Herinneringen aan 1989 over grenzen en generaties heen

Hazel
Waeterschoot

 

Waar was je toen de Muur viel? Het is een vraag die jongeren vandaag weinig zegt. De Val van de Berlijnse Muur in 1989 luidde de overgang van totalitaire regimes in het Oostblok naar democratische samenlevingen in. Twee jaar geleden werd die politieke transitie in heel Oost-Europa uitgebreid herdacht. 1989 was dan alweer dertig jaar gelden. Het onderzoek naar de herinnering en herdenking van 1989 neemt gestaag toe, maar één perspectief blijft daarbij onderbelicht. Namelijk hoe herinneren migranten de politieke transitie van hun thuisland?

Poolse migranten en hun kinderen aan het woord

Binnen Oost-Europa vormt Polen een interessante casus door de controverse over de evenementen die leidden tot het einde van het communistische regime in het land. De perceptie van de vakbond Solidarnosc, de krijgswet van 1981-1983 en de rondetafelgesprekken van 1989 krijgen uiteenlopende connotaties in het publieke debat. In mijn masterproef onderzocht ik de overdracht van herinneringen aan de politieke transitie van Polen bij Poolse migranten en hun kinderen. Ik nam daarvoor tien interviews af met twee generaties Poolse migranten rond Antwerpen. De eerste generatie waren Poolse mensen die tussen 1980 en 1991 besloten hun land te verlaten en zich in België te vestigen. De tweede generatie zijn de kinderen van deze mensen en groeiden in België op. 

In het onderzoek stond niet alleen centraal welke herinneringen worden overgedragen op een volgende generatie, ook op welke manier dit gebeurde en hoe die herinneringen zich verhouden tot de migratie-ervaringen van de respondenten.

Herinneren over generaties heen

Intergenerationele herinneringen, of herinneringen die worden overgedragen over verschillende generatien heen, zijn vooral bestudeerd in de context van de Tweede Wereldoorlog en meer specifiek de Holocaust. Een hele reeks studies gaat na hoe joodse kinderen omgaan met de trauma's van hun ouders.

Over intergenerationele herinneringen aan de politieke transitie van Polen en zelfs meer algemeen het einde van het communistisch bewind, bestaat veel minder aandacht. Door stil te staan bij de vraag hoe twee generaties met het recente Poolse verleden omgaan, kan dit onderzoek nuance brengen in het Poolse discours en binnen België een stem geven aan een herinneringscultuur die weinig aandacht krijgt.

Een kritische en nostalgische terugblik

De respondenten van de eerste generatie ervaren de transitie in Polen en hun migratie op uiteenlopende manieren. Ook bij de tweede generatie leven positieve en negatieve ervaringen leven naast elkaar over dezelfde evenementen. De respondenten benaderen het communistische verleden en hun migratie-ervaringen met een kritische en nostalgische blik. Leeftijd en attitude tegenover het communisme bepalen mee de herinneringen aan 1989. Ondanks de onderlinge verschillen tussen respondenten vallen een aantal tendensen op in de overlevering van herinneringen die overeenkomen met de theorievorming over intergenerationele herinneringen.

Intergenerationele herinneringen in een dagelijkse interactie

In eerste plaats zijn de intergenerationele herinneringen aan de Poolse politieke transitie in essentie communicatief bij de respondenten van de studie. Zoals Jan Assmann stelt, creëren een dagelijkse communicatie en sociale interactie de ruimte om over het verleden te spreken. Ouders en bij uitbreiding familieleden spelen een cruciale rol als doorgeefluik van herinneringen. Familiebanden kunnen de overdracht in positieve en negatieve zin beïnvloeden. Foto’s, maar ook familiebijeenkomsten, nieuwsberichten en geschiedenislessen kunnen aanleiding geven om te praten over het verleden. Individuele herinneringen worden vermengd met verhalen van ouders, familieleden, vrienden en andere bronnen, zoals boeken, films en geschiedenislessen. Het zijn de verschillende sociale kaders van Maurice Halbwachs die in de familiecontext op een dagelijkse manier in interactie treden.

Naast een uitgesproken sociaal karakter hebben communicatieve herinneringen een beperkte termijn. Zo blijkt dat al in de tweede generatie nuance en details verloren kunnen gaan. De respondenten van de tweede generatie zijn op de hoogte van de grote lijnen van de verhalen van hun ouders, maar een bredere context of chronologische lijn ontbreekt in de meeste gevallen. Het moment van migratie van hun ouders is het regelmatig het enige referentiepunt om herinneringen aan de politieke transitie op te hangen.

 

Overlevering van het verleden of heden?

In de tweede plaats speelt het heden een belangrijke rol in de transmissie. Zoals Harald Welzer stelt, krijgt het heden een cruciaal belang in de overdracht van herinneringen in familiecontext. Daarnaast brengt migratie een dialoog tussen heden en verleden op gang. In het proces van her-vertellen worden herinneringen aangepast aan de huidige leefwereld. Migratie-ervaringen kunnen de overdracht van herinneringen bemoeilijken, want het verschil van leefwereld tussen ouders en  kinderen is groter. Zo kunnen kinderen de ervaringen van hun ouders niet helemaal vatten of niet meegaan in de emoties die hun ouders aan herinneringen koppelen. Toch halen slechts enkele respondenten dit aan.

Een selectiviteit in herinneringen is bij beide generaties te bemerken. Kinderen gaan de positieve aspecten van de migratie en ervaringen van hun ouders uitlichten. Ouders zijn zelf genuanceerder. Een lichte romantisering komt naar boven bij sommige respondenten van de tweede generatie. Daarnaast is er bij beide generaties een tendens om te focussen op herinneringen aan het dagelijkse leven en niet op politieke thema’s. Die tendens is nog meer uitgesproken bij de tweede generatie. Het heden biedt een referentiekader om naar het verleden te kijken. Actuele gebeurtenissen zoals de coronamaatregelen bieden momenten om vergelijkingen te maken en over het verleden te praten. Met vergelijkingen worden de ervaringen van ouders meer begrijpelijk voor hun kinderen.

Herinnering en migratie

Ten derde blijkt het belang van mobiliteit in de verhalen van de respondenten. Migratie-ervaringen brengen mobiliteit meer naar de voorgrond bij beide generaties. Mobiliteit komt op verschillende manieren in de interviews terug. In de eerste plaats zijn de respondenten van de eerste generatie gemigreerd. Die migratie-ervaringen werden doorgegeven aan hun kinderen. Daarnaast krijgt de vrijheid voor reizen een grote aandacht in de verhalen van de respondenten als een gemis onder het communisme en een verademing na 1989. Verschillende respondenten van de eerste en tweede generatie noemen de herwonnen van vrijheid van reizen als de belangrijkste ontwikkeling van de transitie op hun persoonlijke leven. Daarnaast hebben reizen naar Polen een effect op de overdracht. Het land bezoeken, geschiedenis opsnuiven, gesprekken met familieleden, het zijn momenten die aanleiding kunnen geven tot gesprekken over het verleden.

Download scriptie (941.66 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2021
Promotor(en)
prof. dr. Berber Bevernage
Thema('s)