Over islampresentatie en moslimidentiteit, de islam door de ogen van allochtone auteurs

Karolien
Delaere

Abstract

De laatste jaren, vooral sinds 9/11, zien we een wildgroei van publicaties verschijnen met ‘de islam’ als centrale thema. Het maatschappelijk intellectueel debat over de islam verloopt niet altijd even eerlijk, even transparant. Verduisterde en dieper gelegen ideologische denkbeelden, wat wij als mechanismen van alterisering aanduiden, worden door de Vlaamse sprekers al dan niet bewust overgenomen, gereproduceerd. De eigen premissen van dichotomie, essentialisme, etnocentrisme... worden zelden aan een kritische bevraging onderworpen.

We richten in deze scriptie de aandacht expliciet op het spreken over de islam. Hierbij vertrekken we van volgende vooronderstellingen met betrekking tot ‘de islam’ in Vlaanderen. We stellen ten eerste vast dat de islam hier is en hier ook zal blijven. Het ‘één volk – één taal – één cultuur’- discours dat de basis van het dichotomistisch denken verstevigt, kan in een neoliberale globaliserende context niet langer verdedigd worden. Ten tweede is het niet zo dat Vlaamse moslims als monolithische en vaste gegevens benaderd kunnen worden. Culturen zijn geen hermetisch, van elkaar afgesloten entiteiten. Moslims zijn onderhevig aan de hen omringende westerse cultuur. In plaats van de voorgestelde cultuurbotsing tussen de islamitische thuiscultuur en de westerse decadentie, constateren we een vermenging van de aanwezige culturen. Vanuit onze westerse superioriteit geven we meer geloofwaardigheid aan zelfverklaarde Vlaamse experts in de islam, dan dat we luisteren naar allochtone woordvoerders die de islam dagelijks beleven.

Met deze scriptie willen we nu net tegemoetkomen aan deze vastgestelde tekortkoming in het Vlaamse intellectuele debat over de islam. Via een analyse van de presentatie van de islam door mensen met ‘moslimwortels’, zullen we trachten een beeld te schetsen van de beleefde islam. Via een kwalitatieve inhoudsanalyse willen we opinieartikelen van Vlaamse auteurs vergelijken met opinieartikelen en boeken van in Vlaanderen wonende mensen uit de moslimgemeenschap. Via deze studie willen we antwoorden vinden op volgende onderzoeksvragen: ‘Welk beeld van ‘de islam’ vinden we terug in de opiniërende artikelen geschreven door enerzijds Vlaamse auteurs en anderzijds Vlaamse auteurs met allochtone wortels?’ en ‘In welke zin gelijken of verschillen deze bestudeerde presentaties van de islam en hoe kunnen we dit verantwoorden?’.

In het zoeken naar antwoorden, gaan we in een eerste deel in op de ‘mechanism of creating otherness’ die we denken in het dominante Vlaamse intellectuele discours over de islam terug te kunnen vinden. Hierbij valt op hoezeer onze kennis over de islam vertekend is. We zien in de Vlaamse media een beeld over de islam verschijnen dat essentialistisch, etnocentrisch, islamo-centrisch (islam als oorzaak voor al het kwade) en dichotomistisch (wij als de goedheid zelf staan tegenover een slechte ‘andere’) is. Het dominante discours over de islam is in essentie een discours-van-het-verschil. De moslim, als alles wat wij niet zijn, blijft doorgaans voorgesteld als fundamentalistisch, autoritair en behept met een barbaarse wilde razernij. Het is moeilijk om het dominante discours te doorprikken, te weerleggen, te bekritiseren juist omwille van het ‘normaliteitstatuut’ van dit discours en de macht die geen andere stemmen tolereert.

De dominante stem in het intellectuele discours over de islam is dus Vlaams, eenzijdig, contextueel onvolledig of onduidelijk, historisch incorrect, ophitsende (foute) associaties en woord- en beeldkeuzes... . In het tweede deel van deze scriptie willen we de schijnwerpers verplaatsen naar de doelgroep zelf, mensen uit de moslimgemeenschap. We willen weten hoe zij het dominante Vlaamse discours over hun religie, de islam, ervaren, beoordelen en proberen te nuanceren of te verwerpen. We stellen vast dat moslims zelf sterk beïnvloed worden door het dominante Vlaamse discours over de islam. De onderzochte auteurs bekritiseren enerzijds de eenzijdigheid van het essentialistisch en etnocentrisch beeld over de islam in het Vlaamse debat, maar anderzijds zitten ze zelf gevangen in het door de macht opgelegd debat. In het opgelegd debat over de islam krijgen moslims enkel spreekrecht wanneer datgene wat ze zeggen past in het groter geheel van het machtsdiscours. Slechts enkele ‘allochtone’ auteurs hekelen deze intersubjectieve begrensdheid in het spreken over de islam, terwijl de meerderheid zich daar niet van bewust is. Daarom vinden we vooral gematigde stemmen terug bij mensen uit de moslimgemeenschap en komen steeds dezelfde onderwerpen aan bod in het debat. Deze thema’s passen binnen de lijnen die uitgezet werden door de macht en zijn zelden vernieuwend. Het dominante Vlaamse discours over de islam wordt vooral vanuit een verdedigingsreflex bevochten door de ‘allochtone’ auteurs, waarbij een andere versie van de islam naar voren wordt geschoven. De premissen van het debat moeten aangepakt worden, om het beeld over de islam van alle westerse valsheden te reinigen.

In het laatste deel van deze scriptie richten we de aandacht specifiek op enkele andere sprekers in het debat. Hier zien we dat ook Vlaamse critici dit dominante Vlaamse discours over de islam willen nuanceren en zo een tegenwicht vormen tegen het gangbare denken over de islam. Ze willen het vijandsbeeld ontzenuwen en de onvermijdelijk ogende confrontatie ‘islam versus Westen’ weerleggen. Hoewel het dominante discours meermaals ten gronde herleid wordt, dienen we toch te besluiten dat de invloed ten aanzien van het grote publiek beperkt blijft. De man in de straat krijgt dagelijks nog een islamo-centrisch, dichotomisch beeld over de islam voorgeschoteld. Enerzijds ligt de oorzaak in de beperkte nuancerende bijdragen (in auteurs, in aantal en in thema’s), anderzijds in de huidige organisatie van het dominante discours in onze gemediatiseerde maatschappij.

Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2007