In Vino Veritas: De neergang van de Leuvense wijnteelt als voorbeeld van de impact van klimaatverandering.

Lena
Walschap

De leerlingen van de Leuvense middelbare school “De Wijnpers” bewerken sinds dit jaar als deel van hun opleiding hun eigen wijngaard. “Toepasselijk”, zou u kunnen denken, maar dit is meer dan stom toeval. De school is namelijk gebouwd op een berg waar al sinds de middeleeuwen wijn geteeld werd. Hoewel Leuven vandaag als moederstad van “de Stella” vooral bekendstaat voor haar bier, was dit in de middeleeuwen anders. Tot grote trots van de toenmalige Leuvenaar was een flink deel van de binnenstad toen met wijngaarden bedekt. Vanaf de laat- zestiende eeuw is de sector evenwel ineengestort, waarna de laatste wijngaard uiteindelijk verdween in de achttiende eeuw. Waarom is dit kunnen gebeuren? Het antwoord ligt minder ver van ons bed dan u misschien zou vermoeden: de wijnsector had sterk te lijden onder de invloed van klimaatverandering.

De problematiek van klimaatverandering is alomtegenwoordig vandaag. Nooit eerder in de menselijke geschiedenis was een klimaatwijziging zo ingrijpend als deze van de laatste decennia. Bovendien moeten we leven met het schuldgevoel dat het ditmaal voor de eerste keer door mensen veroorzaakt is. Toch is het niet nieuw dat klimaatverandering de samenleving in haar greep houdt. Een voorbeeld is de kleine ijstijd, een periode vanaf de late middeleeuwen tot de negentiende eeuw die door strenge winters, lage temperaturen, stormen en hagelbuien gekenmerkt wordt. Het gaat weliswaar niet om een rechtlijnige toename van deze weertypes. Wat je klagende buurman ook zegt, koud of nat weer vandaag de dag wilt niet zeggen dat er geen klimaatsopwarming aan de gang is. Hetzelfde gold in de kleine ijstijd: ook hier waren er soms warmere periodes. Bovendien waren de effecten niet overal op hetzelfde moment voelbaar. Toch bleken veel van de weertypes die onder invloed van de kleine ijstijd vaker voorkwamen ongunstig voor de wijnteelt.

image-20191004175006-1Afbeelding: de gekrompen Leuvense wijngaarden (rood) op een stadsgezicht uit 1604 - KU Leuven Libraries Special Collections



Zure wijn en kille winters

In de overgeleverde historische bronnen geven wijngaardeniers inderdaad aan dat strenge winters, hagel en vorst in de lente en natte zomers leidden tot slechte oogsten. Ze noteerden regelmatig opmerkingen zoals “…Want den wyngaert overmids den grooten vorst in den wyntertyt deser rekeningen also vervrosen is geweest […] ende men also daeraff egheenen wyn en heeft gehadt…”. Mede hierom lieten sommigen hun wijngaarden braak liggen. Ook statistisch kon berekend worden dat het verloop van de weersgesteldheid sterk met de wijnoogst overeenkwam. Dit bleek uit gegevens over de wijninkomsten van de liefdadigheidsinstelling “De Tafel van de Grote Heilige Geest” van de Sint-Pietersparochie. Zij bedeelden op bepaalde feestdagen wijn aan de armen. Ze bezaten hiertoe enkele wijngaarden verspreid over de hele stad, die ze zelf beheerden of lieten bewerken door onderverhuurders. Gegevens hiervan werden vergeleken met gegevens over de zomertemperatuur. Onderzoekers berekenden deze temperaturen enerzijds door middel van de dikte van boomringen, en anderzijds op basis van omschrijvingen in historische bronnen. Door het verband op verschillende manieren aan te tonen, werd het nog nauwkeuriger bepaald.

De klimaatverandering tijdens de kleine ijstijd maakte het verbouwen van wijndruiven dus moeilijker, maar niet onmogelijk. Dit blijkt ook doordat een paar Leuvense wijngaarden overleefden tot de achttiende eeuw. Daarnaast kende de wijnteelt in andere regio’s zoals Oostenrijk of West-Hongarije wel een dip in de late zestiende eeuw, maar bloeiden ze daarna opnieuw op. Er zijn dus ook andere redenen waarom de sector in Leuven wel verdween. De impact van klimaatveranderingen gebeurt namelijk nooit in isolatie, maar is altijd afhankelijk van de samenleving waar in ze plaatsheeft.

Weinig winst, weinig wijn

Net als het klimaat was ook de economie ongunstig voor de wijnteelt ten tijde van het verdwijnen ervan. Na de kolonisatie van Amerika stroomde een grote hoeveelheid zilver Europa binnen, wat een sterke inflatie veroorzaakte. Mensen moesten plots meer betalen voor hun basisvoeding en omdat de lonen niet even snel stegen als de prijzen, hadden ze onvoldoende geld over om wijn te kopen. De gewone bevolking schakelde daardoor langzamerhand over op bier, hoewel deze drank niet dezelfde status genoot en dus enkel als vervangproduct gold als het niet anders kon. Ook de elite stopte met het drinken van landwijn, aangezien de kwaliteit ervan in snel tempo achteruitging. Dit had te maken met de overvloedige mest die de wijngaardeniers gebruikten in een poging de oogst zo groot mogelijk te maken. Dit was noodzakelijk nu de prijzen voor landwijn in verhouding veel lager waren dan andere producten, en de loonkosten net erg hoog waren. Daarnaast stond een gebrek aan warme zomers een goede rijping van de druif in de weg, terwijl dit belangrijk is voor de smaak. Dit laatste toont ook hoe klimaat en economie rechtstreeks met elkaar in verband staan.

De klimaatevolutie tijdens de kleine ijstijd had een impact op de wijnteelt omdat deze leidde tot een groter risico op slechte oogsten. Wijngaardeniers wilden dit risico enkel nemen indien de winst die ze met landwijnteelt konden maken hoog genoeg was. Aan het eind van de zestiende eeuw viel de winst echter tegen door de slechte economische situatie. Dit is de reden waarom de wijnbouw uiteindelijk uit Leuven verdween.

Klimaatgeschiedenis voor de toekomst

Klimaathistorisch onderzoek is belangrijk voor een beter inzicht in het verleden, maar speelt ook mee in het begrip van het heden. Historische precedenten kunnen een beeld schetsen van de manieren waarop klimaatveranderingen een impact hadden en kunnen hebben, en hoe de samenleving hier het best mee kan omgaan. Zo zal de hedendaagse opwarming van de aarde ook gevolgen hebben voor de wijnbouw. Bepaalde wijngebieden kennen een betere wijnproductie nu de druiven door hogere temperaturen en minder vorst beter kunnen rijpen. Daarnaast zijn er ook noordelijke gebieden waar vandaag (opnieuw) wijn geteeld kan worden. Leuven behoort daartoe, zoals de leerlingen van de Wijnpers bewijzen. Voor sommige regio’s is de maximumgrens echter overschreden en zal het snel te warm en te droog zijn om nog wijn te kunnen telen. De bordjes op de klimaatmarsen zouden dus ook kunnen zeggen: “Save the earth, it’s the only planet with wine”.

Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
Prof. Dr. Maïka De Keyzer
Thema('s)