Meertaligheid is een gave. Het moet alleen goed ingezet worden.

Lynn
Suy
  • Julie
    Van Goylen

 

We kennen allemaal wel een klagende leerkracht die een boom opzet over het niveau van het Nederlands van de jeugd van tegenwoordig. Sommige leerkrachten hebben niet altijd het besef dat er ex-OKAN-leerlingen in hun les aanwezig zijn.

De anderstalige nieuwkomer heeft vaak te weinig bagage om na een jaar al in te stromen in het regulier secundair onderwijs. De leerkrachten van niet-taalvakken uit het secundair onderwijs hebben mogelijk weinig kennis om deze leerlingen m.b.t. taal op te vangen in hun klas. Ook geeft Piet Van Avermaet, hoofddocent taal en diversiteit aan de UGent het volgende aan: ‘Door leerlingen via hun taalniveau te oriënteren, komen velen onder hen niet op hun plaats terecht’. (D'Haene, 2017) Het probleem situeert zich zowel bij leerkrachten van niet-taalvakken als bij de anderstalige nieuwkomers.

Leraren uit het regulier onderwijs hebben vaak niet voldoende tijd om de anderstalige nieuwkomers extra te ondersteunen of vaak zijn ze hier onzeker over.

De anderstalige nieuwkomer is hier alleen maar het slachtoffer van en de gewone leerling bouwt achterstand op als de leerkracht toch de tijd in de anderstalige nieuwkomer wil investeren. Niemand krijgt hierdoor de ondersteuning die hij/zij zouden moeten krijgen.

De stap van OKAN-onderwijs naar regulier onderwijs is groot voor anderstalige nieuwkomers, maar ook voor leerkrachten.

Overbrengen van informatie en kennis is zeer moeilijk in het regulier onderwijs. Dit komt omdat er weinig ruimte is voor differentiatie gedurende de lessen. Staan leerkrachten van niet-taalvakken uit het regulier onderwijs te springen om extra coaching te krijgen wanneer deze niet binnen hun lessenpakket valt? Dat hebben onderzocht.

De praktijk leert dat er bij toeleiding van jongeren naar de bestaande initiatieven en organisaties (sport, cultuur,..) erg veel drempels blijven bestaan en dus niet alleen in het regulier onderwijs. Het probleem treedt op wanneer de anderstalige nieuwkomer vanuit een OKAN-klas naar het regulier onderwijs moet overstappen. In een OKAN-klas krijgen deze leerlingen de ondersteuning die ze nodig hebben, maar in het reguliere onderwijs moeten deze leerlingen meedraaien zoals de rest van de klas. Naast de beperkte schoolse achtergrond en alfabetiseringsgraad zijn er voor deze doelgroep ook op persoonlijk vlak heel wat factoren die het leerproces kunnen bemoeilijken.

Jonge nieuwkomers en hun ouders zien vrijetijdsbesteding vaak niet als prioriteit.

Vanuit een oprechte motivatie en gedrevenheid willen veel jongeren zich vooral focussen op hun studies. Ze zijn te weinig vertrouwd met het gegeven van informele taalverwerking, waardoor ze de kansen die er op dat vlak liggen te weinig (h)erkennen. In een aantal gevallen zijn anderstalige nieuwkomers gewoon nog niet klaar om in een vrijetijdstraject te stappen. De mentale impact van het vluchtverhaal is vaak dermate groot dat het noodzakelijk is om eerst een traject van psychosociale ondersteuning aan te gaan met de jongeren. Er is vaak een te hoge kostprijs van buitenschoolse trajecten en ze moeten binnen hun gezin een ondersteunende rol opnemen, schreef J. Verlinden in Welwijs (Verlinden, 2020). Het artikel ging over het verhogen van maatschappelijke participatie van OKAN-jongeren.

Het blijft een probleem wanneer de anderstalige nieuwkomers moeten instromen in het reguliere onderwijs. Ze hebben nog te weinig kennis van de Nederlandse taal waardoor het voor hen een hele opgave is om volledig mee te zijn.

Het probleem is ontstaan door de grote instroom van anderstalige leerlingen de voorbije jaren, waarbij er lange wachtlijsten zijn ontstaan.

De OKAN-leerling krijgt maximum twee jaar de tijd om zich om te vormen tot een volwaardige reguliere leerling. De ondersteuning van de overheid laat ook te wensen over en hierdoor geraakt de leerkracht van het niet-taalvak gedemotiveerd. Het probleem is nu opnieuw actueel door de oorlog in Oekraïne. Deze leerlingen krijgen, terecht of onterecht, voorrang op de leerlingen die al op de wachtlijst staan. Wie bepaalt deze voorrang en wordt er rekening gehouden met de anderstalige nieuwkomers die al op de wachtlijst stonden?

Door de snelle instroom van anderstalige nieuwkomers in het regulier onderwijs is de leerkracht, ongewild, niet altijd goed voorbereid.

We horen regelmatig: ‘Het niveau van het Nederlands moet in het onderwijs omhoog!’ Julie en Lynn hebben d.m.v. hun onderzoek achterhaald welke ondersteuning er kan geboden worden voor leerkrachten, zonder de groei van leerlingen in het regulier onderwijs in het gedrang te brengen. Uit ons onderzoek is snel gebleken dat de leerkracht geen tijd krijgt of kan maken voor het ondersteunen van een anderstalige nieuwkomer. Dit is voor beide partijen zeer ongunstig. De leerkracht wil tijdens de lessen extra aandacht besteden aan anderstalige nieuwkomers, waardoor de andere leerlingen moeten wachten. Wanneer de leerkracht niet de kans krijgt om deze extra aandacht te geven, bestaat de kans dat anderstalige nieuwkomers de komende lessen niet meer kunnen volgen. Het is in de eerste plaats het belangrijk om als leerkracht van een niet-talig vak inzicht te krijgen in de manier waarop nieuwe taal verworven wordt. Een taal leer je niet op één jaar.

Met de ondersteuningsbundel proberen we zowel de leerkrachten als de leerlingen handvatten aan te bieden door extra aandacht te besteden aan zowel school- als vaktaalwoorden.

De bundel is zo ontwikkeld, dat het gebruiksvriendelijk is voor elke leerkracht. In zeven stappen kan je, het hele jaar door, ermee aan de slag gaan:

  1. De bundel wordt in het begin van het schooljaar door de leerkracht aangemaakt.
  2. Schooltaalwoorden die in alle lessen van belang kunnen zijn, komen in het eerste gedeelte van de bundel aan bod.
  3. Vervolgens verzamelt de vakleerkracht de vaktaalwoorden van het specifieke thema d.m.v. het toegevoegde schema.
  4. De leerling gaat aan de slag met de vaktaalwoorden en hun beschrijvingen en vertaalt deze in zijn/haar moedertaal.
  5. Tijdens de les kan de leerling teruggrijpen naar de vaktaalwoorden van het specifieke thema.
  6. Het voorziene evaluatieformulier is voor beide partijen geschikt om na te gaan of de les al dan niet begrepen is.
  7. De vorige stappen worden in elk thema herhaald, zodat de leerling een uitgebreide verzameling kan aanleggen van vaktaalwoorden.

Onze belangstelling ging uit naar dit thema omdat wij in de praktijk geregeld problemen ondervonden hebben omtrent ondersteuning van ex-OKAN-leerlingen in het reguliere onderwijs. Doel van de bundel is om leerkrachten van niet-taalvakken beter te ondersteunen bij de begeleiding van ex-OKAN-leerlingen tijdens hun lessen.

Download scriptie (3.82 MB)
Universiteit of Hogeschool
AP Hogeschool Antwerpen
Thesis jaar
2023
Promotor(en)
Ann Beine
Thema('s)