Patiëntenparticipatie tijdens multidisciplinaire teambesprekingen in residentiële settings van de geestelijke gezondheidszorg. Wat is de persoonlijke mening van hulpverleners?

Laurein
Van Peer

Samen sterk?!

Beeld je even in dat we afstappen van een klassieke teamvergadering, waarbij het individuele behandelproces- en verloop van patiënten besproken worden door hulpverleners. Maar dat we patiënten betrekken bij de teamvergadering en hen inspraak geven in hun eigen behandelproces...

image-20201004211716-3

Patiëntenparticipatie

Patiëntenparticipatie is een belangrijk thema in de hedendaagse (geestelijke) gezondheidszorg. Het wordt omschreven als de actieve betrokkenheid van patiënten bij de besluitvorming over hun zorg, waarbij de expertise van patiënten geïntegreerd wordt met professionele kennis van hulpverleners (Castro, Van Regenmortel, Sermeus, & Van Hecke, 2016). Om dit te verwezenlijken worden patiënten in residentiële settings steeds vaker uitgenodigd om deel te nemen aan multidisciplinaire teambesprekingen (MTB) waar de belangrijkste beslissingen over hun behandelproces- en verloop worden genomen. Elk multidisciplinair team bestaat uit een groep professionals met verschillende disciplines, zoals psychologen, psychiaters, sociaal werkers, non-verbale therapeuten, enz. Ondanks een steeds groter wordende belangstelling voor dit thema, is onderzoek over de persoonlijke mening van hulpverleners over patiëntenparticipatie tijdens teambesprekingen (PaPaT) echter zeer beperkt. In de weinige studies worden verschillende factoren, zoals kenmerken van hulpverleners (bijv. discipline, leeftijd, etnische afkomst, persoonlijke overtuigingen) en contextuele factoren (bijv. gebrek aan tijd, steun van leidinggevenden), genoemd als belangrijke determinanten voor de bereidwilligheid van hulpverleners tot patiëntenparticipatie (Longtin, Sax, Leape, Sheridan, Donaldson, & Pittet, 2010; Tambuyzer, Pieters, Van Audenhove, & Vertommen, 2011).

Wat is het doel van huidig onderzoek?

Het hoofddoel van huidig onderzoek is meer inzicht verwerven in de persoonlijke mening van hulpverleners over patiëntenparticipatie tijdens teambesprekingen (PaPaT) in residentiële settings van de geestelijke gezondheidszorg in Vlaanderen. Met behulp van de Patienten Participatie tijdens multidisciplinaire Teambesprekingen-vragenlijst (PaPaT-Q, Berben, Verhaeghe, Dierckx, Van Hecke, Beeckman, & Crabeel, 2019) werden in totaal 701 hulpverleners, behorende tot het departement zorg uit 17 psychiatrische ziekenhuizen in Vlaanderen, bevraagd. Eerst onderzochten we de persoonlijke mening van hulpverleners over PaPaT. Bijkomend werd in kaart gebracht in welke mate er hierin verschillen bestaan al naargelang (1) diploma, (2) aantal jaren werkervaring, (3) al dan niet een opleiding gevolgd hebben over patiëntenparticipatie, (4) het al dan niet werkzaam zijn in een team waar PaPaT wordt toegepast en (5) al dan niet zelf ervaring hebben met PaPaT. We veronderstelden hierbij dat verschillende groepen hulpverleners, elk met hun eigen karakteristieken, een andere persoonlijke mening hebben over PaPaT.

Welk resultaat levert dit onderzoek op?

Uit de resultaten bleek dat de meeste hulpverleners bereid zijn om patiënten te laten participeren en het belangrijk vinden dat patiënten deelnemen aan een MTB. Hierbij verkiest de overgrote meerderheid van de respondenten een actieve rol voor patiënten, waarbij een patiënt aanwezig is, luistert, vragen stelt, zijn verhaal vertelt, deelneemt aan de interactie(s) en discussieert. Vervolgens bleek dat het merendeel van de hulpverleners verwacht dat PaPaT de communicatie tussen patiënt en het team verbetert, een positief effect heeft op het herstelproces van de patiënt, alsook het geloof van de patiënt in eigen mogelijkheden verhoogt om iets te kunnen veranderen aan zijn/haar situatie. Daarnaast bleek dat, hoewel een groot deel van de respondenten zich bekwaam voelt om patiënten te laten participeren, meer dan de helft van de hulpverleners vindt dat PaPaT extra vorming en opleiding vereist.image-20201004211927-5

Uit de resultaten bleek eveneens dat diploma, jaren werkervaring, opleiding over patiëntenparticipatie, werkzaam zijn in een PaPaT-team en ervaring hebben met PaPaT een invloed blijken te hebben op de persoonlijke mening van hulpverleners over PaPaT. Samengevat suggereren onze onderzoeksbevindingen dat hoogopgeleide hulpverleners, hulpverleners met meer jaren werkervaring of met een opleiding over patiëntenparticipatie, hulpverleners die tewerkgesteld zijn in een PaPaT-team en hulpverleners met PaPaT-ervaring in het algemeen een positievere persoonlijke mening hebben over PaPaT. De invloed van deze hulpverlenerskarakteristieken kan mogelijks verklaard worden door de “van beginner tot expert-theorie” van Benner (1982, 2005). Dit model bespreekt hoe een zorgverlener start in de fase van de ‘beginner’ en, naarmate steeds meer vaardigheden, ervaring en kennis worden opgedaan, via een aantal fasen doorstroomt tot het expertniveau (Benner, 1982). Deze theorie doet vermoeden dat meer geavanceerde vaardigheden nodig zijn om patiënten te laten participeren. In het kader van deze theorie kan gesuggereerd worden dat bepaalde groepen hulpverleners minder open staan voor patiëntenparticipatie, omdat ze nog onvoldoende vaardigheden hebben kunnen ontwikkelen. We denken op basis van onze onderzoeksbevindingen aan laagopgeleide hulpverleners, hulpverleners met minder jaren werkervaring of zonder opleiding over patiëntenparticipatie, hulpverleners die niet tewerkgesteld zijn in een PaPaT-team en hulpverleners zonder PaPaT-ervaring.

Hoe moet het nu verder?

Dit onderzoek biedt nieuwe inzichten over de persoonlijke mening van hulpverleners over patiëntenparticipatie tijdens MTB’s, wat de mogelijkheid biedt aan hulpverleners en organisaties om de huidige praktijk met betrekking tot dit thema te evalueren en te verbeteren. Hoewel een groot deel van de hulpverleners al open staat voor PaPaT, zijn sommige groepen hulpverleners eerder terughoudend tegenover dit concept. Om (toekomstige) hulpverleners te ondersteunen bij patiëntenparticipatie tijdens teambesprekingen is het opportuun om dit thema onder de aandacht te brengen in de opleidingscurricula van verschillende hulpverlenersgroepen in de GGZ en dat patiëntenparticipatie-specifieke trainingen of vormingen voorzien worden. Mogelijks is patiëntenparticipatie een vaardigheid die meer bekwaamheid vereist en die met behulp van opleidingen en cursussen verworven kan worden. Daarnaast is het belangrijk voor alle organisaties om een (gedeelde) visie over PaPaT te promoten en responsief te zijn voor mogelijke barrières die het verwezenlijken van patiëntenparticipatie bemoeilijken. Zoals reeds besproken bleek uit huidig onderzoek dat sommige hulpverlenersgroepen meer openstaan voor PaPaT. Deze hulpverleners kunnen een participatiecultuur op de afdeling stimuleren, ondersteuning bieden aan teamleden en fungeren als rolmodel. In het bijzonder voor jonge hulpverleners met minder jaren werkervaring en hulpverleners met een lager opleidingsniveau, omdat deze groepen minder open lijken te staan voor patiëntenparticipatie tijdens MTB’s. Specifiek voor deze groepen zouden aangepaste interventies of sensibiliseringscampagnes ontwikkeld kunnen worden. Tot slot moet in vervolgonderzoek ook de mening van patiënten met betrekking tot dit thema bevraagd worden.

Stel jezelf, na het lezen van dit artikel even de vraag wat het voor jou zou kunnen betekenen om inspraak te krijgen in jouw eigen behandelproces. Hoe stel jij jezelf dat voor? Samen sterker?!

image-20201004211855-4

 

Download scriptie (3.05 MB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Prof. Dr. Eva Dierckx, Drs Kevin Berben