Osteogenesis Imperfecta: meer dan alleen collageen

Michaël
Vanden Bulcke

Op zoek naar de oorzaak van de broze bottenziekte

Toen de film ‘Unbreakable’ in de zalen kwam, had niemand verwacht dat hij zo succesvol ging zijn. Nu, vele jaren later, hebben reeds miljoenen mensen deze thriller gezien. Wat echter weinigen weten is dat de slechterik van dienst, gespeeld door Samuel L. Jackson, lijdt aan een zeldzame genetische aandoening genaamd Osteogenesis Imperfecta of kortweg OI.  Recent is er een enorme vooruitgang geboekt in het onderzoek naar de oorzaak van deze ziekte. Toch blijft een deel van het mysterie rond haar ontstaanmechanisme onopgehelderd;

OI is beter gekend  als ‘de broze bottenziekte’, een erfelijke ziekte waarbij de patiënten zeer makkelijk hun botten breken bij een val of zelf spontaan. Het probleem bij OI ligt in de aanmaak van de botmatrix, oftewel de kleefstof die onze beenderen samenhoudt. Indien het collageeneiwit, het hoofdbestanddeel van deze kleefstof, niet correct wordt aangemaakt of gewoonweg niet wordt aangemaakt, kan de botmatrix geen stevigheid bieden en krijgen we fragiele botten. Deze ziekte komt gelukkig maar zelden voor. Men schat dat ongeveer 1 op 50000 mensen aan één of andere vorm van deze aandoening lijdt. Het is een erfelijke aandoening die zich situeert op niveau van de genen. Genen zijn grote of kleine stukjes DNA die ervoor zorgen dat onze cellen eiwitten kunnen aanmaken. Eiwitten zijn de werkkrachten van de natuur. Ze zijn betrokken bij alle functies en onderdelen van het menselijke lichaam. Als er eentje niet naar behoren werkt, zorgt dit meestal voor problemen.

Lange tijd werd gedacht dat de enige mogelijke oorzaak van OI een slecht werkend collageen-gen was. Met de komst van moderne technieken kon men het DNA van collageen-genen nagaan op fouten. Men vond in de meerderheid van de OI-patiënten inderdaad fouten in een collageen-gen. Er bleef echter een groep van OI-patiënten over waarbij de collageen-genen perfect normaal waren. Toch vertoonden deze patiënten gelijkaardige kenmerken als  diegenen met fouten in hun collageen-genen. Bijgevolg moest men dus op zoek gaan naar andere oorzaken die konden leiden tot hetzelfde ziektebeeld. In het voorbije decennium is er enorm veel vooruitgang geboekt in het onderzoek naar deze onopgehelderde groep. Men is tot de vaststelling gekomen dat het productieproces van het collageeneiwit een ingewikkelde procedure is waarbij veel andere eiwitten een rol spelen. Indien er fouten zitten in de genen van deze ‘helpereiwitten’, kunnen deze hun functie niet naar behoren uitvoeren en komt de productie van het collageeneiwit in het gedrang.  In de scriptie ‘osteogenesis imperfecta: meer dan alleen collageen’ worden de verschillende helpereiwitten en hun genen beschreven alsook de manier waarop ze bij een genetisch defect aanleiding kunnen geven tot OI.

Echter zelfs met al deze kennis over helpereiwitten, blijft er nog steeds een kleine groep OI patiënten over waarbij men de genetische fout nog niet gevonden heeft. Toekomstig onderzoek zal moeten uitwijzen waar de oorzaak ligt bij deze groep van OI-lijders, wil men op lange termijn deze genetische defecten met specifieke ‘gentherapie’ kunnen behandelen. Voorlopig lijkt deze ziekte haar geheimen nog niet allemaal te willen prijsgeven.

Download scriptie (1.63 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2013
Promotor(en)
Prof. Dr. Anne De Paepe
Thema('s)