Middeleeuwse gedachten lezen

Maren
Lambrichts

“Edel coninc fijn, hoe gerne soudic riddere sijn.” Op die manier vraagt de held uit de Die Riddere metter Mouwen aan koning Artur om hem tot ridder te slaan. Maar wat denkt en drijft het hoofdpersonage nu echt wanneer hij de koning om zo’n grote gunst vraagt? Deze masterproef onderzoekt op welke manier een 21ste-eeuwse cognitieve verhaaltheorie, fictional minds (Alan Palmer, 2004), werkzaam kan zijn op een Middelnederlandse Arturroman, om zo een beter inzicht te krijgen in de manier waarop fictieve personages bewust handelen binnen hun eigen verhaalwereld. Ook al wijkt die verhaalwereld in grote mate af van de onze. 

Fictional minds, ook in de middeleeuwen

Ergens rond het einde van de dertiende eeuw wordt Die Riddere metter Mouwen neergepend. Die Arturroman vertelt het verhaal van Miraudijs, een weesjongen die ervan droomt om ridder van koning Artur te worden. Wanneer hij aankomt in diens kasteel, stuurt de koningin hem als ridder op missie, maar niet voordat hij een witte mouw krijgt van love interest Clarette. Hierna ontspint zich een uitgebreide keten van avonturen: de jonge held komt terecht in een gevaarlijk woud, verslaat de grootste schurken van het rijk en wint de hand van zijn geliefde in een toernooi. Uiteindelijk vindt Miraudijs beide ouders terug en leeft iedereen nog lang en gelukkig.

Terug naar de 21ste eeuw: in 2004 presenteert Alan Palmer zijn fictional minds theorie in zijn gelijknamige boek. Die theorie komt voort uit de cognitieve narratologie en richt zich op het fictionele bewustzijn van personages binnen een verhaalwereld. Palmer stelt dat men een personage moet behandelen als een menselijk individu: in literaire teksten kan men namelijk de letterlijke gedachten van personages lezen. Palmer gaat echter nog een stapje verder: volgens hem kan de lezer ook binnenkijken in het bewustzijn van personages door hun gedrag, acties en verbale uitingen nauwkeurig te observeren. Palmer staaft zijn theorie aan de hand van fragmenten uit moderne Engelstalige romans, maar vraagt zich af of het ook mogelijk is om zijn theorie op teksten uit andere historische perioden toe te passen. Die vraag vormt het vertrekpunt van mijn thesis, waarin ik heb onderzocht of de fictional minds theorie toepasbaar is op de eerder vermelde Arturoman Die Riddere metter Mouwen. Het antwoord? Ja, mits men rekening houdt met enkele eigenaardigheden van Middelnederlandse teksten is zo’n analyse perfect mogelijk.

Hoofse gedachten lezen

Door middel van een fictional minds lezing kan men als het ware niet alleen de letterlijke, maar ook de achterliggende gedachten van die personages lezen. Palmer biedt in zijn theorie drie “subframes” aan die de lezer hierbij op weg moeten helpen, subframes die men probleemloos kan toepassen op Die Riddere metter Mouwen. Stap één: probeer te achterhalen waarom een personage een handeling onderneemt. Wanneer de tegenstanders van Miraudijs wegvluchten bijvoorbeeld, doen ze dat uit angst. Soms bevindt een talige uitdrukking zich ergens tussen actie en mentale toestand in. Wanneer de bode met rouwe vraagt waar de op dat moment vermiste Ridder metter Mouwen precies uithangt, kan die met rouwe iets zeggen over de eerder sombere spreektoon van de bode alsook over zijn verdrietige gemoedstoestand. Voeg daaraan toe dat ieder personage met een bepaalde motivatie handelt. Soms is die motivatie letterlijk in de tekst te vinden, soms moet de lezer een beroep doen op zijn eigen inlevingsvermogen, maar buiten kijf staat dat actie en gedachten hand in hand gaan in Die Riddere metter Mouwen. Stap twee: net als mensen, kunnen personages in groep denken. Alles wat dus in stap één van toepassing was kan men uitbreiden naar een hele groep. En stap drie: een individu probeert altijd beweegredenen van zijn medemens te achterhalen, en personages doen dat ook. Het is dus belangrijk om te weten wat de personages van elkaar denken en hoe die personages elkaar inschatten.

Tel die drie factoren bij elkaar op, en je kan de fictional minds van personages reconstrueren. Het feit dat de tekst meer dan zevenhonderd jaar oud is, levert geen enkel probleem op, al moet de lezer wel rekening houden met de enkele middeleeuwse eigenaardigheden. Zo spreken personages soms luidop over hun gevoelens, alsof ze midden in de actie een soort theatermonoloog of musicalnummer opvoeren. Niets aan de hand, behalve dan dat men deze uitlatingen echt wel als gedachten mag zien. Ook kunnen de talrijke gebeden tot God in de tekst ons iets vertellen over de motivaties van personages: ze geven hiermee prijs hoe zij willen dat een gebeurtenis afloopt.

Een held heeft ook zijn kleine kantjes

In het laatste deel van deze thesis heb ik de fictional minds van vijf hoofdpersonages onder de loep genomen een hun handelen beoordeeld. Zo kunnen we het gedrag en het karakter van Miraudijs beschrijven aan de hand van drie grote evoluties die hij doormaakt. In de eerste plaats moet de held zich ontwikkelen van enthousiaste jongeling tot hoofs ridder: Miraudijs weet hoe hij een wapen moet hanteren, maar komt soms te onstuimig uit de hoek. Wanneer hij zijn rivaal Keye iets te vlijtig toetakelt tijdens een duel bijvoorbeeld, moet hij, samen met de lezer inzien dat het veel nobeler is om zijn verslagen tegenstander eervol te behandelen. Daarbij moet de held leren omgaan met zijn oplaaiende liefde voor Clarette. Die liefde geeft hem mentale steun, bijvoorbeeld tijdens gevechten, maar maakt het hoofdpersonage ook onzeker, waardoor hij zijn geliefde niet altijd durft te benaderen en soms zelfs expliciet uit de weg gaat. Ten slotte komt Miraudijs pas later in het verhaal te weten dat hij van adel is, wat maakt dat hij worstelt met zijn onzekere verleden: in de middeleeuwen bepaalde iemands afkomst immers iemands identiteit. Een beknopte analyse van Miraudijs’ fictional mind toont dus aan dat helden ook maar mensen zijn: Miraudijs heeft talent en een torenhoge ambitie, maar moet leren omgaan met de liefde, zijn verleden en zijn eigen kleine kantjes. Wie Middelnederlandse ridderepiek als saai of gedateerd afschrijft, mag zijn oordeel dus dringend bijschaven: de hoofdpersonages uit die Riddere metter Mouwen hebben méér gemeen met onszelf dan men aanvankelijk zou denken.

Download scriptie (905.23 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
Geert Claassens