Mijn kind heeft een TOS. Wat doen ouders met taal?

Laurian
Hermus

 

Hoe brengen ouders boodschappen over naar hun kind? Hoe leren ouders hun kind kennen? Hoe maken kinderen verlangens duidelijk aan hun ouders?

Communicatie

Door middel van communicatie! Communicatie speelt een belangrijke rol in ieders leven. Maar communicatie is niet altijd even evident. Zo loopt de communicatie tussen ouders en kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) vaak moeizaam. Een kind met een TOS toont minder initiatief, ondervindt moeilijkheden met het uitdrukken van wensen en noden, vangt minder communicatieve signalen op,… Daardoor dreigt de relatie tussen ouders en hun kind gevaar te lopen.

Ouders: het ideale rolmodel

Ouders van kinderen met een TOS ervaren maar al te vaak schuldgevoelens. Ze voelen zich vaak verantwoordelijk voor de diagnose van hun kind. Het ontstaan van een TOS wordt momenteel verklaard vanuit verschillende oorzaken. Wanneer genetische kwetsbaarheid in interactie treedt met belemmerende factoren kan een TOS gediagnosticeerd worden. Onder belemmerende factoren wordt o.a. een arm taalaanbod, een laag geboortegewicht, vroeggeboorte,… verstaan. Met taalaanbod wordt de taal die de directe omgeving aan het kind aanbiedt, bedoeld. Daaruit kan gesteld worden dat ouders een sterke invloed hebben op de taalontwikkeling van hun kind. Jonge kinderen leren voornamelijk taal vanuit sociale interacties in het dagelijks leven bijvoorbeeld eet- en speelmomenten. Ouders zijn het belangrijkste rolmodel voor hun kinderen. Daarom is het belangrijk dat ouders hun taal aanpassen aan het niveau van hun kind. Daardoor wordt ouderbegeleiding steeds belangrijker binnen de logopedische taalinterventie.

Ouderbegeleiding binnen de logopedische taalinterventie

Eerst en vooral moeten logopedisten de cognitieve en emotionele processen van ouders herkennen en erkennen. Met andere woorden het is belangrijk om de schuldgevoelens van ouders bespreekbaar te maken. Daarnaast krijgen  ouders tips en trics aangereikt om beter met hun kind te communiceren.

Ziehier enkele voorbeelden van de adviezen die worden meegegeven: Ouders hebben vaak de neiging om zeer veel vragen te stellen aan hun kind. Maar ouders kunnen hun kind het best volgen. “Volg de interesses van je kind. Wat vindt je kind leuk? Kijk naar je kind! Luister naar je kind! Wacht en geef het initiatief aan je kind. Imiteer wat je kind zegt!” Nadien is het aan de ouder om extra taal toe te voegen. Ouders leren op een effectieve manier communiceren met hun kind. En uiteindelijk vinden logopedisten in ouders een ideale co-therapeut. Ook mag het belang van actief voorlezen aangehaald worden. Voorlezen stimuleert de taalontwikkeling van het kind.

Nood aan een effectief ouderbegeleidingsprogramma

Momenteel zijn er slechts weinig evidence based ouderbegeleidingsprogramma’s voorhanden om te gebruiken tijdens de logopedische interventie. Vanuit de Vereniging voor Logopedisten is er een ouderbegeleidingsprogramma, ‘Hand in Hand’, ontwikkeld om aan die noodzaak te voldoen. Logopedisten stellen zich nu de vraag of het ouderbegeleidingsprogramma ‘Hand in Hand’ effectief en evidence based is. Heeft het ouderbegeleidingsprogramma invloed op het taalaanbod van de ouders, de taaloutput van het kind en de ouder-kind-interacties?

Een observatielijst kan antwoorden bieden op die bedenkingen. Maar het wenselijk beantwoorden van een observatielijst is een valkuil waarmee ouders geconfronteerd kunnen worden. Volgens Balcaen (2010) willen respondenten zich van hun beste kant laten zien. Ze beantwoorden vragen zoals het publiek dat van hen verwacht. Logopedisten moeten daar rekening mee houden in de verdere beoordeling. Ouders bevinden zich nog vaak in een ontkenningsfase en zijn zich niet bewust van het probleem. We kunnen ons dan afvragen of ouders wel de geschikte kandidaten zijn om zulke observatielijsten te beantwoorden. En daarbij komend zijn alle ouders wel even geschikt? Zijn er bepaalde indicatoren die een belangrijke rol spelen?

Om het sociaal wenselijk gedrag tegen te gaan, werden er twee observatielijsten uitgewerkt: een lijst voor ouders en een lijst voor logopedisten. Zowel logopedisten als de ouders zelf kunnen het taalaanbod van de ouders beoordelen.. Met de observatielijsten die ontwikkeld werden in dit bachelorproefproject kan het taalaanbod van de ouders kritisch geëvalueerd worden. De effecten van de ouderbegeleiding kunnen verhelderd worden. Daarom is dit bachelorproefproject belangrijk voor de taalontwikkeling en zelfontplooiing van kinderen met een TOS. Wanneer het ouderbegeleidingsprogramma ‘Hand in hand’ effectief en evidence based blijkt te zijn, kunnen logopedisten ‘Hand in hand’ inzetten tijdens ouderbegeleidingssessies. Het maatschappelijk belang is participatiegericht. Kleuters met een TOS moeten kunnen deelnemen aan het sociale leven. Communicatieve zelfredzaamheid van het kind wordt nagestreefd.

Voor het opstellen van de observatielijsten werden de Lijsten voor Evaluatie van Pragmatische Vaardigheden (Cocquyt, Zink, 2010) uitgediept. De structuur en opbouw van de vragenlijsten werd bestudeerd. De inhoud van de observatievragen is gebaseerd op het ouderbegeleidingsprogramma ‘Hand in hand’. De vragen kennen een vaste structuur en worden beantwoord op basis van een 4-puntenschaal. Met die 4-puntenschaal wordt dan nagegaan of de gedragingen al dan niet aanwezig zijn bij de ouders. Er werden twee observatielijsten met 35 vragen opgesteld, één voor ouders en één voor logopedisten. Eerst kreeg de observatielijst voor logopedisten vorm. Nadien werd die observatielijst aangepast aan het niveau van de ouders. Het taalgebruik werd vereenvoudigd. Op basis van de aangeduide antwoorden kan van beide observatielijsten een kwalitatieve analyse uitgewerkt worden. De resultaten van de logopedist en de resultaten van de ouders kunnen dan achteraf vergeleken en beschreven worden. De observatielijsten werden digitaal  doorgestuurd naar twee experten, Van De Walle, B. en Cocquyt, M. voor een kritische beoordeling.

Besluit

Er kan geconcludeerd worden dat de observatielijst voor logopedisten voldoet aan de  voorwaarden om  het taalaanbod en de interactiestijl van ouders te evalueren. Op basis van die observatielijst kunnen de effecten van  de ouderbegeleiding (‘Hand in hand) op het taalaanbod en de interactiestijl van ouders gemeten worden. De interbeoordelingsbetrouwbaarheid van logopedisten is hoger dan die van ouders.  De professionals doen beroep op hun ervaring en expertise. Wanneer de effecten van het ouderbegeleidingsprogramma ‘Hand in hand’ op  het taalaanbod en de interactiestijl van ouders positief blijken te zijn, kan het programma ingezet worden tijdens ouderbegeleidingssessies. Daardoor kunnen de ouder-kind-interacties versterkt worden. Een aangepast taalaanbod  en een aangepaste interactiestijl van de ouders  stimuleren de taalontwikkeling van het kind. De taaloutput van het kind zal toenemen. Ouders en kinderen gaan als het ware meer en beter communiceren.

 

 

 

Download scriptie (434.32 KB)
Universiteit of Hogeschool
Hogeschool Gent
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Eddy Hoste - Riet Grauwels