Pan-Europese depositogarantie: een noodzakelijke stap in de voltooiing van de Bankenunie?

Eva Milants
& Wouter Adriaens
  • Wouter
    Adriaens

 

Belgisch spaargeld zou veiliger zijn onder Europese bescherming
 

Alweer een nieuw recordbedrag op Belgische spaarboekjes kopte een krant enkele maanden geleden. Het spaarboekje blijft voor vele Belgen tot op de dag van vandaag een populair middel om veilig te ‘beleggen’. Maar hoe veilig is ons spaargeld nu echt in deze tijden van crisis?
 

Het gevaar op bankruns

Zo bestaat er het gevaar op zogenaamde bankruns. Wanneer rekeninghouders het vertrouwen in een bank verliezen en bang zijn dat hun kredietinstelling op termijn hun spaargeld niet meer zal kunnen terugbetalen, beginnen zij hun spaargeld af te halen. Een dergelijke bankrun is een selffulfilling prophecy, aangezien een bank immers nooit genoeg fondsen bezit om al haar deposito’s in één keer terug te betalen. Hoe meer depositohouders in paniek raken, hoe verder het vertrouwen zakt en hoe meer mensen hun zuurverdiende centen weghalen bij de bank in kwestie. Dergelijke bankruns leiden vaak onvermijdelijk tot bankfaillissementen en hebben zware gevolgen voor de economie, door het sterke besmettingsgevaar in de bankensector.
 

Depositogarantie moet ons spaargeld beschermen

Om deze “run on the bank” te vermijden bestaan er een aantal veiligheidsmechanismen. Zo biedt een depositogarantiestelsel bescherming aan deposanten wanneer een kredietinstelling haar verplichtingen niet langer kan voldoen, meer bepaald wanneer een bank niet langer in staat is het spaargeld van een rekeninghouder terug te betalen. Depositobescherming moet, als cruciaal onderdeel van een breder financieel vangnet, consumentenbescherming verzekeren, bankruns vermijden en zo financiële stabiliteit verwezenlijken. De consument-rekeninghouder heeft vaak geen idee wat een financiële instelling met zijn spaargeld aanvangt, aangezien kosten voor controle te hoog liggen. Door deposito’s te beschermen, wordt net die controle overgedragen naar een toezichthoudende instelling met meer middelen en expertise. De creatie van stabiliteit en vertrouwen in het financiële systeem wordt dan weer gerealiseerd door de verkleinde kans op deze bankruns. Dankzij depositogarantie kan een rekeninghouder er immers op vertrouwen dat zijn spaargeld veilig is, zelfs tijdens crisismomenten. Hij zal dus niet de drang hebben al zijn geld in paniek af te halen.
 

De financiële crisis als illustratie van ineffectieve depositobescherming

De financiële crisis heeft echter pijnlijk aangetoond dat de bestaande depositogarantiestelsels tekortschoten om deze doelstellingen waar te maken. Zo konden

bankruns niet vermeden worden, met als meest prominente voorbeelden de run op de Engelse bank Northern Rock in september 2007, de tijdelijke sluiting van de Cypriotische banken in 2013 en de lange wachtrijen voor de Griekse bankkantoren midden 2015. Bovendien bleken sommige depositogarantiestelsels, onder meer het IJslandse stelsel, over onvoldoende geld te beschikken om elke spaarder werkelijk terug te betalen bij het faillissement van een bank.

Bijgevolg groeide de nood aan hervorming enorm. In dit opzicht gaat deze bijdrage op zoek naar oplossingen voor de problemen van de huidige nationale depositogarantiestelsels in de Europese Unie. Dit onderzoek wordt benaderd vanuit een financieringsoptiek, met name hoe een depositogarantiestelsel gefinancierd moet worden opdat er voldoende fondsen aanwezig zijn wanneer een bank effectief in de problemen raakt. Hoe een depositogarantiestelsel er nu juist moet uitzien, zal dan ook gemotiveerd worden aan de hand van de verschillende financieringsopties voor garantiestelsels.
 

Een versnipperd landschap van nationale depositogarantiestelsels

Aan de basis van deze analyse ligt de nieuwe Europese regelgeving, depositogarantierichtlijn 2014/49/EU, die, na ruim vier jaar onderhandelen, de katalysator moet vormen voor een verdere harmonisatie van de ongeveer 40 verschillende depositogarantiesystemen in de Europese Unie. Zo blijkt onder meer dat de Belgische depositobescherming een aanzienlijke impact zal ondervinden van deze nieuwe regelgeving.

Ons onderzoek toont echter aan dat de verhoopte harmonisatie nog niet ver genoeg reikt en nog steeds ruimte laat voor gevaarlijke verschillen tussen de Europese stelsels. Momenteel heeft elke lidstaat haar eigen depositogarantiestelsel. Omdat de lidstaten zelf beslissen hoe zij hun depositobescherming verwezenlijken, bestaan er grote en gevaarlijke ongelijkheden tussen de verschillende stelsels. Zo kan het voor een spaarder voordeliger zijn om zijn spaargeld onder te brengen bij een bepaalde bank, louter omwille van de karakteristieken van het garantiestelsel en land waaronder deze bank ressorteert. Een deposant zal steeds proberen zijn toevlucht te zoeken tot het meest voordelige stelsel. Dit leidt tot grote concurrentieverstoringen en gevaarlijke situaties binnen de Europese Unie.
 

Europese depositobescherming als oplossing

Deze Europese problematiek schreeuwt dan ook om een Europese oplossing: één overkoepelend Europees depositogarantiestelsel. Depositobescherming zou niet langer verzekerd mogen worden op nationaal niveau, maar op Europees niveau, om een ware bescherming en zekerheid te bieden aan (Belgische) spaarders. Wij doen dan ook een concreet voorstel tot vormgeving van een dergelijk stelsel, rechtstreeks bedoeld voor de Europese regelgevende instanties.