De Magyar Vizsla: Een hond van 1000 jaar oud?

Amber
Braekman

Duizend jaar geleden bezetten de Magyaren (Hongaren) Hongarije. Grotendeels waren dit jagers vergezeld door verschillende hondenrassen, waaronder een 'gele hond' die werd gebruikt voor de jacht.

De Hongaarse Vizsla zou afstammen uit de Romeinse tijd (Figuur 1). Dit hondenras is al eeuwenoud en ontstaan uit het kruisen van verschillende jachthonden. Het ging om een nomadenhond die met de Magyaren naar Hongarije is getrokken. De Magyaren deden aan valkenjacht te paard. In die tijd was de hond uitermate geschikt voor de jacht, hij kon zeer goed wild zoeken en aanwijzen. Maar hoe staat het nu met de gezondheid en de verschillende invloeden op de gezondheid van deze hond? Dit werd dan ook onderzocht.

image-20201004112207-1

Figuur 1: De Hongaarse (Magyar) Vizsla.

De Vizsla een oorlogsheld!

De Vizsla overleefde de Turkse bezetting (1526-1696), de Hongaarse revolutie (1848-1849), de Eerste Wereldoorlog (1914-1918), de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) en de Sovjetperiode (1956-1989). De grootste bedreiging voor het bestaan van de Vizsla was echter de bezetting van Hongarije door de Russen op het einde van de Tweede Wereldoorlog. De Hongaren hadden schrik dat alle Vizsla’s door de Russen gedood zouden worden. Dit omdat de Vizsla een symbool was van de Hongaarse aristocratie (van adel). Omdat hun paarden en honden niet in de handen van de Russen zouden komen doodden de Hongaren zelf hun dieren. Daardoor zonk het Vizsla bestaan tot ongeveer 10%. Gelijktijdig toen Russische troepen Hongarije binnenvielen, zorgde dit ervoor dat veel rijke aristocraten hun land ontvluchtten. Ze vluchtten naar andere delen van Europa en Noord-Amerika en smokkelden hun Vizsla’s en stamboomgegevens met zich mee. De huidige Vizsla stamt af van deze kleine voorraad honden die de Tweede Wereldoorlog hadden overleefd.

De Vizsla nu, het onderzoek

Het voorkomen van aandoeningen bij een hond is heel bepalend in de keuze bij het aanschaffen van een hond. De Vizsla is een sterk opkomend ras waardoor het interessant is om te weten hoe het staat met de gezondheid van dit ras. Er werd een onderzoek uitgevoerd naar het voorkomen (de frequentie) van de aandoeningen: glaucoom, immuungemedieerde hemolytische anemie (IHA), elleboog- en heupdysplasie, hemofilie, talgklieradenitis en entropion omdat deze volgens de literatuur het vaakst zouden voorkomen (Figuur 2). Via dit onderzoek is men nagegaan of deze aandoeningen effectief zo vaak voorkomen en welke parameters (geslacht, leeftijd, gewicht, (geen) stamboom,…) hier effect op kunnen hebben. Om zeker te zijn werden er statistische vergelijkingen via het programma SPSS uitgevoerd waardoor men kan vaststellen dat het geslacht, leeftijd, Body Condition Score (BCS), het al dan niet hebben van een stamboom effect hebben op het ontwikkelen van glaucoom, heupdysplasie, talgklieradenitis en entropion. Uit het onderzoek kon men afleiden dat naast allergieën en tumoren de beschreven aandoeningen de meest voorkomende zijn samen met darmproblemen, kanker en epilepsie. Aan het onderzoek namen 551 respondenten (uit Europa, Oceanië en Noord-Amerika) deel, van dit aantal had slechts 11,26% van de respondenten hun Vizsla te maken gehad met een beschreven aandoening. Het overgrote deel van de honden (64,79%) had nog geen aandoening gehad. Ongeveer 1/3 (28,49%) van de populatie hun honden had een andere aandoening of ziekte dan beschreven in deze bachelorproef. Aan de hand van de frequentie van de aandoeningen in de literatuurstudie beschreven kon men vaststellen dat de frequentie van de aandoening in de literatuurstudie is toegenomen. Dit kon zijn doordat de onderzoeken in de literatuurstudie verouderd zijn, er een verschillend aantal respondenten per studie waren. Het is belangrijk om deze resultaten te kunnen delen met fokkers van dit ras zodat deze rekening kunnen houden met de genetica van de aandoeningen bij deze honden. Deze resultaten kunnen helpen bij het terugdringen van de genetische aandoeningen waarvoor de Vizsla gepredisponeerd is.

 

foto

Figuur 2: De meest voorkomende aandoeningen.

Conclusie onderzoek (resultaten):

Men kan concluderen dat de beschreven aandoeningen (glaucoom, IHA, elleboog- en heupdysplasie, hemofilie, talgklieradenitis en entropion) volgens het onderzoek in deze bachelorproef samen met darmproblemen, kanker en epilepsie naast allergieën en tumoren de meest voorkomende aandoeningen zijn van de Hongaarse Vizsla. Het overgrote deel van de respondenten hun Vizsla’s (357/551, 64,79%) had nog geen aandoening gehad. De prevalentie van de weergegeven aandoeningen bij de Hongaarse Vizsla ligt voor acht van de twaalf aandoeningen onder de prevalentie van de aandoeningen bij de gemiddelde hondenpopulatie (o.b.v. de besproken hondenrassen in dit onderzoek) Dit wijst erop dat het gaat om een tamelijk gezond hondenras maar dit zou nog beter kunnen.

Dit onderzoek heeft uitgewezen dat de besproken parameters wel degelijk een invloed hebben op het ontwikkelen van aandoeningen. Volgens de invloed van het geslacht en de voortplantingsstatus zijn mannelijke Vizsla’s gevoeliger voor het krijgen van een aandoening in het algemeen. Vizsla’s waarbij de voortplantingsstatus niet meer intact is, hebben ook een groter risico op de ontwikkeling van een aandoening. Ziekte komt vaker voor bij oudere Vizsla’s dan bij jonge Vizsla’s. Zo treedt volgens de steekproeven in dit onderzoek glaucoom en talgklieradenitis eerder op bij oudere honden. De BCS heeft mogelijks invloed op het ontstaan van entropion en heupdysplasie. Vizsla’s met een intacte voortplantingsstatus hebben mogelijks ook meer risico op het ontwikkelen van talgklieradenitis. Het al dan niet hebben van een stamboom heeft invloed op de ontwikkeling van entropion. Het hoeft er niet aan te liggen dat de andere parameters geen invloed hebben op het al dan niet voorkomen van een aandoening, maar dit kon mogelijks wel bewezen worden indien men meer resultaten had per aandoening. In een vervolgstudie zou men de enquêtes langer moeten kunnen openstellen om meer resultaten te verzamelen.

De frequentie waarin de beschreven aandoeningen voorkomen bij de Vizsla in dit onderzoek waren verschillend van de frequenties die in de literatuurstudie besproken werden. Dit kon zijn omdat de onderzoeken besproken in de literatuurstudie al verouderd zijn. Hieruit zou men kunnen afleiden dat er nog steeds niet genoeg rekening wordt gehouden met de genetische achtergrond van de honden. En de factoren (gewicht, voeding, BCS) die een invloed hebben op de gezondheid van de Vizsla’s.

Zou de Magyar Vizsla het nog eens 1000 jaar kunnen overleven met de kennis die men nu heeft?

 

Download scriptie (1.58 MB)
Universiteit of Hogeschool
Hogeschool Gent
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Larissa Pletinckx
Thema('s)