An analysis of ancient Egyptian chordophones and their use

Toon
Sykora

Muziek uit de tijd van de Egyptische piramiden

               Ongeveer vier en een half millennium geleden liet de Egyptische prinses Meresankh twee harpspelers uitbeitelen in haar grafkapel in Giza, niet ver van de piramide van haar vader. Deze zouden de eerste voorbeelden zijn van de honderden harpisten, lierspelers en luitspelers die de volgende tweeëneenhalf duizend jaar de muren van Egyptische tombes en tempels zouden vullen. Samen met versteende fluitisten, percussionisten en zangers zijn ze nog altijd stille getuigen van de belangrijke rol die muziek in het tijdperk van de farao’s bekleedde. Het is dan ook niet verwonderlijk dat verschillende Oudegyptische muziekinstrumenten de tand des tijds hebben doorstaan. Ze geven ons de unieke kans om de klanken die ze ooit voortbrachten te reconstrueren en zo het lied van de zwijgende Egyptische muzikanten te doen herleven.

Vreemd genoeg waren er slechts een handvol Egyptologen en musicologen die zich waagden aan deze grote schat aan informatie. De weinige onderzoekers die dat wel deden waren ook eerder geïnteresseerd in de afgebeelde muzikanten dan in de bewaarde muziekinstrumenten zelf. Hierdoor staat het onderzoek van Oudegyptische muziekarcheologie nog in haar kinderschoenen, en moeten haar bronnen hun grootste geheimen nog prijsgeven.

Een zoektocht naar gebruikssporen

            Er zijn een negentigtal snaarinstrumenten uit het faraonische tijdperk bewaard gebleven en te bezichtigen in musea van over de hele wereld. Om een beeld te krijgen van het vroegere gebruik van deze instrumenten kunnen we kijken naar hun laatste rustplaats. Hierbij is het opvallend dat de Egyptische snaarinstrumenten met een bekende opgravingscontext allemaal in graven werden ontdekt. Blijkbaar was muziek dus niet enkel belangrijk in het leven, maar ook in het hiernamaals van de Oude Egyptenaar.

Hierbij zou je je kunnen afvragen of de overgeleverde muziekinstrumenten echt bespeelbaar waren of slechts een puur symbolisch ‘modelinstrument’. En inderdaad zien we enkele harpen, maar ook een lier en een luit, die er ongewoon uitzien. Sommige van deze instrumenten zijn uitzonderlijk klein, andere overdadig versierd. Een aantal zijn zelfs ronduit onspeelbaar, doordat je er geen snaren op kan spannen, deze niet kan stemmen, of ze te zwak zijn om de spanning van gestemde snaren te dragen. Deze muziekinstrumenten lijken bijgevolg symbolische ‘modellen’ die in het Egyptische hiernamaals ritueel terug tot leven konden worden gebracht.

Zulke modelinstrumenten waren echter niet de enige die in graven werden meegegeven. Op veel van de harpen kan je drieduizend jaar later nog de sporen van hun oorspronkelijke snaren zien. Een luit uit het museum van Cairo draagt zelfs nog stukjes van haar oorspronkelijke snaar. Bij enkele instrumenten geven deze snaarsporen aan dat de instrumenten meerdere keren besnaard en gestemd werden. Andere werden hersteld tijdens hun gebruik of aangepast voor een volgende gebruiker. Hieruit kunnen we afleiden dat een aantal instrumenten echt werden gebruikt voordat ze in het graf van hun eigenaar, niet zelden een muzikant, eindigden. Deze muziekinstrumenten zijn van onschatbare waarde als we de Oudegyptische muziek willen achterhalen.

Sprekende muziekinstrumenten

            Naast de afdrukken van hun originele snaren zijn er nog sporen op de instrumenten die als het ware een venster aanbieden naar hun gebruik. Zo staat er op de klankkast van een lier in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden een Oudegyptisch gedicht. Bijzonder is de positie van de tekst, die niet horizontaal is geplaatst, maar verticaal. Zo zou de tekst enkel leesbaar zijn voor de muzikant terwijl de lier werd bespeeld. Waarschijnlijk is de tekst dus niets meer dan een spiekbriefje voor een vergeetachtige zanger, die het voor de zekerheid snel op zijn instrument krabbelde.

Een andere tekst, in veel zorgvuldiger geschreven hiërogliefen, zien we op de harp van Amenmes uit het Louvre. Op de harp verschijnt eerst een offerformule van de god Amon, in wiens dienst Amenmes blijkbaar muzikant was. Veruit de meest interessante lijn is echter de laatste, waarop niet enkel de tekst van een korte hymne aan Amon staat gegraveerd, maar mogelijk ook aanwijzingen voor de harpbegeleiding van het lied zijn bijgevoegd. Als dit klopt hebben we hier misschien wel te maken met de oudst bekende muzikale partituur van de wereldgeschiedenis, en het enige bekende muziekschrift van het Oude Egypte.

De faraonische muziek herleeft

            De muziek van de farao’s liet ons niet enkel een groot aantal muziekinstrumenten na, maar ook een breed scala aan instrumentsoorten. Vooral bij de Egyptische harpen bestaan er heel wat verschillen in de vorm en speelwijze van het instrument, die het mogelijk maken om hun klanken te kunnen reconstrueren. In het Oude Rijk en Middenrijk (ca. 2650 - 1750 v.Chr.) is er slechts een soort harp, een boogharp met een klankkast in de vorm van een spade. In de volgende twee eeuwen splitst deze zich op in verschillende nieuwe vormen, die het Egyptische Nieuwe Rijk (ca. 1550 – 1050 v.Chr.) vervult van verfrissende klanken. Naast de nieuwe types van boogharpen verschijnen ook de hoekharp, de luit en de lier op het muzikale toneel. Elk instrument brengt nu haar specifieke bijdrage in het Egyptische ensemble, van lage begeleidende basnoten tot hoge melodieuze glissando’s.

Om de Oudegyptische klanken te doen herleven werd er een reconstructie gemaakt van een hoekharp uit de tijd van Ramses II. De harp werd zo exact mogelijk nagebouwd met cederhout en besnaard met zelfgemaakte darmsnaren. Door deze reconstructie kunnen we in de praktijk bepaalde aspecten van snaarinstrumenten, zoals de manier van stemmen, uittesten. Bovendien geeft ze ons de kans om klankkleuren van het Oude Egypte te doen herklinken en een glimp op te vangen van de muziek uit het faraonische tijdperk.

Download scriptie (9.73 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2015