De legalisering van draagmoederschap: eindelijk een voltreffer of wederom een gemiste kans?

Tessa
Quina

Stel je even voor, je hebt een kinderwens, maar je kan deze, omwille van medische redenen of van je seksuele geaardheid, niet in vervulling laten gaan. Dit is helaas de harde realiteit voor veel koppels.

De enige mogelijkheid om een kind te krijgen met jouw genen, is via draagmoederschap. In België bestaat er echter geen enkele wet die dit regelt, met grote onzekerheid voor zowel de draagmoeder, de wensouders, als het kind tot gevolg. Vooruit heeft recent een wetsvoorstel ingediend tot legalisering van een vorm van draagmoederschap.

Erkenning, adoptie of achterblijven met lege handen?

Iedereen kent inmiddels het verhaal van Baby D., Baby J., en Baby Samuel: één voor één pijnlijke voorbeelden van het gebrek aan een wettelijke regeling omtrent draagmoederschap. Koppels die zelf geen kinderen kunnen krijgen doen beroep op een draagmoeder, vaak in het buitenland, om hun kinderwens in vervulling te zien gaan. Er worden bovendien duizelingwekkend hoge bedragen betaald voor deze kinderwens. Wanneer de wensouders dan eindelijk op hun “roze wolk” zitten en een baby mogen verwelkomen, wordt aan dit broos geluk abrupt een einde gemaakt bij terugkomst in België. Bij gebrek aan enige wettelijke omkadering, is het krijgen van een kind via een draagmoeder vaak de start van talloze procedures voor de wensouders, zonder enige zekerheid dat ze het kind mogen erkennen en/of adopteren. Het grootste slachtoffer: het kind.

image 617

Het afgelopen jaar heb ik onderzoek gedaan naar de aanvaardbaarheid van een verbod op commercieel draagmoederschap. Hierbij werd zowel het ethisch als het mensenrechtelijk perspectief belicht. Ook een vergelijkende studie met het buitenland kwam aan bod: kan België nog iets leren van de wettelijke regelingen in andere landen of moeten we tegen de stroom durven ingaan?

De wetgever probeert, maar slaagt niet

Er werden doorheen de jaren al heel wat wetsvoorstellen ingediend: tot legalisering van bepaalde vormen van draagmoederschap, tot strafbaarstelling van elke vorm van draagmoederschap en alles daartussen. Geen enkel wetsvoorstel werd wet.

De opvattingen van de politieke partijen omtrent commercieel draagmoederschap zitten nog niet op één lijn. Het uitwerken van een wettelijke regeling verloopt daardoor moeizaam, vooral omdat er geen eensgezindheid bestaat over het begrip “commercialisatie”. Er bestaat discussie over de vergoeding die de draagmoeder mag ontvangen, meer bepaald over welke kosten gedekt mogen worden en vanaf wanneer deze vergoeding buitensporig wordt. Ethisch gezien is commercieel draagmoederschap bovendien zeer delicaat, zo blijkt uit het advies van het Belgisch Raadgevend Comité voor Bio-ethiek. Zowel de voorstanders van een wettelijke regeling van (commercieel) draagmoederschap, als de tegenstanders hebben goede argumenten voor hun standpunt. Het is voor de wetgever dus geen gemakkelijke opdracht om tot een wet te komen die breed gedragen wordt en door iedereen goedgekeurd wordt.

Draagmoederschapstoerisme

Doordat België geen wettelijke omkadering van draagmoederschap kent, trekken de meeste koppels naar het buitenland om hun kinderwens in vervulling te zien gaan. Een absolute trekpleister is Californië, waar commercieel draagmoederschap expliciet toegelaten wordt. De draagmoeder ontvangt hier hallucinante bedragen voor het dragen van andermans kind. Ook landen zoals Oekraïne en India zijn populair, maar hier lopen wensouders vaak het risico om in contact te komen met corrupte organisaties.

Bij thuiskomst in België kan het kind erkend worden door de genetische vader, maar de wensmoeder kan het kind enkel adopteren om een afstammingsband vast te stellen. Dit is echter niet zo simpel: er bestaat geen zekerheid dat de adoptie wordt toegestaan en de procedure kan tot 2 jaar aanslepen.

image 618

De wettelijke regeling van andere landen biedt trouwens ook geen soelaas. Een volledige legalisering van commercieel draagmoederschap is niet wenselijk, een absoluut verbod op elke vorm van draagmoederschap, zoals in Frankrijk en Duitsland, is echter ook geen oplossing. België zal voor de gulden middenweg moeten gaan.

Dé oplossing?

Een verbod op commercieel draagmoederschap is noodzakelijk en vanuit ethisch perspectief ook verantwoord. Om dit wettelijk te verankeren, moet echter eerst duidelijkheid bestaan omtrent de definitie van het begrip “commercialisatie”. Zolang er geen consensus bestaat over welke vergoedingen toelaatbaar zijn en welke de grens met commercialisatie overschrijden, is een wettelijke regeling niet haalbaar. Het antwoord op de vraag of een verbod op commercieel draagmoederschap ook wenselijk is, moet mijns inziens genuanceerd worden. Een vergoeding die de kosten van de zwangerschap overschrijdt, moet mogelijk kunnen zijn, gelet op de risico’s, alle kosten die verbonden zijn aan de zwangerschap, het mentale aspect en gelet op het feit dat de wensouders op een manier hun dankbaarheid willen uiten.

Is het wetsvoorstel van Vooruit dat een vorm van draagmoederschap legaliseert dan dé oplossing? Naar mijn mening niet! Het voorstel is niet allesomvattend en de voorwaarden die gesteld worden, zijn niet realistisch in dit tijdperk. Allereerst kan de procedure van draagmoederschap pas opgestart worden wanneer het koppel 3 jaar samenleeft. Verder moet de draagmoeder tussen de 21 en de 37 jaar zijn en moet ze al minstens één kind ter wereld hebben gebracht. Het lucratieve aspect wordt eveneens uitgesloten. De vraag is echter wat dit lucratief aspect inhoudt en welke vergoedingen toegelaten worden. Het wetsvoorstel legaliseert tot slot enkel hoogtechnologisch draagmoederschap, wat een in-vitrobevruchting en dus de tussenkomst van een dokter impliceert. Draagmoeders mogen zelf geen genetisch materiaal leveren, wat de procedure van draagmoederschap voor homokoppels bijzonder moeilijk maakt: zij moeten niet enkel een draagmoeder vinden, maar óók een eiceldonor. Dit is, mijns inziens, een indirecte vorm van discriminatie…

Het wetsvoorstel van Vooruit is dus wederom een gemiste kans. Er moet, naar mijn mening, een heldere en allesomvattende wettelijke regeling komen, die elke vorm van draagmoederschap regelt. De grenzen van het commercieel karakter moeten vastgelegd worden met een duidelijke oplijsting van de mogelijke kostenposten. Een verandering in terminologie is noodzakelijk: het onderscheid tussen altruïstisch, verlonend en commercieel draagmoederschap kan zorgen voor een duidelijkere afbakening. Commercieel draagmoederschap moet strafbaar gesteld worden, naar analogie met bijvoorbeeld commerciële adoptie. Tot slot is een aanpassing van het afstammingsrecht ook noodzakelijk: de wensouders moeten als juridische ouders worden aangemerkt, zonder bijkomende procedures.

De wettelijke regeling moet vooral zorgen voor zekerheid: voor de draagmoeder, de wensouders, maar bovenal voor het kind.

 

Download scriptie (763.93 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Hasselt
Thesis jaar
2021
Promotor(en)
Professor Doctor Tim Wuyts