Eerste hulp bij een kwaliteitsvolle terugkeer naar de werkvloer na burn-out

Annelies
Van Royen

Ge zijt dan terug, maar eigenlijk was ik niet terug zoals ervoor. Ik was anders terug. (Vrouw, 60 jaar)

De laatste jaren stijgt het aantal personen dat langdurig afwezig is van het werk en dit lijkt vooral te wijten aan stressgerelateerde problemen, zoals burn-out. In 2017 waren maar liefst 28.000 werknemers langer dan 1 jaar afwezig ten gevolge van burn-out. Hoe langer men afwezig is van het werk, hoe moeilijker het wordt om opnieuw aan de slag te gaan. Anderzijds kan te snel het werk heropstarten, leiden tot herval waardoor men opnieuw arbeidsongeschikt wordt. Om deze spiraal te doorbreken en de toenemende cijfers een halt toe te roepen, bestudeerde ik welke factoren een kwaliteitsvolle en duurzame terugkeer naar het werk na burn-out kunnen bevorderen of hinderen. Daarbij, beste lezer, bent ook u een cruciale schakel in het verhaal. Benieuwd hoe u kan helpen? Lees dan zeker verder. 

Schematisch overzicht van factoren die een kwaliteitsvolle re-integratie bevorderen of hinderen

Factoren die een kwaliteitsvolle terugkeer naar het werk hinderen

Uit de studies bleek dat factoren die vaak mee aan de basis lagen van de burn-out, zoals tijdsdruk, perfectionisme, emotionele instabiliteit en moeilijk nee kunnen zeggen, ook een kwalitatieve terugkeer belemmeren. Daarnaast leidt de uitval tot een verlaagd zelfbeeld doordat men zich onzeker voelt over de eigen capaciteiten en het gevoel heeft gefaald te hebben. Dat veel ex-burn-out patiënten schaamte ervaren, hangt samen met de nog steeds aanwezige vooroordelen en taboesfeer rond burn-out. ‘Plantrekkers’ of ‘profiteurs’ zijn jammer genoeg erg bekende termen voor velen die een burn-out doorma(a)k(t)en. Deze stereotiepe visie, vaak voortkomend uit een gebrek aan kennis, leidt tot angst en terughoudendheid in de communicatie over hun burn-out. Bovendien legt het druk om sneller opnieuw aan het werk te gaan, ook al is men nog onvoldoende hersteld. Herstellen van een burn-out is een langzaam proces waardoor velen zelfs jaren nadien nog gevolgen merken, zoals vermoeidheid of gespannen spieren. Dit leidt tot goedbedoelde maar overmatige bezorgdheid bij collega’s en leidinggevende(n), wat voor ex-burn-out patiënten aanvoelt als negatieve betutteling. Hun zelfstandigheid wordt ingeperkt doordat anderen beslissen welke/hoeveel taken ze wel en niet aankunnen, wat het gevoel creëert dat ze worden gereduceerd tot hun burn-out.

'Ik hou u in de gaten’ en ‘ge moogt dit niet, ‘ge moogt dat niet’, wat ook wel niet zo positief was in het begin natuurlijk. Zo van… Er wordt heel hard gehamerd op die burn-out, terwijl ja … Zo van ‘en ge hebt dat nu gedaan, nu zult ge wel moe zijn'. (Vrouw, 46 jaar)

Verder is er een gebrek aan een gestructureerd zorgpad bij burn-out. Er lijkt nood aan enerzijds een ankerpunt, een persoon die alle behandelingen opvolgt en het proces coördineert, en anderzijds een duidelijk overzicht van mogelijke behandelingen bij burn-out. Ex-burn-out patiënten lijken dit ook nodig te hebben doordat ze vaak over te weinig energie beschikken om deze zoektocht zelf te ondernemen. Een huisarts zou zo’n mogelijk ankerpunt kunnen zijn, hoewel ook hier nood is aan verdere sensibilisering, zo blijkt uit verschillende interviews. Enkele huisartsen lijken nog onvoldoende zicht te hebben op wat een burn-out is en op de mogelijkheden tot behandeling. Dit bemoeilijkt een correcte diagnosestelling, vertraagt het hulpverleningsproces en belemmert zo de re-integratiekwaliteit.

Factoren die een kwaliteitsvolle terugkeer naar het werk bevorderen

Wat kunnen we nu ondernemen om de re-integratiekwaliteit te verhogen? Allereerst lijkt het erg belangrijk ex-burn-out patiënten inspraak geven in het terugkeerproces omdat het de zelfstandigheid en motivatie bevordert. Verder zijn begrip en steun van belang, zowel binnen de organisatie als in de ruimere sociale context. Leidinggevenden en collega's kunnen een luisterend oor bieden, maar ook praktische steun via een aangepast takenpakket en flexibele werkuren. Op die manier kan men anticiperen op moeilijke dagen waar men meer burn-out restsymptomen ervaart. Daarnaast kunnen familie en vrienden emotionele steun geven en fungeren ze als veilige context om over onzekerheden te praten. Anderzijds zorgen ze voor afleiding van het werk. Sociale vrijetijdsbesteding, zoals een gezellige avond op café, blijkt dan ook erg waardevol. Ook creatieve vrijetijdsactiviteiten zoals schilderen, en fysiek beweging via yoga of een wandeling, zorgen voor rust en ontspanning, wat herstel na een werkdag bevordert en bijdraagt aan de re-integratiekwaliteit. Een goede werk-privébalans waarbij er ruimte is om 'me-time momentjes' in te bouwen, blijkt dan ook zeer belangrijk voor een kwaliteitsvolle terugkeer naar het werk. Soms is een terugkeer naar de voormalige organisatie niet langer mogelijk of door de persoon zelf niet gewenst. Ondanks dat een nieuwe werkgever ook enkele uitdagingen met zich meebrengt, zoals het opnieuw moeten opbouwen van werkrelaties, verhoogt het vaak ook de re-integratiekwaliteit doordat men met een schone lei kan starten zonder ‘burn-out label’.

Ik heb mezelf eerst terug op persoonlijk en privévlak leren re-integreren voor ik ook effectief op werkgebied mij kon re-integreren. Dat was voordien niet mogelijk. Kort omschreven: lichaam eens opkuisen en energievretende vriendenbanden doorknippen gecombineerd met een heel begrijpende ‘peergroup’ hebben er buiten de job zelf zeker zo hard bij geholpen om terug aan de slag te gaan. (Man, 31 jaar)

Tenslotte zoeken velen extra ondersteuning in de aanpak van hun burn-out en hun terugkeer naar het werk via professionele begeleiding, zoals de huisarts, psycholoog of loopbaancoach. Ondanks het gebrek aan gestructureerde hulpverlening, heeft professionele begeleiding een zeer positief effect op de re-integratiekwaliteit. Het bevordert het acceptatieproces, biedt inzicht in sterktes en zwaktes en draagt bij aan het ontwikkelen van een gezonder gedragspatroon zoals durven nee zeggen.

Samengevat

Samengevat kunnen we stellen dat factoren op verschillende domeinen een kwaliteitsvolle terugkeer naar het werk na uitval door burn-out kunnen bevorderen of hinderen. Uit interviews met ex-burn-out patiënten lijkt het belangrijk om het samenspel tussen verschillende levensdomeinen in rekening te brengen in plaats van elk domein met eigen factoren apart te bekijken. Ook ruimere sensibilisering is cruciaal om bepaalde kennisgaten en stereotypen uit de wereld te helpen en inzicht te bieden in helpende factoren. Zo kunnen we allemaal samen zorgen voor werkbaar werk voor iedereen. En zeg nu zelf, beste lezer, klinkt dat niet top?

Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Eva Derous