger onderwijs, maar zou ook een interessant hulpmiddel kunnen vormen in het secundair onderwijs. De tool werd voor deze scriptie uitgetest bij zesdejaarsleerlingen van enkele middelbare scholen in Vlaanderen. Het resultaat was positief: de teksten die gecorrigeerd waren met de schrijfhulp, waren duidelijk beter dan de andere teksten. De verbeterde teksten bevatten minder spelfouten dan de oorspronkelijke teksten, waren beter gestructureerd en hadden een betere schrijfstijl. Dat betekent niet dat de verbeterde teksten foutloos waren; er bleef meestal nog veel ruimte voor verbetering. Dat de schrijfhulp een positief effect heeft op de schrijfprestaties van de leerlingen, is wel een stap in de goede richting. Het bewijst dat de tool ook nuttig kan zijn voor leerlingen aan het einde van het secundair onderwijs. Zo kunnen enkele nuttige tools en effectieve lesmethoden het schrijfonderwijs in het secundair aanzienlijk verbeteren. Dat zou dan weer op zijn beurt de (talige) kloof tussen het secundair en het hoger onderwijs kunnen verkleinen en zo de slaagkansen in het hoger onderwijs vergroten.

Download scriptie (1.07 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2014