Paardenstaartjes en plooirokjes: Vlaamse mannen én jongeren staan positief tegenover infantilisering van vrouwen op sociale media

Loes
Rupus

Waaraan denkt u wanneer u zich het volgende inbeeldt: twee paardenstaartjes in het haar, een lolly in de mond, een pluchen konijn onder de arm en een pruillipje? Er zijn twee opties: ofwel denkt u nu aan een sexy TikTok-ster, ofwel heeft u zich een kleuter ingebeeld. Waarom die twee aan elkaar gelinkt zijn? Dat heeft alles te maken met de infantiliserende representatie van volwassen vrouwen die steeds vaker lijkt te circuleren in onze popcultuur, bij uitstek op sociale media. In de sociaalwetenschappelijke studie “Paardenstaartjes en plooirokjes" onderzoekt Loes Rupus (masterstudente journalistiek aan de KU Leuven) wat de Vlaming denkt bij het zien van zulke infantiliserende TikTok-video’s.

Waar kijken we naar?
In een enquête waaraan 211 Vlamingen deelnamen, toont Rupus vijftien video’s waarin volwassen vrouwen kinderachtige kledij dragen (bijvoorbeeld een kruippakje of een romper), een kinderachtige pose aannemen (bijvoorbeeld met de knieën en de tenen naar binnen gedraaid), een kinderlijk attribuut vasthouden (bijvoorbeeld een knuffeldier), een kinderlijk stemmetje opzetten of over de grond kruipen. In enkele van deze video’s krijgen vrouwen ook een klopje op het hoofd of worden ze onder de oksels opgetild door een man. Zonder te weten wat de rode draad ertussen is, beoordelen de 211 respondenten deze video’s: zijn ze 'wijd verspreid’, ‘vermakelijk’, ‘moreel verantwoord’, ‘verwerpelijk’ en/of ‘suggestief ten aanzien van kinderpornografie’? Aan de hand van deze vijf pijlers wordt gemeten wat hun attitude is tegenover infantiliserende content op sociale media.

Wat vinden we hiervan?
De respondentengroep werd zo verzameld dat de resultaten van het onderzoek representatief zouden zijn voor de volwassen Vlaamse bevolking, opgedeeld in zes groepen volgens geslacht (man of vrouw) en leeftijd (18-34 jaar, 35-54 jaar of 55-74 jaar). Wanneer deze zes subgroepen met elkaar vergeleken worden aan de hand van een factoriale ANOVA-toets, valt vooral op dat enerzijds Vlaamse mannen en anderzijds jongvolwassenen (18-34 jaar) een positieve houding hebben tegenover de infantiliserende video’s. Mannen vinden de video’s gemiddeld significant minder wijd verspreid, meer vermakelijk, meer moreel verantwoord, minder verwerpelijk en minder suggestief t.a.v. kinderpornografie dan vrouwen. Ook jongvolwassenen vinden de infantiliserende video's gemiddeld significant meer moreel verantwoord, minder verwerpelijk en minder suggestief t.a.v. kinderpornografie dan respondenten boven 35 jaar.

Hoe verklaren we dit?

Een mogelijke verklaring voor deze verschillen, stelt Rupus in de conclusie van haar onderzoek, is tweeledig. De afwijkende beoordeling van mannen tegenover vrouwen zou erin kunnen liggen dat mannen weinig of niet gevoelig zijn voor de leefwereld van vrouwen en zich moeilijker kunnen identificeren met het vrouwelijke personage in de video’s. Ze zouden niet meteen inzien dat dit soort representaties kwetsend of schadelijk kunnen zijn voor het zelfbeeld van vrouwen. Mannen bekijken de video’s eerder uit een entertainend perspectief.

Jongvolwassenen beoordelen de infantiliserende video’s ook positiever. Dit kan ermee te maken hebben dat ze nu eenmaal opgegroeid zijn in een wereld waarin sociale media alomtegenwoordig zijn. Door frequente blootstelling aan dit soort infantiliserende content zouden ze er ongevoelig voor kunnen zijn geworden; ze zien het als een 'normale' representatie van vrouwen en vrouwelijkheid in de online omgeving. Daarnaast kan affiniteit met of voorkennis over populaire (online) subculturen zoals Manga, waarbij infantilisering van vrouwen in de kern vervat zit, hier zeker toe bijdragen. Ook oppert Rupus dat jongvolwassenen mogelijks geen negatieve connotatie willen geven aan de infantiliserende video's vanuit de post-feministische redenering van female empowerment.

Wat kunnen we doen?
Rupus concludeert dat verder onderzoek nodig is naar deze pistes als verklaring voor de afwijkende beoordeling van mannen en jongvolwassenen. De resultaten van deze studie tonen aan dat jongvolwassenen, maar zeker ook mannen gesensibiliseerd moeten worden over de mogelijks schadelijke impact die infantiliserende representaties kunnen hebben op het welzijn en zelfbeeld van vrouwen. Een samenleving waarin vrouwen met commerciële en entertainende doeleinden geïnfantiliseerd worden, waarin ze cognitief, sociaal en fysiek ondermijnd worden, is een samenleving waarin vrouwen en mannen nog steeds niet op gelijke voet leven. En om een sprongetje te maken naar de actuele popcultuur: het recente succes van de Barbiefilm van regisseur Greta Gerwig, waarin volwassen vrouwen als speelgoedpoppen opgehemeld en tegelijk ook bekritiseerd worden, toont aan dat infantilisering een hot topic is waarover het laatste woord nog niet gezegd is.

 

 

Hieronder ziet u een frameshot van de vijftien video’s die in dit onderzoek werden getoond. Kan u de infantiliserende kenmerken herkennen? (Onder de afbeeldingen leest u de ‘oplossing’ van dit raadsel.)

 

Frameshots van de infantiliserende TikTok-video's die in de enquête worden getoond

Oplossing van links naar rechts, van boven naar onder:

  1. De vrouw wordt afgebeeld als ‘klein en ‘zwak’, ze kan de colafles maar nauwelijks optillen.
  2. De vrouw gaat shoppen in de kinderafdeling van een winkel.
  3. De vrouw draagt een onesie (lijkt op een kruippakje) en kruipt over de grond als een baby.
  4. De man die hier een vrouw speelt, draagt een onesie en praat in kindertaal (“blankie”). Hij zet grote ogen op trekt een pruillipje om ‘onschuldig’ en ‘schattig’ over te komen.
  5. De vrouw houdt gereedschap vast en voelt zich hierdoor ‘sterk’ en ‘machtig’. De man kijkt haar neerbuigend aan.
  6. De vrouw (“girlfriend”) is droevig en om haar te troosten laat haar partner haar kijken naar een kinderprogramma met dansende groenten.
  7. De vrouw draagt twee paardenstaartjes en een kort schoolrokje. Ze knijpt haar ogen toe, draait haar knieën naar binnen en vouwt haar handen in elkaar. Zo probeert ze ‘sexy’ en ‘schattig’ te lijken.
  8. De vrouw is ‘klein’ en daarom ‘hulpeloos’. Haar partner tilt haar op onder de oksels zodat ze hoge plekken in haar huis kan bekijken en bereiken.
  9. De vrouw krijgt van haar partner een doos stoepkrijt om zichzelf mee bezig te houden, terwijl hij werkt aan zijn auto.
  10. De vrouw draait haar tenen en knieën naar binnen om ‘onschuldig’ en ‘schattig’ over te komen.
  11. De vrouw (“girlfriend”) wordt letterlijk voorgesteld als een baby.
  12. De vrouw draagt opvallende blush om roze wangen te krijgen en trekt voortdurend pruillipjes. Ze praat met een kinderstemmetje mee op de audio van de video.
  13. De vrouw ziet dat haar partner zich bezeert tijdens het koken en wordt uit empathie hier erg emotioneel bij. Haar partner geeft haar een ijsje en een klopje op het hoofd om haar te troosten.
  14. De vrouw zet grote ogen op en likt aan een lolly, zoals kinderen dat doen.
  15. De vrouw doet een experiment en gaat na of ze meer fooi krijgt als ober wanneer ze haar haar in paardenstaartjes draagt. Het lijkt te werken en dus raadt ze anderen aan om het ook te proberen.
Download scriptie (5.95 MB)
Genomineerde longlist Scriptieprijs
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2023
Promotor(en)
Anna Kisiel