Overdadig smartphonegebruik en eenzaamheid: twee handen op één buik

Sarah
Michiels

“The smartphone revolution is underhyped; more people have access to phones than access to running water. We’ve never had anything like this before since the beginning of the planet.”

De smartphone heeft op enkele jaren tijd een centrale plaats veroverd in ons leven. Tegelijk is het gebruik van het toestel ook al lang niet meer zo onomstreden als enkele jaren geleden. Denk bijvoorbeeld aan de grote ophef rond track and trace-apps in de strijd tegen corona. Maatschappelijk minstens even relevant is de toenemende eenzaamheid in onze samenleving. Mijn masterproef focust op een mogelijke link tussen beiden: lopen mensen die zich verslaafd voelen aan hun smartphone – of er te veel tijd op spenderen – ook een groter risico om zich eenzaam te voelen?

Het staat als een paal boven water: onze almaar slimmere telefoon heeft ons leven de voorbije jaren op flink wat vlakken een stukje eenvoudiger gemaakt. Van de haast grenzeloze nieuwe bereikbaarheid over soms bijzonder handige apps tot de puur functionele hulpmiddelen zoals een camera of een navigatiesysteem. Ook tijdens de coronapandemie heeft die smartphone zich voor heel wat mensen wellicht vaak ontpopt tot een redder in nood: nu eens een venster op de buitenwereld, dan weer een bron van ontspanning. Tegelijk moeten we al die voordelen natuurlijk ook afwegen tegen de nadelen. De Digimeter 2020 – een jaarlijks onderzoek naar het media- en technologiegebruik in Vlaanderen – legde wat dat betreft de vinger duidelijk op de wonde. Zomaar eventjes 56.5 procent van de Vlaamse bevolking binnen de leeftijdsgroep van 16 tot en met 34 jaar is vandaag al smartphone-afhankelijk. Onder smartphone-afhankelijkheid of digibesitas verstaan we een combinatie van twee factoren: enerzijds het gevoel verslaafd te zijn aan de smartphone en anderzijds het gevoel te veel tijd te spenderen op het toestel.  

Niet alleen het gebruik van de smartphone is een uiterst actueel thema, ook gevoelens van eenzaamheid zijn een veelbesproken issue. Uit onderzoek van gezondheidseconoom Lieven Annemans (2018) blijkt dat 54.5 procent van de jonge Belgen tussen 20 en 34 jaar zich soms tot altijd eenzaam voelt. Deze cijfers illustreren overduidelijk dat ook eenzaamheid steeds meer tot een maatschappelijk vraagstuk is uitgegroeid. Langdurige eenzaamheid zou op lange termijn ook een aantal andere psychologische aandoeningen in de hand kunnen werken, zoals angst of een depressie. Recente cijfers lijken de onderzoeksresultaten van Annemans te bevestigen. Zo gaf een peiling van Bond zonder Naam (2021) aan dat 21.3% van de Vlamingen op dit moment met een ernstige graad van eenzaamheid kampt. Bij een eerder onderzoek, dat tien jaar geleden werd uitgevoerd, was dit amper 2.5%. De nieuwe gezondheidsenquête van Sciensano (2021) levert nog onthutsender resultaten op: bijna een derde van de volwassen bevolking in ons land heeft last van ernstige eenzaamheid.

Mogelijk verband?

Voldoende reden, zo leek me, om in het kader van mijn masterproef op zoek te gaan naar een mogelijk oorzakelijk verband tussen beide maatschappelijke fenomenen. Bestaat er effectief een positief verband tussen smartphone-afhankelijkheid en gerapporteerde gevoelens van eenzaamheid bij Vlamingen tussen 16 en 34 jaar? Om deze onderzoeksvraag te beantwoorden, vertrok ik van een kwantitatieve onderzoeksopzet. In de eerste plaats maakte ik gebruik van een online survey. Deze werd ingevuld door 818 respondenten, zowel mannen als vrouwen binnen de leeftijdsgroep van 16 tot en met 34 jaar, wonend in het Vlaamse Gewest. Nu is een online survey een onderzoeksmethode die zowel voor- als nadelen kent. Een van de meest voorkomende nadelen is dat respondenten geneigd zijn sociaal wenselijk te antwoorden. Daarom maakte ik ook gebruik van logging, als tweede onderzoeksmethode.

In het tweede deel van het onderzoek bracht ik het smartphonegebruik van 50 mensen, die ook onderdeel uitmaken van de hierboven vermelde survey, in beeld via de MobileDNA-app. Deze onderzoeksapplicatie werd ontwikkeld door imec-mict-UGent en kan geïnstalleerd kan worden op Android-smartphones om een nauwkeurig inzicht te verkrijgen in het smartphonegebruik van de deelnemer. Op basis van die ruwe data kwam ik te weten van welke apps de respondent zich bediende, hoeveel meldingen hij/zij per dag ontving, of de persoon meerdere apps gebruikte binnen een gebruikerssessie, hoeveel tijd hij/zij spendeerde op zijn smartphone, ... Door de online survey aan te vullen met logdata kon ik de betrouwbaarheid van mijn resultaten verhogen. Bovendien kon ik nadien de vergelijking maken tussen de resultaten van de ingevulde survey en van de MobileDNA-app. Zo ontdekte ik dat er verschillen zitten in wat participanten zeggen te doen en wat diezelfde participanten echt doen.

Twee handen op één buik

Het belangrijkste doel van deze studie was onderzoeken of er effectief een positief verband bestaat tussen smartphone-afhankelijkheid en gerapporteerde gevoelens van eenzaamheid. Daarnaast ging ik ook belang na van objectieve data bij studies naar smartphone-afhankelijkheid. Op basis van mijn bevindingen kan ik stellen dat we wel degelijk mogen uitgaan van een positief significant verband tussen beide variabelen. Concreet betekent dit dat mensen die het gevoel hebben verslaafd te zijn aan de smartphone of er te veel tijd op te spenderen zich mogelijk ook sneller eenzaam zullen voelen. Of hoe almaar meer mensen hun eenzaamheid ook zelf in de hand hebben, letterlijk dan.

Download scriptie (1.56 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2021
Promotor(en)
Lieven De Marez