De Spaanse griep werd onderschat en bleef onbeantwoord in België.

Laurine
Hendrickx

30 tot 60 miljoen doden, waarvan 282.165 in België, zoveel slachtoffers zou de Spaanse griep gemaakt hebben. De ziekte brak uit aan het einde van de Eerste Wereldoorlog. Bijna 100 jaar later is het duidelijk dat meer mensen stierven aan de griep dan door de gevechten. Toch bleef de zogenaamde “geheimzinnige ziekte” onderbelicht, vooral in België.

Vertrouwen in de wetenschap

Vandaag de dag is het vertrouwen in de wetenschap en de geneeskunde groot. We zijn ervan overtuigd dat artsen nieuwe, bijzondere ziekten zullen doorgronden en er geneesmiddelen voor zullen aanreiken. In het begin van de twintigste eeuw was dat niet anders. Toch bleek de medische wereld machteloos toen de Spaanse griep in april 1918 voor het eerst toesloeg. De Nederlandse en Franse kranten schreven niet over die machteloosheid. Deed de Belgische pers dat wel? Hoe werd in België gereageerd op de uitbraak van de pandemie?

Belgisch onderzoek ontbreekt

In de buurlanden werd de reactie op de griepuitbraak bestudeerd. Tot nu toe gebeurde dat in België amper. De griep heeft dan ook weinig sporen nagelaten. Toch kan de Belgische reactie op de ziekte blootgelegd worden door het beschikbare bronnenmateriaal naast elkaar te leggen. Aan de hand van de pers, politieke, medische en militaire documenten kan het publieke forum van toen gereconstrueerd worden.

De Belgische reactie vertoont grote gelijkenissen met deze in de buurlanden. De belangrijkste is ongetwijfeld de onderschatting van de ziekte. Ook in België verscheen de griep in drie ‘golven’, waarvan de tweede de meest dodelijke was. Door de onderschatting van de eerste golf ontbraken de nodige maatregelen toen de griep een tweede keer opdook. De Belgische politieke en medische vertegenwoordigers reageerden minimaal op de ziekte. Wilden ze net als in Nederland en Frankrijk hun machteloosheid verdoezelen? De stilte rond en de onderschatting van de griep is vooral te wijten aan de context waarin België zich bevond: De Duitse bezetting.

Geschiedenis van een onderschatting

In de maand juli van 1918 sloeg de griep in België een eerste keer toe. De gecensureerde krantenberichten uit het buitenland zaaiden verwarring. Volgens sommige berichten werden vooral ouderen, sukkelaars en dronkaards getroffen. Anderen beweerden dan weer dat arbeiders en scholieren ziek werden. De epidemie was uitzonderlijk door de slachtoffers die ze koos. Anders dan andere griepepidemieën kreeg vooral de jeugdige bevolking van 20 tot 40 jaar met haar te maken, weten geschiedkundigen nu. Over de ernst van de ziekte was de pers het wel eens. Ze was onschuldig, er was geen reden tot paniek. Alleen in Brussel en aan het front werden maatregelen genomen. Gebouwen werden ontsmet, zieke soldaten moesten zich afzonderen en warm kleden. In de kranten maakten kwakzalvers gretig van deze gelegenheid gebruik om hun pillen en serums te promoten.

ame voor de Standaert Pillen uit de Gazet van Antwerpen, 25 december 1918, 2.

In oktober-november 1918 begon de griep onverwacht meer dodelijke slachtoffers te maken. De bevrijding en de rondtrekkende verzwakte soldaten hebben daar waarschijnlijk toe bijgedragen. Ook toen werd er in de kranten geen alarm geslagen. Burgers lazen vooral dat verschillende buitenlandse artsen al een remedie tegen de ziekte gevonden hadden. Er werden opnieuw weinig maatregelen genomen. Soms gebeurde dat wel, bijvoorbeeld in Huy, waar de burgemeester besliste dat alleen ouders de begrafenis van hun kind nog mochten bijwonen. Zo wilde het gemeentebestuur besmetting tegengaan. De Belgische dagbladen duidden in deze periode vaak een schuldige aan voor de ziekte. De griep werd gebruikt voor verschillende (politieke) programma’s. Volgens het katholiek zondagsblad Het Vlaamsch Heelal werd ze veroorzaakt door schaars geklede, onzedige personen. Maar vooral in het Bolsjewisme lag volgens verschillende bladen de oorsprong van de ziekte.

Onderbelicht initiatief

Tijdens de bezetting lieten de Belgische medische en politieke vertegenwoordigers nauwelijks van zich horen. De belangrijkste Belgische medische organisatie, de Académie Royale de Médecine de Belgique, publiceerde tijdens de bezetting geen tijdschrift. De Belgische regering bevond zich in Le Havre. De eerste analyse van de griep kwam zo uit onverwachte hoek. Op basis van hun ervaringen in het militair hospitaal Cabour schreven vier Belgische legerartsen over de Spaanse griep. Hun artikels werden gepubliceerd in het door hen opgerichte tijdschrift Archives médicales belges. Ze onderzochten de besmetting, de symptomen en de immuniteit van de zieken. Hoewel ze geen oplossing konden formuleren, is het onderzoek van de legerartsen het meest doorgedreven Belgische onderzoek naar de Spaanse griep gebleven.

De Académie publiceerde de artikels van de legerartsen niet in hun tijdschrift toen dat opnieuw verscheen. Dat is vreemd. Misschien voelden de burgerartsen zich bedreigd door het toegenomen aanzien van de legerartsen. Na de oorlog waren de legerartsen namelijk beloond met eretekens. Erkenning voor hun onderzoek naar de Spaanse griep hebben ze nooit gekregen.

De bezetting als verklaring

Waarom publiceerden de burgerartsen geen artikels over de griep? Wilden ze hun machteloosheid niet toegeven?

Door de bezetting konden ze waarschijnlijk niet communiceren over de griep en werd dat ook niet van hen verwacht. Het aantal Belgische burgerartsen was sterk uitgedund. Velen hielpen aan het front of waren gevlucht. Hun tijdschrift verscheen niet meer. De Belgische pers publiceerde de onderzoeken en adviezen van buitenlandse, vooral Franse artsen. De leefwereld van de Belgische bevolking was tijdens de bezetting zeer lokaal. Alleen door de dagbladen te lezen konden burgers op de hoogte blijven van wat er gaande was in de wereld en in hun land.  Ze konden lezen hoe verschillende buitenlandse artsen een remedie gevonden hadden, hetgeen hen waarschijnlijk gerustgesteld moet hebben.

Waarom onderzochten enkele Belgische legerartsen de griep wel? Zij hadden eerst en vooral een eigen tijdschrift, zonder censuur. De nood aan onderzoek was aan het front waarschijnlijk hoger. Elke soldaat was van belang in de strijd. De griep was ook zichtbaarder aan het front. Grote aantallen zieke soldaten lagen samen in te kleine zalen. De besmetting gebeurde er zo vaak razendsnel.

De Spaanse griep heeft in België niet de aandacht gekregen die haar toekomt, grotendeels door de bijzondere situatie waarin het land zich bevond. Hier werd een eerste aanzet gegeven. Want uit de onderschatting en onderbelichting van de Spaanse griep in België kunnen wel degelijk lessen getrokken worden.

Laurine Hendrickx

Download scriptie (1.12 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Prof. Dr. Marnix Beyen