Onbekend, onbemind? Het leven en het werk van Joaquin Sorolla

Cathérine
Cammaer

Kunst vandaag: onbekend, onbemind?

 

De retrospectieve van Rik Poot in het Hanssenspark in Vilvoorde, de jazzy tunes van Marc Moulin of de laatste nieuwe film van de Spaanse cineast Pedro Almodóvar… Kunst en cultuur zijn weer helemaal hip. En dat onder meer dankzij de uitreiking van de cultuurcheques, een iniatief van enkele Vlaamse universiteiten en hogescholen die studenten de kans bieden om te proeven van het ruime cultuuraanbod in hun stad.

 

Maar niet alleen de cultuurcheques moeten jongeren aanzetten om eens een museum te bezoeken, ook vertalers willen kunst voor iedereen toegankelijk maken. Helemaal afgesloten van de buitenwereld – het internet niet te na gesproken – met stapels woordenboeken en pen en papier in de aanslag gaan ze nauwkeurig te werk om een tekst van de ene taal in de andere over te brengen. En dan liefst in een begrijpelijk Nederlands zonder te veel omhaal van woorden en zonder een rist vakterminologie waar alleen de specialist ter zake raad mee weet. Wie een vreemde taal niet machtig is kan op die manier de feeërieke wereld van Tolkien binnendringen of tijdens een weekendje Parijs eens grasduinen in de museumgids van het Louvre. Toch is vertalen veel meer dan het louter transfereren van woorden en zinsdelen. Naast communicatiedeskundigen - want ze maken de communicatie tussen een zender en een ontvanger mogelijk - zijn vertalers bruggenbouwers tussen twee culturen, ja, zelfs, tussen twee werelden. Dat is misschien nog het belangrijkste. De grenzen van het oude Europa vervagen, maken plaats voor een nieuw Europa waarin mensen, culturen en kunst met elkaar versmelten. De multiculturele samenleving leren kennen en leren begrijpen is vandaag geen optie meer maar een must! En een vertaling biedt daartoe een uitstekend instrument.

Dat is precies wat Catherine Cammaer, laatstejaarsstudente vertaler-tolk aan de Lessius Hogeschool in Antwerpen, voor ogen

 

had bij het schrijven van haar afstudeerscriptie Onbekend, onbemind? Het leven en het werk van Joaquín Sorolla: ‘Ik wil het Nederlandstalige publiek erg graag laten kennis maken met de Spaanse cultuur en in het bijzonder met deze onbekende, maar fantastische schilder. Omdat er in de vertaalwetenschap nog nooit een artikel is gepubliceerd over het vertalen van museumgidsen, was het niet altijd een sinecure om een passende vertaling te vinden. Toch ben ik er in geslaagd, denk ik, om een vlotte, leesbare tekst op papier neer te zetten.’

Dat vertalen inderdaad geen sinecure is, blijkt alleen al uit het omstreden vakgebied zelf. Binnen de vertaalwetenschap weet namelijk niemand wat het begrip vertaling nu juist betekent. Bovendien hoor je maar al te vaak zeggen dat vertalen het omzetten is van woordjes van de ene taal (de brontaal) in de andere (de doeltaal). Toch is er veel meer aan de hand, hoewel dat niet altijd eenvoudig te verklaren valt. Vertalen is voortdurend keuzes maken, antwoorden zoek op soms onmogelijke vragen. Een eerste vraag duikt bijvoorbeeld op nog voor er een druppel inkt is gevloeid. Want ga je als vertaler zo veel mogelijk de vorm en de inhoud van de oorspronkelijke tekst (de brontekst) behouden, met de kans dat er een vreemd soort abracadabra ontstaat? Of ga je omgekeerd, een zo leesbaar mogelijke tekst schrijven - zodat de lezer zelfs niet meer weet dat het eigenlijk om een vertaling gaat - en op die manier de eigenheid van de oorspronkelijke tekst verloochenen? Precies omdat er op deze heikele vraag geen eenduidig antwoord bestaat – in tegenstelling tot de exacte wetenschappen waar een plus een twee is – maakt dat vertalen een complexe en dikwijls frustrerende bezigheid is. Want een vertaling kan nooit gelijk zijn aan de brontekst. Ze kan er ten hoogste equivalent of gelijkwaardig aan zijn. Dan rijst weer de vraag hoe die gelijkwaardigheid moet worden ingevuld. Moet de inhoud gelijkwaardig zijn, de functie of misschien de stijl? Vertalen kan dan ook het best vergeleken worden met een soort spel waarbij de vertaler telkens een weloverwogen keuze moet maken om het te kunnen uitspelen.

‘Dat het in deze afstudeerscriptie om een totaal onbekende schilder gaat is allerminst toeval’, bekent Catherine Cammaer. ‘Waarom voor de zoveelste keer de Guernica van Pablo Picasso analyseren of nog maar eens een werk schrijven over het leven van de surrealistische Catalaan met het fijne snorretje? Spanje is zo’n rijk en divers land dat het zonde zou zijn (letterlijk en figuurlijk) om de minder bekende kunstenaars als onbelangrijk of niet interessant te bestempelen.’

Joaquín Sorolla is niet de eerste de beste. Hij werd in 1863 in Valencia geboren. Al gauw bleek dat de jongen meer interesse had voor potloden en kleurtjes dan voor lezen en schrijven. Na zijn opleiding begon hij in het bruisende Valencia strandtaferelen en vissersscènes te schilderen. In een mum van tijd genoot de kunstenaar faam in het buitenland en ontpopte zich als een van de belangrijkste societyschilders van het negentiende-eeuwse Spanje. Nu eens het impressionisme, dan weer het fauvisme of het expressionisme, Sorolla experimenteerde geestdriftig met stijlen, kleuren en lichteffecten. Onvermoeibaar reisde hij door zijn vaderland om voor de Hispanic Society of America een grootse decoratie over de verschillende Spaanse provincies te maken. Joaquín Sorolla leefde voor de kunst en voor de schoonheid. Wanneer hij na een slepende ziekte in 1923 sterft, sterft ook zijn naam. Onbekend? Maar zeker niet onbemind!

 

Sorolla’s doeken kan je nu nog altijd bewonderen in het Museo Sorolla, een oase van rust te midden van het drukke Madrileense stadsverkeer.

 

Museo Sorolla: Paseo del General Martínez Campos 37 – 28010 Madrid

museosorolla.mcu.es

Universiteit of Hogeschool
Thomas More Hogeschool
Thesis jaar
2004