Op zoek naar gendervariatie in Vlaamse Gebarentaal

Kristy
Jonckers

MENEER of MENEER?

Gendervariatie in Vlaamse Gebarentaal

Mannen en vrouwen spreken niet op dezelfde manier, zelfs al spreken ze dezelfde taal. Ze hanteren een andere stijl en ook de woordenschat verschilt. Dit is ook zo voor Vlaamse Gebarentaal, de visueel-gestuele taal van de Vlaamse Dovengemeenschap. In haar onderzoek ‘Op zoek naar gendervariatie in Vlaamse Gebarentaal’ bestudeert Kristy Jonckers, de mogelijke lexicale verschillen in het taalgebruik van Dove mannen en vrouwen. Zij toont aan dat mannen en vrouwen nog niet zo heel lang geleden wel degelijk verschillende gebaren voor dezelfde concepten gebruikten, maar dat de ‘vrouwengebaren’ zijn uitgedoofd.

(afbeelding 1)

Variatie

Dit pioniersonderzoek, uitgevoerd in het kader van de opleiding Master Tolken aan Thomas More Antwerpen situeert zich binnen de sociolinguïstiek en meer specifiek binnen de variatiestudies. Er bestaan talloze vormen van variatie. In de sociolinguïstiek wordt er onder meer gelet op externe factoren die leiden tot variatie; zoals regio, leeftijd, talige achtergrond en gender.

Gendervariatie

Bovenvermeld onderzoek focust op gendervariatie in Vlaamse Gebarentaal (VGT). Maar wat is gendervariatie eigenlijk? Met gendervariatie worden hier de verschillen tussen mannen en vrouwen wat betreft taalgebruik bedoeld. Er wordt bijvoorbeeld wel eens gezegd dat vrouwen een ‘zachtere’ taal hanteren dan mannen en dat ze meer zogenaamde terugkoppelingselementen gebruiken, zoals ‘hm’ en ‘ahzo’. Een ander bekend voorbeeld: in het gesproken Engels gebruiken vrouwen meer de volledige ‘-ing’ vorm (working), terwijl mannen die vaker inkorten tot ‘-in’ (workin’). Bij dit laatste voorbeeld is er sprake van variatie binnen een woord. Maar ook op het niveau van woordkeuze en grammatica zijn er verschillen tussen mannen en vrouwen. Deze eerste studie naar gendervariatie in VGT focust op variatie in het lexicon of de ‘gebarenschat’. In Ierse Gebarentaal bijvoorbeeld, een taal die een sterke gendervariatie kent, gebruiken mannen en vrouwen andere gebaren voor ‘melk’.

Gendervariatie in Vlaamse Gebarentaal

Waar komt die gendervariatie in gebarentalen vandaan? Onderwijs en de Dovenscholen spelen in de Dovengemeenschap een grote rol en zeker ook wanneer het gaat om het ‘doorgeven’ van de gebarentaal van generatie op generatie. De meeste dove kinderen worden immers geboren in een horend gezin, bij ouders die (nog) geen gebarentaal kennen. De school was dan ook de plaats waar gebarentaal werd geleerd. Niet in de klas, want het onderwijs was vroeger vaak ‘oraal’ en gericht op leren spreken en spraakafzien (liplezen), maar wel op de speelplaats en in de slaapzalen van het internaat.

Net zoals bij Ierse Gebarentaal is bij Vlaamse Gebarentaal het gescheiden onderwijs van Dove jongens en meisjes de belangrijkste oorzaak van het bestaan van gendervariatie. Jongens en meisjes zaten vroeger immers in aparte scholen of afdelingen en hadden weinig tot geen contact met elkaar. Dat wordt ook duidelijk uit het volgende citaat uit het boek ‘De dove persoon, zijn gebarentaal en het dovenonderwijs’ van Maurice Buyens: “Tijdens zijn directeurschap hanteerde kanunnik Naeghels een bijzonder strenge tucht. De scheiding van diverse groepen – de scheiding van jongens en meisjes in het bijzonder – maakte voorwerp uit van constante zorg.” Het onderzoek zelf bevestigt dat eveneens: “Er was weinig contact met de jongens. Ook in de kerk zaten jongens en meisjes apart.”

Zulke strenge scheiding leidt vrijwel automatisch tot verschillen in taal. Dove jongens en meisjes ontwikkelden in de scholen hun eigen gebaren. Maar ondanks deze verschillen waren er geen communicatieproblemen. Zowel de jongens als de meisjes pasten zich aan. Elkaar begrijpen was het belangrijkst; welke gebaren er werden gebruikt, kwam op de tweede plaats.

In de vuilbak

Aan de hand van een focusgroepsgesprek met acht Dove vrouwen en een controle-interview met één Doof echtpaar werd ingezoomd op gendervariatie in Vlaamse Gebarentaal. Al snel werd duidelijk dat Vlaamse Gebarentaal wel degelijk gendervariatie kende, maar dat er van die variatie nu weinig tot geen sprake meer is. De Dove vrouwen hebben zich immers na hun schooltijd aangepast aan hun man en hebben zo, vrijwel automatisch, de mannengebaren overgenomen. Om het in de woorden – of gebaren – van één van de informanten te zeggen: “We hebben onze vrouwengebaren in de vuilbak gegooid.” Redenen die de vrouwen daarvoor aandroegen, waren het feit dat de jongens een rijker lexicon hadden en de hogere status van de man in die tijd.

Tijdens het focusgroepsgesprek kwamen gelukkig wel voorbeelden bovendrijven van de oude vrouwengebaren. Bijvoorbeeld het gebaar voor ‘meneer’ dat niet door de jongens gebruikt werd.

(afbeelding 2)

De verzamelde vrouwengebaren werden in acht verschillende categorieën onderverdeeld: adjectieven, cijfers, eten, gebaren met verplichte orale component, kleuren, personen, tijd en overige. Ondanks het feit dat er zoveel vrouwengebaren zijn verdwenen, werden er uiteindelijk toch 81 voorbeelden gevonden.

Het tweede deel van het onderzoek, het controle-interview, bracht nog meer verheldering. Eerst en vooral bleek dat 15 van de 81 gebaren geen specifieke vrouwengebaren (meer) waren. Het zijn gebaren die de mannelijke informant ook gebruikte of nog steeds gebruikt. Wat ook opviel, was hoeveel vrouwengebaren de man begreep: 70 van de 81 (86%).

Zoals hierboven al gezegd, werd in het focusgroepsgesprek vastgesteld dat de vrouwengebaren vrijwel volledig verdwenen zijn. Toch werden enkele voorbeelden van vrouwengebaren uit het onderzoek, zoals het gebaar voor ‘citroen’, teruggevonden in het online woordenboek Vlaamse Gebarentaal (http://gebaren.ugent.be/). Blijkbaar liggen dan toch niet alle vrouwengebaren ‘in de vuilbak’, wat de onderzoekster een fijne vaststelling vond.

De belangrijkste oorzaak van gendervariatie in Vlaamse Gebarentaal is het feit dat Dove jongens en meisjes vroeger gescheiden zaten in onderwijs. Daardoor zijn er ook aparte gebarenvarianten ontstaan. Maar ondanks die verschillen ondervonden de jongens en meisjes toch geen communicatieproblemen. Omdat de vrouwen zich hebben aangepast aan hun man is er de dag van vandaag geen sprake meer van vrouwengebaren. Er zijn nog wel enkele sporen van terug te vinden in het hedendaagse lexicon, maar over het algemeen kunnen we stellen dat gendervariatie in Vlaamse Gebarentaal verdwenen is.

Download scriptie (4.51 MB)
Universiteit of Hogeschool
Thomas More Hogeschool
Thesis jaar
2013