Scheepsramp, rampzalig voor het milieu?

Eline
Stevens

Scheepsramp, rampzalig voor het milieu?

Afgrijselijke taferelen ontwaren zich wanneer ieder van ons denkt aan scheepsrampen op zee waarbij tonnen olie het zeewater besmeuren. Denk maar aan rampen zoals de Erika in Franse wateren, de tanker Prestige die de Spaanse kusten vervuilde, het incident met de Exxon Valdez in de golf van Mexico, en ga zo maar door. Vogels besmeurd met olie, vergiftigde vissen en vervuilde kusten zijn nog maar enkele van de vele gevolgen van olieverontreiniging op zee. De vraag is of de aansprakelijke personen de veroorzaakte milieuschade daadwerkelijk vergoeden? En als men al een vergoeding toekent, of deze voldoende is om alles te compenseren.

Of we het nu willen of niet, het milieu belangt ons allen aan. Wanneer zich op zee een olieverontreiniging voordoet, veroorzaakt dit ongetwijfeld schade aan ons milieu. Wat nu als zeehonden uitsterven ten gevolge van dergelijke rampen? Wat als zeldzame vogels zich door de gelekte olie nog onmogelijk kunnen voortplanten? Komen de veroorzakers van deze schade hier ongestraft mee weg? Het onderzoek naar scheepsrampen waarbij olie in zee lekt is hierbij zeer belangrijk om een antwoord te kunnen formuleren op dergelijke vragen. We willen immers toch allemaal een proper milieu en zuiver water.

Problemen bij vergoeden van milieuschade

Het onderzoek naar olieverontreiniging afkomstig van schepen heeft aangetoond dat het vergoeden van milieuschade geen evidentie is, er spelen immers tal van problemen.

In de eerste plaats lijdt niemand persoonlijke schade. Het basisprincipe van ons rechtsstelsel vereist immers persoonlijke schade vooraleer deze voor vergoeding in aanmerking komt. Hier wringt dus het schoentje. Milieuschade gaat veeleer over collectieve belangen in plaats van een persoonlijk belang, aangezien de verschillende milieubestanddelen geen eigenaar kennen. Verbonden met dit eerste probleem rijst de vraag wie een schadevergoeding kan vragen. Opdat men een vergoeding kan bekomen, moet de schadelijder een vordering instellen. Door middel van deze vordering maakt de schadelijder duidelijk dat hij zijn schade vergoed wilt zien. Het milieu zelf kan geen vordering instellen omdat het geen persoonlijkheid heeft en dit vormt een eerste struikelblok.

In tweede instantie vormt de begroting van de schade een enorme hinderpaal. Onderzoek heeft aangetoond dat hier meerdere oorzaken aan de basis liggen.

De verschillende bestanddelen van het milieu, zoals o.a. planten, dieren en bodem, kennen geen economische waarde. Dit in tegenstelling tot voorwerpen die wel op de economische markt verkocht worden. Het gaat hier niet over planten die je in de bloemenwinkel koopt of dieren die verkocht worden in de dierenhandel. Het betreft milieubestanddelen die in de vrije natuur voorkomen en die daarom geen economische waarde kennen. Ten tweede zijn de effecten op lange termijn zeer moeilijk in te schatten. Bovendien is de schade in bepaalde situaties onomkeerbaar. Een voorbeeld ter verduidelijking: hulpverleners wassen en spoelen vogels wanneer deze met olie besmeurd zijn. Na enige hersteltijd zullen de vogels zich terug zoals voorheen voelen. In sommige gevallen echter is de vogel zo hard getroffen dat men hem niet meer kan redden. In de meest extreme gevallen betreft het een uiterst zeldzame vogel die uitstreft. Hoe kan je de waarde van dit getroffen milieubestanddeel dan accuraat begroten? Ten slotte speelt ook het gebrek aan objectiviteit een grote rol. In het recht wil men alle vormen van subjectiviteit zoveel als mogelijk achterwege laten. Echter zal een begroting van milieuschade altijd een subjectieve invulling krijgen. Een ijsbeer heeft in de verschillende ogen van de bevolking niet dezelfde waarde.

Bieden bestaande rechtsregels dan geen voldoende oplossingen?

Wie verantwoordelijk wordt gehouden voor de veroorzaakte schade is duidelijk geregeld. Indien olie in zee lekt ten gevolge van een scheepsramp wordt in eerste instantie de kapitein verantwoordelijk gesteld. In de praktijk zal zijn verzekeringsmaatschappij instaan voor het betalen van de schadevergoedingen.

Met betrekking tot schade veroorzaakt aan het milieu zijn de regels jammer genoeg niet zo eenduidig. Het recht probeert een oplossing te bieden voor de bestaande problemen in de hoop een correcte vergoeding voor milieuschade mogelijk te maken. Onderzoek heeft aangetoond dat regelgevers werken op drie verschillende niveau’s: het internationale niveau, het niveau van de Europese Unie en ten slotte het nationale niveau per land. Ondanks het omvangrijke aantal regels blijft milieuschade vaak onvoldoende vergoed waarbij begrotingsmoeilijkheden de grootste reden vormen.

Internationaal kennen we een systeem waarbij men enkel kijkt naar de maatregelen die nodig zijn om de veroorzaakte milieuschade te herstellen. De schadevergoeding zal gelijk zijn aan de kosten van deze herstelmaatregelen. Met andere woorden, internationale regelgevers houden geen rekening met de daadwerkelijke waarde van het beschadigde milieu, alleen de kosten van redelijke herstelmaatregelen dienen betaald te worden als schadevergoeding.

U vraagt zich waarschijnlijk af of men binnen de Europese Unie niets kan ondernemen? De Europese regelgevers staan helaas met hun rug tegen de muur. Hun regels kennen geen toepassing wanneer de internationale regels gebruikt worden om de scheepsramp op te lossen.

Tenslotte bestaan er ook nationale regels. Groot nadeel hiervan is het beperkte toepassingsgbied. Zoals de naam zelf zegt, kunnen deze regels enkel gebruikt worden in het land waar de regels zijn opgesteld. Een scheepsramp zal echter vaak meerdere landen treffen en dan bieden deze nationale regels bijna nooit een oplossing. Ondanks dit nadeel, is het toch belangrijk in dit kader de Verenigde Staten van Amerika te vermelden. Zij kennen een uitgewerkt en uitgebreid systeem ter vergoeding van milieuschade. Ze beschikken over verschillende evaluatietechnieken die het mogelijk maken een economische waarde toe te kennen aan bestanddelen van het milieu. Internationale regelgevers zouden hier beter een voorbeeld aan nemen om een volledige vergoeding van milieuschade mogelijk te maken. Het milieu en de gehele bevolking hebben er alleen maar baat bij.

Wat milieuschade naar aanleiding van olieverontreiniging betreft, stelt het onderzoek duidelijk vast dat de internationale regels hun eindstadium nog niet hebben bereikt. Er is duidelijk een gebrek aan een correct systeem ter vergoeding van milieuschade. Dit heeft rampzalige gevolgen voor het milieu dat vaak onhersteld achterblijft. We kunnen alleen maar hopen dat internationale regelgevers actie ondernemen vooraleer een nieuwe desastreuze olieramp zich voordoet.

 

Download scriptie (1.85 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Frank Maes