De groep migranten die door iedereen gegeerd wordt

Claire
Nardon

Het klinkt inmiddels als een kapotte grammofoonplaat: duizenden migranten vinden hun weg naar onze contreien en komen aan onze deuren aankloppen. Niet iedereen is opgezet met deze grote toestroom. Toch bestaat er wel degelijk een zeer gegeerde groep migranten waar alle landen om wedijveren: de hoogopgeleide arbeidsmigranten. Ze trekken naar landen zoals Canada, Australië, … maar niet naar België.

Aandeel hooggeschoolde arbeidsmigranten in Australië, Canada en België.

Figuur: Aandeel hooggeschoolde arbeidsmigranten in Australië, Canada en België.

Technologische innovatie en globalisering, het klinkt als muziek in de oren. Maar voeg daar een vergrijzende bevolking aan toe en je kampt al snel met een tekort aan hooggeschoolden. Tot dat besef zijn ook de landen gekomen die een groeiende economie nastreven. Om die reden hebben Canada en Australië een systeem ontwikkeld dat hen in staat stelt om zelf migranten te selecteren in functie van de noden op de arbeidsmarkt: een puntensysteem. Hun systeem kan op veel belangstelling rekenen en inspireert andere ontwikkelde landen zelfs tot navolging. Landen met een puntensysteem blijken namelijk anderhalve keer zoveel hooggeschoolde immigranten aan te trekken als landen met een ander systeem. België daarentegen trekt voornamelijk laaggeschoolde (niet-EU-)migranten aan, waarvan het merendeel zich om familieredenen in ons land komt vestigen. Bij economische migranten prijkt ons land blijkbaar niet zo hoog op de bestemmingslijst. Zou België dan ook best zijn migratiebeleid over een andere boeg gooien?   

Het belang van hooggeschoolden

Landen proberen niet voor niets hun migratiebeleid aantrekkelijker te maken voor hooggeschoolde migranten. Dankzij hun menselijk kapitaal (de menselijke vaardigheden die worden verworven door opleiding en training) dragen hooggeschoolde migranten namelijk bij tot een betere economie in het gastland. Bovendien zouden ze zich makkelijker integreren op de arbeidsmarkt. Hierdoor oefenen ze minder druk uit op de sociale zekerheid van het gastland, in tegenstelling tot niet-economische immigranten (zij die het land binnenkomen als vluchtelingen of via gezinshereniging). Vanwege de fiscale bijdrage van hooggeschoolde immigranten staat de lokale bevolking daarom vaak positiever tegenover hooggeschoolde dan laaggeschoolde immigranten.

Het puntensysteem in een notendop

Een puntensysteem, zoals terug te vinden in Canada en Australië, kent punten toe aan economische migranten op basis van vooraf bepaalde criteria. Immigranten worden doorgaans beoordeeld op taalvaardigheid, leeftijd, opleiding, werkervaring en specifieke vaardigheden. De lijst wordt vervolgens aangevuld met bijkomende criteria zoals aanpassingsvermogen (dankzij familie in het gastland bijvoorbeeld) of reeds een jobaanbieding hebben bij aankomst. Om in aanmerking te komen en ervoor te zorgen dat hun aanvraag tot verblijf overwogen wordt, moeten immigranten een minimumscore behalen. De gelukkigen komen in een verzamel-pool terecht, waar ze volgens hun behaalde score gerangschikt worden en geselecteerd kunnen worden door geïnteresseerde werkgevers.

Canada en Australië krijgen veel lof vanwege hun puntensystemen en slagen erin om hooggeschoolde migranten in groten getale aan te trekken. Bij een diepgaandere analyse wordt echter duidelijk dat beide landen toch overstappen naar een combinatie van puntensysteem en vraaggestuurd model, het model dat nota bene België hanteert.

Het vraaggestuurd migratiemodel in een notendop

Bij een vraaggestuurd migratiemodel geeft de werkgever aan welke specifieke vaardigheden hij bij een kandidaat-werknemer zoekt. Van de immigrant wordt verwacht dat hij al werk heeft bij aankomst en over expliciete minimumvaardigheden beschikt. De werkgever staat hier met andere woorden centraal in de selectieprocedure en de migrant kan onmiddellijk tewerkgesteld worden voor een specifieke job.

België hinkt volledig achterop in de bikkelharde wereldwijde wedloop om hooggeschoolde arbeidsmigranten. Ons land mag dan wel een vraaggestuurd model hanteren en de toegang voor hooggeschoolde niet-EU-burgers versoepelen dankzij minder administratieve hordes, we voorzien geen specifiek beleid om hooggeschoolden aan te trekken. Ook de Europese blauwe kaart die Europa in 2009 introduceerde om de toegang voor hooggeschoolde niet-EU-burgers binnen de Europese Unie te vergemakkelijken, slaat niet erg aan. Tijd voor verandering?

Nieuw recept voor België

Australië en Canada tonen aan dat een combinatie van puntensysteem en vraaggestuurd model de beste resultaten oplevert. Zowel de overheid, die beslist over de toelatingscriteria en de toegekende punten, als de werkgever worden met andere woorden het best betrokken bij de selectieprocedure. België zou dus gebaat kunnen zijn met een eigen combinatie.

Binnen dit kader blijft het zeker aangewezen om een tijdelijk verblijf toe te kennen aan hooggeschoolden, zoals nu het geval is. Om hun menselijk kapitaal in het land te houden, is het echter in het belang van België om deze groep ook perspectief te bieden op een permanent verblijf. Dit is zeker belangrijk ten aanzien van internationale studenten, voor wie België momenteel geen al te aantrekkelijke bestemming blijkt te zijn. Tot op heden biedt ons land hen niet de mogelijkheid om na hun studies langer in België te verblijven en op zoek te gaan naar werk. Verder staat de gebrekkige erkenning van buitenlandse diploma’s een goede arbeidsmarktintegratie in de weg: de meerderheid van de hooggeschoolde immigranten zou een te hoge opleiding genoten hebben voor de job die ze uitoefenen. Een ontoereikende talenkennis speelt hierbij een belangrijke rol. Zelfs in Australië en Canada, waar veel migranten met het Engels als lingua franca terechtkunnen, blijft taalvaardigheid een ernstig struikelblok. Het is in België dan ook des te belangrijker om blijvend in te zetten op talenkennis in een van de landstalen.

Of deze maatregelen volstaan om het succesverhaal van Australië en Canada te evenaren? Dat zal moeten blijken uit een regelmatige evaluatie van het beleid. Mogelijk moet er nog aan andere factoren gesleuteld worden. Alles bij het oude laten lijkt in ieder geval geen recept voor succes.

Download scriptie (824.38 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Prof. Dr. Dirk De Bièvre