Hoe ’t Pallieterke een negatief beeld vormde over het verzet na WO II

Amber
Snauwaert

Het Vlaams-nationalistische en satirische weekblad ’t Pallieterke droeg bij aan de naoorlogse negatieve beeldvorming over ‘het verzet’ of ‘de weerstand’ in Vlaanderen. Na de Tweede Wereldoorlog ontstond immers een beeld van verzetslui die septemberweerstanders (‘verzetslui van het laatste uur’, zij verschenen wanneer het Duitse gevaar al geweken was en gedroegen zich als beesten tijdens de repressie. De ‘echte’ verzetslui daarentegen waren gesneuveld tijdens de oorlog en stonden achter verzoening en amnestie, aldus het Vlaams-nationalistische discours), profiteurs, moordenaars, dieven, terroristen, geweldplegers, communistisch, anti-Vlaams en Franstalig waren. ‘t Pallieterke speelde daarin een cruciale rol. Dat blijkt uit onderzoek van masterstudente geschiedenis Amber Snauwaert (UGent).

“Na de hallucinante leugens in Kinderen van de kolonie was het bij de VRT tijd om de oefening over te doen met ditmaal het verzet als lijdend voorwerp. Geen tijd voor verhalen over verzetsdaden. Meer dan drie programma’s heb ik dit amateuristisch gestuntel niet volgehouden.” “Ik noem de programma’s net geen oplichterij omdat de zeven medewerkende dwergen-historici waarschijnlijk eerder dom dan kwaadwillig zijn. Een RUG-wicht stelt dat het verzet “werd in beeld gebracht als zijnde anti-Vlaams, Franstalig, irritante mannetjes”. Dat was geen beeld, dat was de realiteit, want de franskiljons zongen het hoogste lied bij het verzet.”

Deze passages komen uit het tweedelige artikel, geschreven door Jan Neckers, dat bijna een jaar geleden verscheen in het satirische en Vlaamsgezinde extreemrechtse weekblad ’t Pallieterke. Het was een reactie op de documentaireserie Kinderen van het verzet die Canvas precies 75 jaar na de bevrijding in het najaar van 2019 uitzond. Met het initiatief wilden Koen Aerts (UGent), Nico Wouters (CegeSoma) en Geert Clerbout (eindredacteur Canvas) een stem geven aan de familieleden van verzetslui bij wie de nasleep van de Tweede Wereldoorlog nog steeds speelt. De beelden waarmee het verzet geassocieerd werd, zijn namelijk die van de straatrepressie: kaalgeschoren vrouwen, plunderingen, brandstichting, glunderende mannen ernaast… Wat de verzetsdaden inhielden, maakte geen deel uit van de beeldvorming. Voor overgebleven leden van het verzet en hun familieleden is het bijgevolg enorm pijnlijk dat hun kant van het verhaal decennialang gemarginaliseerd en geridiculiseerd werd.

Het controversiële artikel uit ’t Pallieterke sluit nauw aan bij het Vlaamsgezinde stereotiepe beeld van het verzet. Zo impliceert het volledige artikel van Neckers dat de verzetslieden in België anti-Vlaams, Franstalig, communistisch, septemberweerstanders, moordenaars en profiteurs waren die onverantwoord geweld gebruikten. De voormalige programmamaker van de VRT neemt sterk stelling in als hij verder beweert dat op enkele uitzonderingen na de verzetsdaden weinig impact hadden op de strijd tegen de Duitsers.

Het verzet verloor de strijd om herinnering

Hoewel het verzet de oorlog won, verloor het dus de strijd om de herinnering. In tegenstelling tot wat gebeurde in Franstalig België en andere Europese landen moest in Vlaanderen de collectieve herinnering aan het verzet het onderspit delven tegen die aan de collaboratie en de repressie. Na de oorlog maakten Vlaams-nationalistische kringen gebruik van heel wat clichés, veralgemeningen en karikaturen om de weerstand te ridiculiseren en ze drukten zo hun stempel op het Vlaams oorlogsverleden. Er ontstond een beeld van verzetslui die moordenaars en dieven waren.  

’t Pallieterke als beeldvormer…

 Het satirische weekblad ’t Pallieterke speelde daarin een belangrijke rol, aangezien het ideeën over het verleden verspreidde. Het krantje was vanaf zijn ontstaan (17 mei 1945) Vlaamsgezind, sterk katholiek, fel anticommunistisch, antilinks en extreemrechts. Die karakteristieken behield het tot vandaag. Nog in volle repressieperiode ging ’t Pallieterke de bestraffing van collaborateurs fel bekritiseren en zo kregen vrijgelaten ‘zwarten’ met de uitgave van het weekblad voor het eerst weer een stem.

Tot nu was het weekblad nooit het onderwerp geweest van een uitgebreide wetenschappelijke gepubliceerde studie. Masterstudente Amber Snauwaert bracht daar verandering in en onderzocht aan de hand van een discoursanalyse hoe ’t Pallieterke bijdroeg aan de negatieve beeldvorming over het verzet vanaf 1945 tot 2015. Daarbij vroeg ze zich af hoe het krantje sprak over de weerstand en welk beeld het op die manier creëerde.

Onder het motto “wat niet vrolijk gezegd kan worden, is de waarheid niet” gaf het weekblad zijn ongezouten mening over de weerstand. ’t Pallieterke stond bekend om zijn bijtende en hekelende humor en ook het verzet wist niet te ontsnappen aan de spottende, krachtige en gebalde taal. De representatie van het verzet werd een karikatuur en dat had het volgens ‘t Pallieterke aan zichzelf te danken waardoor het weekblad al vanaf het begin zijn aandeel in de negatieve beeldvorming terzijde schoof. Uit de analyse bleek dat ‘t Pallieterke gebruik maakte van categorieën die aansluiten bij het Vlaamsgezinde stereotiepe beeld van het verzet. Die telkens terugkerende categorieën zijn: de voorstelling van verzetslui als haatpredikers/amnestieweigeraars, valse helden, profiteurs, daders, communisten, mensen die Franstalig en anti-Vlaams zijn. Ook de verhalen van verzetslui die ‘altijd’ aan het gerecht wisten te ontsnappen (weerstandamnestie) en de geringe impact van het verzet komen telkens terug.

Met spraakmakende cartoons, satire, stereotypen, gerichte framing en retorische strategieën karikaturiseerde het krantje het verzet. Daarnaast maakte ’t Pallieterke ook systematisch gebruik van overdrijving. Het benadrukte enkel de negatieve elementen van het verzet terwijl het de heldendaden verzweeg of ridiculiseerde. Daarbij liet het weekblad zich vaak verleiden tot ongenuanceerd taalgebruik en veralgemening. “Het verzet” bestond immers niet en bijgevolg hield ’t Pallieterke geen rekening met de diverse verzetsacties en de ideologische verdeeldheid binnen de groep van de ‘witten’. Het beeld van de bezetting werd verzwakt en terwijl het krantje telkens de weerstand als schuldigen aanwees, beeldde het collaborateurs en mensen die de repressie ondergingen uit als slachtoffers. ’t Pallieterke stelde op die manier de weerstand voor vanuit één denkraam, het Vlaams-nationalistische en liet het bredere verhaal weg. Het resultaat was een eenzijdig en karikaturaal beeld van het verzet tijdens WO II dat almaar meer invloed kreeg op de Vlaamsgezinde publieke opinie.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de auteur:

Amber Snauwaert

UGent, Vakgroep geschiedenis, Master geschiedenis

amber.snauwaert@hotmail.com / 0491 36 27 33

Download scriptie (6.33 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Bruno De Wever
Thema('s)