KENNISTEKORT BIJ VERPLEEGKUNDIGEN OMTRENT CANNABISGEBRUIK EN BEHANDELING BIJ ADOLESCENTEN. Ontwikkeling van een educatieve tool.

Steven
Van den Brande

KENNISTEKORT BIJ VERPLEEGKUNDIGEN OMTRENT CANNABISGEBRUIK EN BEHANDELING BIJ ADOLESCENTEN. Ontwikkeling van een educatieve tool.

 

Mijn bachelorproef draag ik in het bijzonder op aan mijn beste vriend Bryan die, onder invloed van cannabis, uit het leven is gestapt. Bryan was een prachtkerel maar …  zowel de fysische, sociale als psychische gevolgen van cannabismisbruik eisten hun tol. Gelijkaardige problemen stel ik vast bij andere jongeren. Jammer genoeg blijven zij vaak het gebruik banaliseren: “cannabis is een genots- en ontspanningsmiddel net zoals bijvoorbeeld alcohol”. Wanneer gebruik  leidt tot onaangepast gedrag, afhankelijkheid en negatieve gevolgen, spreken we echter van misbruik of van ‘stoornis in het gebruik van middelen’. Vaak weten gebruikers en/of hun ouders op dat moment niet waar ze hulp kunnen krijgen. Vaak zoekt men door onwetendheid en/of schaamte ook (te) laat hulp. Sommigen gaan uiteindelijk toch in behandeling maar veelal heeft dit niet het gewenste resultaat. De helft van hen die opgenomen worden, stopt vroegtijdig met de behandeling (drop out). De helft van de behandelden hervalt bovendien in de oude gewoonte. 

Wellicht ken jij zelf ook iemand die cannabis gebruikt? De vraag is of jij weet wat de effecten en mogelijke gevolgen kunnen zijn? Er zijn namelijk veel mythen en vooroordelen. Zelfs bij verpleegkundigen blijkt er een kennistekort en een zekere terughoudendheid om zich echt te bekommeren om deze groep. Nochtans hebben verpleegkundigen doorgaans een goede vertrouwensrelatie met hun cliënten.

In mijn bachelorproef onderzocht ik daarom het volgende:

  • welke kennis, vaardigheden en attituden hebben verpleegkundigen nodig om effectieve interventies toe te passen bij adolescenten met cannabismisbruik;
  • welke is de meest aangewezen strategie om kennis, vaardigheden en attituden omtrent cannabisgebruik en –behandeling bij adolescenten bij te sturen?

Als we naar de feitelijke cijfers kijken, dan komen we tot de onthutsende vaststelling dat 14,6 miljoen adolescenten het afgelopen jaar cannabis gebruikten (11,2 %). Deze vaststelling is des te erger omdat uit onderzoek blijkt dat des te jonger iemand start met het gebruik van cannabis, des te groter het risico is op verslaving en andere aandoeningen.  Bijkomend is er een evolutie van nieuwe productietechnieken waardoor de sterkte van cannabis toeneemt en er meer neveneffecten zijn. Effectieve preventie en behandeling zijn daarom noodzakelijk.

Over preventie en behandeling is veel geschreven, maar de vertaling naar de praktijk laat nog te wensen over. Zowel in wetenschappelijk onderzoek als in recente beleidsnota’s wordt het belang van zelfmanagement bij alle chronische zieken en in het bijzonder bij mensen met cannabismisbruik beklemtoond. Het komen tot zelfmanagement, of het leren leven met zijn ziekte, is evenwel niet vanzelfsprekend. Het vraagt een gedragsverandering. Het model van gedragsverandering dat werd ontwikkeld door Prochaska en DiClemente, levert hierbij een bruikbaar kader om te begrijpen via welke processen mensen hun gedrag veranderen. Het is ook een bruikbaar model om te evalueren wat de bereidheid is om het gebruik te veranderen. Het uitgangspunt is dat motivatie tot verandering een proces is dat geremd of bevorderd kan worden. Daarom is het belangrijk dat verpleegkundigen bewust kiezen voor de meest wetenschappelijk onderbouwde interventie, namelijk motiverende gespreksvoering. Met deze benadering komt de ‘cliënt’ gemakkelijker tot zelfinzicht. Het ondersteunt ook de autonome motivatie en daarmee ook het engagement om de levensstijl aan te passen en het cannabisgebruik aan te pakken. Bij motiverende gespreksvoering wordt de cliënt door zijn ervaringskennis beschouwd als een gelijkwaardige partner. Hij is degene die bereid moet zijn om het gedrag te veranderen, te herstellen en te leren leven met zijn ziekte. Cognitieve gedragstherapie en multidimensionele familietherapie zijn bij dit begeleidingstraject aanvullende behandelvormen.

De vraag is echter hoe je motiverende gespreksvoering kan introduceren binnen een team. In ieder geval vraagt het inzicht in de filosofie, basisprincipes en vaardigheden/attituden van motiverende gespreksvoering. Het vraagt van verpleegkundigen ook een gedragsverandering èn attitudewijziging. De cliënt dient namelijk benaderd en gemotiveerd te worden als centrale beheerder en verantwoordelijke voor zijn veranderingsproces. De verpleegkundige moet hiervoor de nodige ruimte laten, maar dat is niet altijd het geval. Het te veel willen helpen is een grote valkuil bij veel verpleegkundigen. Na een uitgebreide literatuurstudie, kon ik besluiten dat gedragsverandering en attitudewijziging bij verpleegkundigen kan bekomen worden door het opzetten van een training waar theorie en praktijk aan elkaar gekoppeld worden op een interactieve wijze (bv. simulatie, quiz enz.).

Als educatieve tool heb ik daarom een interactieve trainingssessie uitgewerkt met de volgende bijhorende tools:

  • een PowerPoint van de training: de veranderingstheorie, motiverende gespreksvoering en interactieve oefeningen worden toegelicht;
  • een interactieve quiz om de mythen en vooroordelen omtrent cannabisgebruik en –behandeling te ontkrachten met als doel de bereidheid, de interesse en het inzicht te verhogen bij de verpleegkundigen dat gedragsverandering nodig is;
  • ezelsbruggetjes en bruikbare hulpschema’s om in de praktijk de nodige linken te leggen tussen de veranderingsfasen die een cliënt kan doormaken en motiverende gesprekstechnieken;
  • interactieve oefeningen om veranderingstaal te gebruiken;
  • een simulatieoefening om het inzicht in de veranderingsfasen en motiverende gespreksvoering op een beklijvende manier in te oefenen.

Het maken van deze bachelorproef was voor mij een persoonlijke verrijking. Het laat mij als mens en als professional met een ruimere, begripvolle bril kijken naar cannabismisbruik en –behandeling bij adolescenten. Bryan blijft in mijn hart, maar ik zet mijn hart en verworven inzichten ter beschikking voor andere jongeren die ik in mijn werk zal tegenkomen. Ik hoop dat ik hen inzicht kan geven in de mogelijke negatieve gevolgen van cannabis en hen kan motiveren tot verandering.

Wat de bruikbaarheid van de educatieve tools voor het werkveld betreft, is een vervolgstudie aangewezen. Zo kan nagegaan worden of deze tools effectief bruikbaar zijn en het trainingsconcept in diverse settings kan uitgerold worden. De quote onderaan van dit artikel, geeft mij in ieder geval het vertrouwen dat het een positief en sterk concept is.

Of het geheel de kwaliteit in de zorg zou verbeteren? Dit is afhankelijk van een aantal essentiële randvoorwaarden namelijk: een goede opvolging op de werkvloer, een open feedbackcultuur en een gedeelde visie omtrent zelfmanagement en gedragsverandering …

 



People learn best when:

  • they are motivated
  • the learning is relevant, in context and matches their needs!

            (Silverman et al.)

 

Download scriptie (1.08 MB)
Universiteit of Hogeschool
Thomas More Hogeschool
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Greet Leysens