De weerslag van moed en rechtvaardigheid op de rechtsbescherming van klokkenluiders

Farah
Peeters

In een artikel van 15 februari 2020 in De Morgen sluit journalist Maarten Rabaey af met een interessant citaat van politicus Wouter De Vriendt: 

"Klokkenluiders verdienen een standbeeld, geen vervolging. Wie wantoestanden aanklaagt, toont burgerzin en mag daar nooit slachtoffer van zijn". 

Hoewel dit voor velen vanzelfsprekend lijkt, is dit voor zij die zich in een dergelijke positie bevinden vaak alles behalve de realiteit. Laat het net die onwetendheid en misconceptie zijn dat dit onderzoek aan de dag wil brengen. 

Hedendaagse Quasimodo's

Klokkenluiders vandaag worden ook wel de "Quasimodo's van onze tijd" genoemd. Het zijn diegene die beslissen een melding te maken van één of meerdere, door hen ondervonden, wanpraktijken binnen een organisatie. Het maken van dergelijke melding is echter geen momentopname, maar vormt het startschot van een procesmatig fenomeen waarbij er verwacht wordt dat er actie ondernomen zal worden die de onethische vaststellingen aanpakt, staakt en zal trachten te voorkomen in de toekomst. Het is gedurende dit proces dat de noodzaak aan een adequate rechtsbescherming zich manifesteert en de klokkenluider dient te behoeden voor de veelal negatieve gevolgen en risico's dat het melden met zich mee dreigt te brengen. 

Als dit niet gegarandeerd wordt, loopt de klokkenluider het gevaar als het ware de 'dupe' te worden van zijn of haar eigen rechtvaardigheidsgevoel. Denk maar aan gekende klokkenluiders, zoals onder meer Edward Snowden en Julian Assange. Beiden moesten onderduiken om te voorkomen dat ze gearresteerd zouden worden en in de gevangenis zouden belanden. Wat voor enkele onder hen zelfs niet heeft mogen baten. 

Je kan je dus wel afvragen wat de beweegredenen zijn die een persoon er uiteindelijk toe aanzet de klok ook effectief te luiden. Veelal is dit die burgerzin waar politicus W. De Vriendt het over had. Zijnde, de morele overtuiging dat wanneer een misstand de gehele maatschappij aanbelangt, de orde en veiligheid in het gedrag brengt, het als burger een plicht is hierin de nodige stappen te ondernemen. 

Een adequate rechtsbescherming

Om na te gaan in hoeverre de mensenrechten in deze geëerbiedigd worden, werd er eerst onderzocht wat de voorwaarden zijn om effectief te kunnen spreken van een adequate of afdoende rechtsbescherming voor klokkenluiders. Hiervoor wordt de link gelegd met overheidsbeleid en de zogenaamde "Algemene Beginselen van Behoorlijk Bestuur". Het is pas door te begrijpen wat rechtsbescherming is, wat het inhoudt en wat het moet volbrengen, dat de huidige stand van zaken geëvalueerd kan worden. 

De kwaliteit van de rechtsbescherming vertaalt zich in het al dan niet behalen van haar uiteindelijke doel waarbij er teruggekeerd wordt naar een toestand alsof de rechtsverstoring niet had plaatsgevonden. Onderstaande checklist (zie tabel in bijlage) is een schematische weergave dat werd opgesteld op basis van de noodzakelijke kwaliteitsvoorwaarden voor een adequate rechtsbescherming, zoals voorgeschreven door de recente Europese Richtlijk 2019/1937 en het Network of European Integrity and Whistleblowing Authorities (NEIWA). 

De checklist maakte het mogelijk om de adequaatheid van de rechtsbescherming te meten, te kunnen vergelijken tussen België en Nederland, en concrete pijnpunten te kunnen filteren uit een nog vaak onbekende problematiek. 

België en Nederland tegenover elkaar

In de laatste decennia werden verschillende maatregelen en initiatieven genomen door individuele landen en de internationale gemeenschap om de rechtsbescherming van klokkenluiders te eerbiedigen wanneer zij de stap wagen. In dit onderzoek werd er besloten de lage landen, België en Nederland, tegenover elkaar te plaatsen. 

Hoewel het twee landen betreft met gelijke democratische waarden en vrijheden, zouden de twee landen elkaars tegenpolen zijn in het organiseren en garanderen van een adequate rechtsbescherming voor klokkenluiders. Of, dat is toch wat een rapport van Transparency International Nederland ons verteld. 

Doorheen het onderzoek is echter gebleken dat bovenstaand statement van Transparency International Nederland de nodige nuancering vereist. Het werd duidelijk dat noch België noch Nederland slecht scoren en zelfs aan de meerderheid van de kwaliteitsvoorschriften weten te voldoen. In beide landen kan de klokkenluider zich onder meer beroepen op voorafgaand advies, een vertrouwelijke behandeling van de melding, van de eigen identiteit en het doorlopen van een intern en extern melktraject. Desalniettemin blijft er ruimte voor verbetering. 

Ruimte voor verbetering 

Het werkstuk sluit af met enkele concrete en pasklare aanbevelingen voor de twee lage landen, gebaseerd op de resultaten van het onderzoek. Het verschil in staatsstructuren tussen België en Nederland speelt hierin een opmerkelijke rol. 

Omwille van de discrepantie tussen de verschillende Belgische deelstaten, is België er onder andere nog niet toe gekomen een gelijkaardig overkoepelend orgaan, zoals het Nederlandse Huis voor Klokkenluiders, in te richten. Dit zou echter wel het hoofd bieden aan een veelheid van de problemen die zich nu stellen en waar Nederland omwille van dergelijk bestaand zelfstandig bestuursorgaan reeds is uitgegroeid. Voor Nederland blijft tevens een werkpunt het vastleggen van concrete beschermings- en ondersteuningsmaatregelen. Deze werden tot op heden nog niet gedetailleerd uitgewerkt in de praktijk. 

Kortom, om de bescherming van de hedendaagse Quasimodo's te blijven promoten en hen van dat welverdiende standbeeld te kunnen voorzien, is er nood aan een geüniformeerde aanpak. Een degelijk overwogen beleid waarin het bestaan en bovenal de noden van de klokkenluiders tastbaar en realistisch worden uitgewerkt. 

Download scriptie (1.27 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Tom Sauer