No Cameras Please: willen jongeren zichzelf wel online zien staan?

Hanne
Van Meirhaeghe

image 582

Elke ouder kent het wel, het strookje dat wordt meegegeven aan het begin van het schooljaar. “Hierbij geef ik de school wel/niet toestemming om afbeeldingen waar mijn kind op staat te gebruiken.” Menig ouder tekent het strookje zonder meer. Is het flauw dat ik me de vraag stel waarvoor een ouder precies zijn toestemming geeft? Waarvoor zal de school de afbeeldingen van het kind gebruiken? Waar worden de foto’s verspreid? En wat heeft het kind hier zelf in te zeggen?

In haar verkorte educatieve masterproef ging Hanne Van Meirhaeghe (UGent) op zoek naar een antwoord op deze vragen, geleid door de volgende onderzoeksvraag:

“Impliceert het online gebruik van afbeeldingen van leerlingen door scholen een schending van het recht op privacy en gegevensbescherming?”.

 

Juridisch kader

Hoewel privacy vandaag de dag een hot item is, blijkt er nog weinig geschreven te zijn over het gebruik van afbeeldingen van leerlingen door scholen. Tijd om daar verandering in te brengen. Zoals het een goede jurist betaamt, duik ik bij aanvang van mijn onderzoek met mijn neus in de wetboeken. Aan welke wettelijke voorwaarden moeten scholen nu precies voldoen vooraleer zij afbeeldingen van leerlingen rechtmatig mogen gebruiken? Blijkt dat scholen rekening moeten houden met een breed wetgevend kader dat wordt gevormd door het recht op privacy, het recht op gegevensbescherming, het recht op afbeelding én het recht op verspreiding van de afbeelding. Uit al deze wetgeving volgt in essentie dat een school steeds de toestemming moet vragen aan de ouders van een leerling, vooraleer ze foto’s van deze leerling mag maken en verspreiden.

Ook de leerling zelf heeft hier iets in te zeggen wanneer deze oud genoeg is. Zo wordt van een ouder van een 16-jarige verwacht dat deze minstens overleg pleegt met het kind, alvorens bovengenoemde toestemming te geven aan de school. Op te merken valt dat de toestemming steeds specifiek gegeven moet worden voor verschillende soorten van foto’s[1], de verschillende doeleinden waarvoor de foto’s gemaakt worden[2] en voor de verschillende verspreidingsvormen[3]. Het standaardzinnetje uit de inleiding[4] volstaat dus voor alle duidelijkheid niet.

 

Regels als “planlast”

Toch maar eens bekijken of deze wetgeving ook wordt gevolgd in de praktijk. Ik klop aan bij verschillende scholen om na te gaan in welke mate zij al effectief een beleid hebben rond het gebruik van beeldmateriaal van leerlingen. Hierbij bekijk ik ook welke onduidelijkheden in dit kader nog spelen bij scholen en leerlingen. Uit het onderzoek blijkt dat de bevraagde scholen wel proberen om te voldoen aan de wettelijke voorwaarden, maar dat dit in de praktijk toch een opgave blijkt te zijn.

Waar de ene school wel een algemene geïnformeerde toestemming vraagt, maar daarbij geen onderscheid maakt tussen specifieke doeleinden, vraagt de andere school wel een specifieke toestemming maar controleren ze in de praktijk niet of er toestemming is gegeven voor het plaatsen van een foto. “Dit is praktisch niet haalbaar met 1700 leerlingen” stelt één van de bevraagde directieleden, “We begrijpen dat de regels nodig zijn, maar het is toch niet ideaal.” Hoe de toestemmingsvereiste in de praktijk moet worden toegepast, is voor deze scholen aldus niet geheel duidelijk.

 

“Mag ik daar zelf over beslissen?”

Ook bij de bevraagde leerlingen blijken er nog heel wat onduidelijkheden te zijn. In de eerste plaats willen niet alle leerlingen dat de school foto’s van hen online plaatst. Er is voor hen nog altijd een verschil tussen foto’s die ze zelf delen op sociale media en foto’s die de school online verspreidt. Daarnaast geven vele leerlingen ook aan dat ze de controle missen wanneer de school een foto van hen online plaatst. Zo kunnen ze zelf niet nagaan of ze goed op de foto staan en met wie de foto wordt gedeeld. Eén leerlinge geeft hier bijvoorbeeld aan dat ze zelf altijd lang twijfelt vooraleer ze een foto online zet. Over een foto die de school online plaatst heeft ze helemaal geen controle: “de foto’s die school maakt zijn altijd lelijk, mislukt en schaamtelijk”.

Hoewel beide scholen de toestemming vragen voor het gebruik van foto’s via een toestemmingsformulier, geven vele leerlingen aan geen toelichting te hebben gekregen over hun rechten. Vaak hebben ze ook nog nooit over een dergelijke toestemming gesproken met hun ouders. Voor sommige leerlingen is het tot slot ook niet duidelijk of de toestemming nu van hen moet komen of van hun ouders. Hier schort dus duidelijk iets in de communicatie naar de leerlingen toe.

 

Recht op duidelijkheid

Uit het onderzoek blijkt dat scholen en leerlingen nog nood hebben aan enkele verduidelijkingen inzake de toestemmingsvereiste die gepaard gaat met het recht op afbeelding. Daarom worden in het laatste hoofdstuk van de masterproef alvast enkele suggesties gegeven om de leerlingen in de toekomst beter te kunnen informeren. Zo zou elke school een specifieke les rond het recht op afbeelding kunnen inrichten of bij aanvang van het schooljaar een informatieve flyer kunnen uitdelen.

Deze masterproef tracht in elk geval een eerste aanzet te zijn om de onduidelijkheden in de praktijk voor leerlingen en scholen aan te kaarten. Scholen dienen hun beleid aan te passen aan de geldende regelgeving en dienen transparant te zijn over dit beleid naar hun leerlingen toe. Leerlingen voelen zich op heden te weinig geïnformeerd. Ze hebben recht op een eigen mening over het onderwerp, die ook gehoord dient te worden in de school. Enkel op die manier kunnen problemen in deze context in de toekomst worden vermeden.

----

Door: VAN MEIRHAEGHE, H., Online gebruik van afbeeldingen van leerlingen door scholen: schending van het recht op privacy en gegevensbescherming?, onuitg. masterproef Educatieve Master UGent, 2021.

 

Promotor: LIEVENS, E.    -    Copromotor: DECORTE, T.

---

[1]  Portret, groepsfoto, ...

[2]  Reclame, identificatie van de leerling, ...

[3]  Online, in de schoolkrant, ...

[4] “Hierbij geef ik wel / niet de school toestemming om afbeeldingen waar mijn kind op staat te gebruiken”.

Download scriptie (1.69 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2021
Promotor(en)
Eva Lievens en Tom Decorte