Noir reservoir- Structure and noir in Tarantino’s Pulp Fiction.

Bjorn
Gabriëls

TARANTINO’S DOODDOENERS Bjorn Gabriëls

 

Sinds zijn debuut Reservoir Dogs uit 1992 is regisseur Quentin Tarantino er in geslaagd een eigen stekje op te eisen bij critici, media en fans. De mix van verbaal en fysiek geweld, zijn aandacht voor structuur en de combinatie van verschillende uiteenlopende stijlen hebben geleid tot het adjectief ‘Tarantinesk’. De verscheidenheid aan stijlen haalt Tarantino uit zijn uitgebreide filmgeheugen opgebouwd rond exploitation-films, westerns, horrorflicks en misdaadfilms. Zijn films vormen dan ook een amalgaam van filmverwijzingen en hij confronteert menig genre met de eigen grenzen. In zijn meest recente film – zijn bijdrage als guest director van Sin City buiten beschouwing gelaten – ging Tarantino aan de slag met kungfu en de spaghettiwestern. Het tweeluik Kill Bill kwam zes jaar na zijn – voorlopig – laatste film die zich in een misdaadsetting afspeelde, Jackie Brown. Voor deze film baseerde Tarantino zich op het werk van Elmore Leonard, een auteur die een misdaadwereld heeft gecreëerd die nauw aansluit bij hardboiled-klassiekers zoals Dashiell Hammett en Raymond Chandler.

Reeds in Pulp Fiction liet Tarantino zijn personages ronddraven in een gelijkaardig misdaaduniversum. Hij schreef Pulp Fiction als zijn afscheid aan het misdaadgenre, waarbij hij het metacommentaar niet schuwt. Ondermeer in de heen-en-weer schietende dialogen put Tarantino uit zijn onmetelijke reservoir gevuld met films en pulpcultuur. Het uitgangspunt van Tarantino’s films leent zich uitermate tot het voeren van een genrediscussie. Hij vertrekt vanuit genrebegrippen om deze naar eigen goeddunken in te vullen. Zo is het niet alleen mogelijk zijn films na te gaan op verschillende stijlen, maar biedt de toepassing van verscheidene genres de mogelijkheid om het concept ‘genre’ ter discussie te stellen.

In plaats van een eerder clichématige ontwikkeling van een al te bekend verhaal, laat Tarantino een andere kant van zijn personages zien. Reservoir Dogs toont de afloop van een mislukte overval in een setting die doet denken aan het theater. Via de flashbacks ontstaat er een spanning tussen de gebeurtenissen die leidden tot de overval en de dramatische ontwikkeling na de mislukte heist.

In Pulp Fiction grijpt Tarantino nog explicieter terug naar wat hij zelf “the oldest chestnuts in the world” noemt. De film opent met een woordenboekdefinitie van pulp, deze definitie verklaart pulp niet alleen als een weke, vormeloze materie, maar verwijst ook naar de pulpliteratuur. De verhalen die na de Tweede Wereldoorlog verschenen en later met de verzamelnaam pulp bedacht werden, speelden zich veelal af in het misdaadmilieu en dienden als basis voor vele detective- en misdaadfilms. De Amerikaanse films belandden in Frankrijk, samen met de gedrukte verhalen die gepubliceerd werden onder de naam Serie Noir. De onmiskenbare overeenkomsten tussen de pulpliteratuur en de afgeleide films brachten Franse critici tot het toekennen van de naam film noir. De eigenlijke ‘uitvinding’ van de term wordt toegeschreven aan de Franse cineast Nino Frank die de term lanceerde in 1946. Nog geen tien jaar later verscheen in Frankrijk de eerste uitgebreide studie over film noir:  Panorama du film noir américain door Raymond Borde en Etienne Chaumeton. Ondanks de niet te ontkennen Amerikaanse roots van film noir, is het reeds bij aanvang duidelijk dat het genre nauwe banden heeft met de Europese cinema. De theoretische grondslagen van het genre werden gelegd in Frankrijk, de visuele kenmerken tonen ondermeer invloeden van het Duitse Expressionisme en in een later stadium speelt ook de Franse Nouvelle Vague een belangrijke rol.

Met Pulp Fiction stapt Tarantino in deze traditie. Oorspronkelijk wilde hij een film maken naar het Black Mask magazine en dacht er zelfs aan de titel van zijn tweede film te wijden aan dit pulptijdschrift, maar uiteindelijk verkoos Tarantino de meer algemene titel Pulp Fiction en moest hij ook toegeven dat hij was afgeweken van zijn oorspronkelijke plan. Desondanks is de invloed van pulpliteratuur in Pulp Fiction niet te ontkennen. Op de filmposters die Pulp Fiction vergezelden poseert Uma Thurman als een femme fatale. Bovendien werd de film gepromoot als een “sexy noir thriller”. Niet alleen uiterlijke kenmerken verwijzen naar de hardgekookte onderwereld, ook inhoudelijk baadt Pulp Fiction in een noir atmosfeer. Het overkoepelende verhaal van overvalduo Pumpkin en Honey Bunny lijkt zich te ontpoppen tot een moderne Bonnie en Clyde maar aan het einde van de film – als de drie andere verhalen aan bod zijn gekomen – wijkt het kaderverhaal af van de verwachtingen die de overeenkomsten met het notoire koppel opriepen.

De drie centrale verhalen van de film starten telkens van een situatie die bekend is uit vele (noir) films. Het verhaal waarin Vincent (John Travolta) en Jules (Samuel Jackson) een mysterieuze koffer moeten terugvinden, sluit aan bij films als The Maltese Falcon van John Huston en Kiss Me Deadly van Robert Aldrich. Beide films zijn uitmuntende voorbeelden van noir films waarin de protagonisten verstrikt raken in een queeste naar een ongekend object van onschatbare waarde. In het geval van Pulp Fiction behoort het waardevolle voorwerp toe aan de beruchte leider van de onderwereld, Marsellus Wallace (Ving Rhames). De situatie loopt al snel uit de hand als een gegijzelde per ongeluk wordt neergeschoten en Vincent en Jules zich moeten ontdoen van zijn lijk en de bloederige gevolgen van hun pech onderweg.

In het tweede verhaal is Vincent verplicht om Mia (Uma Thurman), de vrouw van zijn baas, een avondje belangeloos plezier te verschaffen. Dat dit niet van een leien dakje zal lopen wordt meteen duidelijk als Tarantino inzoomt op de verleidelijke kwaliteiten van deze femme fatale. Na een etentje en deelname aan een danswedstrijd keert het kersverse koppel huiswaarts, waar Vincent zichzelf probeert te overtuigen Mia vriendelijk maar gedecideerd achter te laten in het huis van haar machtige man. Zo ver komt het echter niet want Mia neemt een overdosis drugs en wordt een damsel in distress die opnieuw tot leven gewekt moet worden.

Het derde verhaal introduceert Bruce Willis als ongehoorzame bokser Butch die zijn baas (opnieuw Marsellus) verraadt. Hij wil vluchten met zijn vriendin maar deze is een waardevol horloge vergeten. Butch besluit de horloge van zijn vader terug te halen en belandt zo in een gewelddadige confrontatie met Marsellus. Dit verhaal combineert het uitgangspunt van vele boksfilms met verwijzingen naar Vietnamfilms en de Oosterse cinema om uit te komen bij een thematiek van mannelijke heldendom en eer.

In elk van de onderdelen van de plot en ook in zijn visuele stijl en thematiek verwijst Tarantino naar noir, zelf ontkent hij echter dat Pulp Fiction een (neo)noir film is. Desalniettemin vermeldt Tarantino François Truffaut en Jean-Luc Godard als grote voorbeelden, regisseurs die werkten rond een persoonlijke invulling van genres, onder meer film noir.

 

Download scriptie (2.02 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2005