Reizend oprijzen, vallen en herrijzen: een kwestie van ruimte, klasse en gender

Casper
Cogen

In het jaar 1880, publiceert Matilde Cherner haar roman María Magdalena doorweven met kritiek op het negentiende-eeuwse patriarchaat en zijn toxische mannelijkheid. María Magdalena is de enige roman over prostitutie geschreven door een vrouw in Spanje van de negentiende eeuw. Tevens is het ook de enige roman verteld vanuit het perspectief van een prostituee. De roman van Cherner representeert op uitmuntende wijze de mannelijke hypocrisie omtrent verantwoordelijkheid van het sociaal probleem dat prostitutie vormde in het negentiende-eeuwse Spanje. De auteur speelt met de voorgeschreven patriarchale normen rond seksualiteit en gender, hetzij door op te rijzen tegen deze normen, hetzij door deze normen te adopteren om ze vervolgens op een subtiele manier te onderwerpen aan een harde, terechte kritiek.

Nu denkt u, wat kan een negentiende-eeuwse roman in godsnaam bijdragen aan het hedendaagse debat rond gender? Prostitutie is toch geen taboe meer? Het patriarchaat is lang zo erg niet meer als in de negentiende eeuw, waarom zou deze eeuwoude roman nog relevant zijn? Wel, ten eerste, het debat rond prostitutie kent nog verscheidene obstakels en prostitutie blijft vandaag de dag een onderwerp dat onderhevig is aan een overwegend mannelijke en medische discours. Ten tweede, het patriarchaat is nog altijd even aanwezig als in de negentiende eeuw. Weliswaar zijn de uitdrukkingen van dit patriarchaat subtieler geworden. Dit wil niet zeggen dat ze daardoor minder gevaarlijk en repressief zijn, in tegendeel. Ten derde, een observatie van de ruimtes aanwezig in de roman toont aan dat Matilde Cherner nog heel wat heeft bij te dragen aan het hedendaagse debat rond seksualiteit en gender. De auteur en haar personages reizen van de ene figuurlijke en letterlijke ruimte naar de andere, en dit heeft zijn gevolgen. Deze reizen zijn uitdrukkingen van verzet, van noodzaak en van superioriteit. Reist u met ons mee?

Oprijzen: Matilde Cherner

Het publieke debat rond prostitutie in de negentiende eeuw wordt overheerst door een mannelijk, medisch en academisch discours. Zowel in de literaire als wetenschappelijke wereld kijkt men met een mannelijke blik naar prostitutie. Prostituees worden beschouwd als studieobjecten en ze worden bovenal gedemoniseerd en onderworpen aan mannelijke fantasieën. Matilde Cherner doorbreekt het glazen plafond met haar laatste roman María Magdalena. Vrouwen worden verondersteld in de huiselijke, private sfeer te blijven. Cherner, echter, treedt met haar roman zonder schaamte binnen in het overwegend mannelijke gedomineerde debat rond prostitutie. Hierdoor reist de auteur van de private ruimte waartoe vrouwen door de patriarchale samenleving worden veroordeeld naar de publieke, overwegend mannelijke, ruimte van de politiek.

Door middel van een combinatie van twee literaire genres creëert Cherner een ruimte voor vrouwelijke auteurs om te schrijven over prostitutie. Voor de negentiende eeuw werd idealisme beschouwd als het superieure literaire genre. Zijnde het superieure genre konden natuurlijk alleen mannelijke schrijvers het ideale percipiëren. Met de intrede van het realisme als het superieure literaire genre in de negentiende eeuw wordt het idealisme geassocieerd als het inferieure, sentimentele en vrouwelijke genre. Cherner verzet zich tegen de patriarchale traditie dat vrouwen alleen in staat zijn de natuur slaafs te imiteren en ze demonstreert dat vrouwen ook in staat zijn om het ideale te percipiëren. Zodus eist ze de ruimte van het idealisme als literair genre op, een ruimte die ze, volgens de patriarchale samenleving, al bewoonde en maakt ze deze haar eigen. Tevens eigent de auteur zich de mannelijke ruimte van het realisme toe. Opnieuw bewijst ze dat vrouwelijke auteurs kunnen reizen over grenzen opgelegd door het patriarchaat.

Oprijzen en vallen: María Magdalena

María Magdalena, de protagonist van de roman, verzeilt uit noodzaak in het milieu van de prostitutie na de dood van haar beide ouders. Ze ervaart als geen ander de gewelddadigheden van toxische mannelijkheid. Sinds eeuwenlang worden vrouwen die afwijken in hun seksualiteit van de opgelegde patriarchale normen veroordeeld, gedemoniseerd en uiteindelijk geacht zichzelf te verbeteren. Ze moeten evolueren van een ‘bad girl’ naar een ‘good girl’. Wanneer ze deze vooruitgang bereiken, is het natuurlijk dankzij een mannelijk personage. María Magdalena transformeert in de ogen van de mannelijke personages alleen van een louter seksobject naar een heilige gerespecteerde vrouw wanneer ze haar leven opoffert voor de reputatie van haar minnaar. Niettemin breekt de protagonist los van de private, huiselijke sfeer van de bourgeois familie, een ruimte waar er geen plaats is voor vrouwelijke stemmen, en reist ze naar de publieke sfeer van het bordeel waar ze langzamerhand een identiteit ontwikkelt door zich te verdiepen in literatuur en door te debatteren over politiek met haar clientèle. Ze rijst op tegen wat de negentiende-eeuwse samenleving haar als vrouw voorschrijft. De protagonist slaagt er in te reizen van de private, vrouwelijke ruimte van haar dagboek naar de publieke, mannelijke ruimte van kennis, literatuur, het debat over educatie en de legalisering van prostitutie. Ze fantaseert om haar lichaam, iets heel privaat, te gebruiken om syfilis te verspreiden in het publieke domein van de samenleving. Uiteindelijk valt María Magdalena ten prooi aan haar minnaar. Ze reist van een ruimte waarin ze macht ervaarde naar de huiselijke sfeer waar ze gevangen is.

Herrijzen: de bourgeoisie

María Magdalena filosofeert over de verantwoordelijkheid van de bourgeoisie omtrent prostitutie. Prostitutie, toxische mannelijkheid en de bourgeoisie waarborgen elkaar. Door het bestaan van een ruimte waar geweld tegen vrouwen is gelegitimeerd, worden het bourgeois huis en zijn bourgeois vrouwen gespaard van toxische mannelijkheid. De ruimte van prostitutie is de uitlaatklep van de bourgeois mannen voor hun geweld en seksuele grillen. Door de legalisering van prostitutie zorgt het patriarchaat ervoor dat zijn repressieve waarden blijven bestaan.

De minnaar van María Magdalena reist van de gerespecteerde bourgeois ruimte naar de ‘vernederde’ ruimte van de prostitutie. In tegenstelling tot de protagonist is deze bourgeois man in staat om ongedeerd terug te keren naar zijn status van eerbiedwaardigheid. Meer nog, hij herrijst bekrachtigd in zijn superioriteit als een bourgeois man. De identiteit van de bourgeoisie wordt gecreëerd en opnieuw gevormd door prostitutie.

Het sociale leven van onze hedendaagse samenleving is doorweven met ruimtes. Reis deze ruimtes bezonnen en onbezonnen, reis herrezen door kennis, rijs op door te reizen!

Download scriptie (585.44 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Prof. Elizabeth Amann