Multidisciplinair overleg in oncologie. Kan het beter?

Eline
Coorman

 

Kankerzorg wordt multidisciplinair benaderd om de patiënt een zo optimaal mogelijke behandeling te kunnen aanbieden.Door middel van casestudy onderzoek wordt de huidige werking van multidisciplinair oncologisch overleg in kaart gebracht. Bijkomend wordt nagegaan of er componenten zijn die kunnen verbeterd worden. 

 

  1. Inleiding

 

Kankerzorg is een complex proces waarbij veel verschillende disciplines en instellingen betrokken zijn. Samenwerken is één van de belangrijkste aspecten binnen dit vakgebied. Om al deze actoren samen te brengen en op een constructieve manier het behandelplan voor de patiënt uit te werken met als hoofddoel een betere, meer gestructureerde samenwerking, communicatie, organisatie en bijgevolg een beter resultaat te waarborgen voor de patiënt, werden multidisciplinaire teams (MDT’s) in het leven geroepen (Fleissig, Jenkins, & Catt et al., 2006).

 

  1. Literatuurstudie

 

Voor het literatuuronderzoek worden verschillende databases geraadpleegd. In Pubmed, Web Of Science, Embase en Researchgate wordt een beknopte zoekterm op basis van de PICO-methode aangewend. De financiële aspecten worden buiten beschouwing gelaten. Op basis van exclusiecriteria worden geselecteerde bronnen onderworpen aan een kwaliteitsevaluatie alvorens te worden opgenomen in de studie. 

 

  1. Het multidisciplinair team

 

De leden van een multidisciplinair oncologisch team alsook de mogelijkheid tot het bijwonen van een Multidisciplinair Oncologisch Consult (MOC) worden beschreven. Onevenwichtige teamdynamiek of gebrek aan correct leiderschap kunnen nadelige gevolgen hebben voor de patiënt. Training zorgt voor betere samenwerking, kennis en verhoogt de kans op het rekruteren van patiënten voor klinische studies (El Saghir et al., 2014; Fleissig et al., 2006; Hahlweg et al., 2017; Lamb et al., 2011a-2011b-2012; Pype et al., 2017; Rankin et al., 2017; Tardieu et al., 2012; Vrijens et al., 2015).

 

  1. Infrastructuur en technologie

 

De invloed van ontoereikendeinfrastructuur of technologie zoals onaangepaste software of het gebrek aan toegang tot informatie op eHealthplatformen (zoals CoZo) voor het uitwisselen van medische gegevens is een uitermate beperkende factor voor efficiënt overleg (Pype et al., 2017; Vrijens et al., 2015). Het elektronische patiëntendossier (EPD) is eveneens een belangrijke factor voor optimale communicatie, samenwerking en het juist informeren van de collega’s alsook de patiënt (Kane, O’Byrne & Luz ,2010; Tardieu et al., 2012). Daarnaast wordt telegeneeskunde zoals video-conferenties en virtuele MDT’s (vMDT’s) aangehaald als antwoord op mogelijke organisatorische problemen voor een MOC (El Saghir et al., 2014; Fleissig et al., 2006; Munro & Swartzman, 2013; Ottevanger et al., 2013; Pype et al., 2017; Vrijens et al., 2015; Walsh et al., 2010).

 

  1. Organisatie en logistiek

 

Het niet hebben van gewaarborgde tijd voor de voorbereiding is één van de factoren die een efficiënte werking van MOC’s belemmert (Rankin et al., 2017; Vrijens et al., 2015).Storende elementen zoals het rinkelen van een telefoon en het gebrek aan beschikbaarheid van informatie voor aanvang en tijdens het overleg zijn indicatoren van inefficiëntie(Lamb et al., 2011a; Ottevanger et al., 2013; van Drielen et al., 2012; Vrijens et al., 2015).

 

  1. Evaluatie-instrumenten en beleid

 

In de literatuur worden heel wat evaluatie-instrumenten gevonden die de werking van een MOC kunnen beoordelen. Voldoende ondersteuning vanuit het beleid is belangrijk om kwaliteitsvolle zorgverlening te kunnen garanderen. De onderzoeksvraag die uit de literatuurstudie naar voor komt luidt: hoe kan de werking van MOC’s geoptimaliseerd worden? 

 

  1. Methode

 

Het onderzoek wordt uitgevoerd bij de twee tumorgroepen endocrinologie en bot- en wekedelentumoren in het UZ Gent. Door data-triangulatie bestaand uit observaties, interviews en documentatiestudie wordt de huidige werking van deze twee MOC’s in kaart gebracht. Er wordt ook gebruik gemaakt van bestaande, gevalideerde observatie-instrumenten. Voor de data-codering wordt Nvivo 11 gebruikt. Data-analyse gebeurt door het vergelijken van de gecodeerde data met elementen van The Characteristics of an Effective Multidisciplinary Team (MDT)(NCAT, 2010) en de kwaliteitscriteria voor de karakteristieken van effectieve MDT-werking (Taylor et al., 2012b). 

 

  1. Resultaten

Afbeelding 1: quotes van participanten betreffende storende elementen tijdens het MOC

 

Beide teams bestaan uit ongeveer veertien participanten uit verschillende disciplines. Niet iedereen komt op tijd. Het voorzitterschap wordt opgenomen door een orthopedisch chirurg of een endocrinoloog. Beide voorzitters bezitten de nodige vaardigheden voor het efficiënt leiden van een overleg. Deze capaciteiten worden door beiden onvoldoende aangewend. De teamdynamiek zit goed. Meningsverschillen betreffende de patiëntenworden uitgesproken, ongenoegen betreffende de collega’s niet (zie afbeelding 1).

Het delen van kennis en ‘best practices’ komt regelmatig aan bod. De huidige infrastructuur laat niet toe dat verschillende vormen van informatie op eenzelfde moment naast elkaar kunnen worden bestudeerd. Telegeneeskunde wordt niet gebruikt. De informatie-uitwisseling verloopt niet optimaal. De privacy van de patiënten wordt gewaarborgd. De voorbereiding van het MOC gebeurt onvoldoende grondig. Het MOC endocrinologie duurt gemiddeld 30 minuten en verloopt gestructureerder dan het andere MOC dat uren duurt. In beide MOC’s zijn veel storende elementen aanwezig. Er is vooral een gebrek aan tijd en middelen. Beide MOC’s voldoen aan de wettelijke voorwaarden voor een MOC.

 

  1. Discussie

 

Mogelijke aanbevelingen voor de tumorgroep bot- en wekedelentumoren zijn het gebruik van een beter aangepast overleglokaal en een grondigere voorbereiding door alle disciplines. Voor beide MOC’s is het strenger optreden van de voorzitter tegen storende factoren een belangrijke aanbeveling voor het efficiënter verloop van het overleg.  Het gebrek aan Belgische literatuur en de beperkte tijd waarin deze studie tot stand werd gebracht vormen beiden een belangrijke limitatie. 

 

  1. Toekomstig onderzoek en implicaties voor de management en/of beleidspraktijk

 

Het opstellen van nationale en internationale indicatoren voor de werking van MOC’s kan een belangrijke maatstaf vormen voor benchmarking. Dit kan eveneens betere communicatie, informatie-uitwisseling en een meer gestructureerde, gestandaardiseerde manier van werken teweegbrengen. Voor het opstellen van standaarden moet de huidige manier van werken op grote schaal in kaart gebracht worden.De mogelijke oplossingen/verbeteringen die voorhanden zijn, maar (nog) nietgeïmplementeerd werden, zouden eveneens verder moeten worden onderzocht.

 

  1. Conclusie

 

De huidige gezondheidszorg is niet aangepast aan het snel veranderende zorglandschap. Het gebrek aan tijd en middelen, vooral personeel, voor de voorbereiding van het MOC moet zeker verder onderzocht worden zodat, indien dat financieel mogelijk is, daar meer ondersteuning voor kan geboden worden. Het grootschalig onderzoeken van dit onderwerp kan zorgen voor beleidsaanpassingen op nationaal vlak. Een meer uniforme manier van werken kan zorgen voor betere informatie-doorstroming, samenwerking en minder concurrentie tussen de verschillende zorginstellingen in België. 

Download scriptie (9.85 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
De Regge Melissa
Kernwoorden