Een Belg wandelt een bar binnen...

An-Sofie
Jacobs

Stel dat u uw smartphone wil verkopen, zodat u de nieuwste iPhone kan aanschaffen. In een café doet een uitwisselingsstudent een bod, maar deze persoon woont aan de andere kant van de Europese Unie! U weet dus niet wat er zou gebeuren bij problemen, bijvoorbeeld als de koper niet zou betalen. Gaat u op het aanbod in?

Een korte achtergrond

Onderzoek heeft aangetoond dat taalverschillen, de kosten van buitenlandse advocaten, onzekerheid over het recht… obstakels zijn voor de handel binnen de EU. Daarom dat Europa er aan denkt het toepasselijke recht, het recht dat de rechter zal toepassen als u de uitwisselingsstudent voor de rechter zou dagen, gelijk te maken.

Zo’n gelijkmaking noemt men harmonisatie en kan op twee manieren gebeuren. Een top-down harmonisatie houdt in dat de EU zelf verplichte regels oplegt aan de lidstaten. Bottom-up harmonisatie is vrijwillige harmonisatie, bijvoorbeeld wanneer de contractspartijen zelf een neutraal recht kiezen als toepasselijk recht en de rechtsstelsels van de lidstaten zo op een natuurlijke wijze naar elkaar toegroeien.

Niet-statelijk recht is een goed voorbeeld van neutraal recht. Niet-statelijke regels zijn geschreven door academici, los van een bepaald land. Voorbeelden zijn de Principles of European Contract Law (PECL), de Draft Common Framework of Reference (DCFR) en de UNIDROIT Principles.

Is harmonisatie aangeraden?

De eerste vraag die dit doet rijzen is of zo’n harmonisatie wel een goed idee is. Tenslotte zou harmonisatie de rijkdom aan verschillende rechtsregels in Europa kunnen wegvagen en misschien zijn de rechtstelsels van de EU zo uiteenlopend dat harmonisatie onmogelijk is.

Anderen zeggen dan weer dat harmonisatie erg voordelig zou zijn voor de Europese interne markt. Het zou ook een gevoel van samenhorigheid creëren. De academici die niet-statelijke regels hebben geschreven, geven bovendien aan dat er veel gelijkenissen zijn tussen de verschillende rechtstelsels, zodat harmonisatie wél mogelijk is.

Is harmonisatie haalbaar?

De tweede vraag die zich stelt is: harmoniseren we van de top down of de bottom up? Top-down harmonisatie zou de hele problematiek snel oplossen maar zou de juridische diversiteit in de EU wegvagen. Daarbij zou het kunnen dat de Europese leiders zo’n regels niet eens mogen of willen aannemen.

Bottom-up harmonisatie daarentegen is dynamisch en vrijwillig. Belangrijk in dit kader, is de Rome I Verordening. Rome I is een soort wet op het niveau van de EU, dat het toepasselijke recht voor contracten regelt. Rome I zegt dat mensen zelf het toepasselijke recht kunnen kiezen.

Dus als je met de uitwisselingsstudent afspreekt dat het Belgische recht, of zelfs het Zweeds, het Nederlandse… recht van toepassing is, kan dat perfect! Ook niet-statelijke regels kunnen (in zekere mate) gekozen worden als toepasselijk recht voor contracten.

So what’s the issue?

Wat is het probleem dan? Als je met de uitwisselingsstudent afspreekt dat het Belgische recht van toepassing is, kan je beter inschatten wat er gaat gebeuren als de koper niet betaalt. Toch, dan is de buitenlandse student in het nadeel, want hij kent het Belgisch recht niet.

Daarom zijn niet-statelijke regels zo interessant. U kan ze gemakkelijk online vinden, er zijn honderden pagina’s uitleg over hoe u ze moet interpreteren en er is veel rechtspraak als u ergens onzeker over bent. Door niet-statelijke regels als toepasselijk recht te kiezen, zijn geen van beide partijen benadeeld en brengt men langzaam de rechtsstelsels naar elkaar toe.

De derde vraag is dan ook of contractspartijen vandaag al werken met zo’n niet-statelijke regels. Met andere woorden: kiezen zijn voor de PECL, de DCFR of de UNIDROIT Principles als toepasselijk recht? Is er sprake van bottom-up harmonisatie?

Een stand van zaken

In een onderzoek werden 7 advocaten over de hele Europese Unie bevraagd. En zij deelden mee dat niet-statelijke regels zelden gebruikt worden als toepasselijk recht. Daar zijn verschillende redenen voor. De meeste mensen en zelfs advocaten kennen niet-statelijke regels niet, of zijn er niet mee vertrouwd. Zeker juridische adviseurs kennen hun eigen recht beter en zullen dat recht ook aanraden aan hun cliënten.

Toch zijn er drie situaties waar niet-statelijke regels wél worden gebruikt. Vooreerst kunnen de contractspartijen een compromis sluiten. U kan met de uitwisselingsstudent overeenkomen dat de PECL van toepassing zijn, mochten er problemen zijn bij de uitvoering van de verkoop. Ten tweede stellen niet-juridisch geschoolde mensen soms contracten op, zonder goed te weten wat de gevolgen zijn van de termen die ze gebruiken. Tot slot zijn er soms advocaten die hun cliënten aanraden niet-statelijke regels te gebruiken, omdat dat nu eenmaal voordeliger is voor in specifieke geval.

Afoot and lighthearted, I take to the open road…

Wat betekenen deze resultaten voor harmonisatie in Europa? 6 van de 7 participanten van het onderzoek willen meer harmonisatie. Toch zijn ze het haast allemaal eens dat top-down harmonisatie onhaalbaar is, omdat de meeste lidstaten van de EU hun eigen recht niet willen vernietigen. Bottom-up harmonisatie zal dan weer geen echte impact hebben, zolang niemand de niet-statelijke regels gebruikt.

Dus wat moet de Europese Unie wel doen? Ten eerste moeten (toekomstige) advocaten en rechters niet-statelijk recht worden gedoceerd langs hun eigen nationale recht, zodat zij beiden kunnen gebruiken. Ten tweede moeten de Europese leiders het gemakkelijker maken om niet-statelijke regels te gebruiken als toepasselijk recht. Tot slot zou een Europees Contractenrecht kunnen creëren, dat alleen van toepassing is in contracten met een buitenlands element. Contractspartijen zouden de mogelijkheid hebben dat Europese Contractenrecht weer uit te sluiten of een ander recht te kiezen. In contracten die zich volledig binnen één lidstaat afspelen, zou het statelijke recht van toepassing zijn, tenzij partijen daar weer van afwijken. Dit voorstel is een haalbaar, gunstig vooruitzicht voor de harmonisatie van contractenrecht binnen Europa. Als de Europese leiders het juridische landschap werkelijk willen veranderen, dan is dit dé manier voorwaarts.

En wie weet… Misschien kan je binnenkort je oude smartphone verkopen aan een buitenlander die je toevallig tegenkomt op café, zonder je zorgen te moeten maken over wat er gaat gebeuren als de man niet betaalt…

Download scriptie (776.25 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
Geert Van Calster