De financiering van uw zorg in eigen handen?

Linde
Herssens

Foto artikel

Hoe zou u reageren moest u op 85-jarige leeftijd plots zorg nodig hebben, en u krijgt hiervoor zelf het voorziene geld van de overheid in eigen handen. En voila, dan zoekt u het maar uit. Tussen verschillende instanties, zorgverleners en regels,… . Voor sommigen is dit geen probleem, voor anderen wordt het plots op hoge leeftijd zoeken in complexe en snel veranderende wereld. Het is een vraag die we ons in de toekomst mogelijk moeten stellen. Met het decreet Vlaamse Sociale Bescherming die het Vlaamse parlement op 2 mei goedkeurde zijn de eerste stappen gezet naar de persoonsvolgende financiering in de ouderenzorg.

Persoonsvolgende financiering in het buitenland

Bij persoonsvolgende financiering worden de overheidssubsidies voor zorg niet meer rechtstreeks toegekend aan de voorzieningen, maar komt het beheer in handen van de zorgvragers. Hierdoor krijgen ouderen meer keuze en controle over de diensten die hen ondersteunen. Onze buurlanden Nederland, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk hebben al enkele jaren een soortgelijk systeem ingevoerd binnen de zorg. Zij voorzien een budget waarmee ouderen de hulp die ze aan huis krijgen kunnen betalen. Hoewel de systemen per land er verschillend uitzien, toont onderzoek in deze landen overeenkomstige voor- en nadelen. Personen met een budget zijn over het algemeen zeer tevreden over het systeem. Het laat hen toe langer thuis te blijven wonen en de zorg aan te passen aan hun persoonlijke situatie. Bovendien hebben zij het gevoel dat de zorgverleners meer luisteren naar hun wensen en vragen. Naast de positieve kanten van persoonsvolgende financiering, zijn er ook enkele problemen aan te stippen. Het gaat hierbij voornamelijk om bijkomend administratief werk, een extra belasting van de mensen rondom de oudere, problemen bij het plannen en coördineren van de zorg en het vinden van gepaste hulp. Het beheer zorgt er immers voor dat er veel meer verantwoordelijkheid terechtkomt op de schouders van de oudere zelf.

In Vlaanderen

De gevolgen van persoonsvolgende financiering in het buitenland kunnen zich ook voordoen bij de invoering van het systeem in Vlaanderen. Om deze reden werd er een bevraging uitgevoerd bij belangrijke organisaties uit de Vlaamse ouderenzorg.  De meerderheid is te vinden voor een systeem waar er gewerkt wordt met vouchers, waarbij de oudere een zorgticket krijgt dat men kan inruilen bij de door hem gekozen voorziening. Deze manier van werken kan ervoor zorgen dat verschillende nadelen verbonden aan het gebruik van cash budgetten vermeden kunnen worden. Een systeem met een voucher is eenvoudiger, vraagt minder administratief werk en gaat een foutieve besteding tegen. Daartegenover staat wel dat ouderen minder vrijheid hebben in de besteding van het budget. In onze buurlanden kan je met het geld ook bijvoorbeeld de mantelzorgers vergoeden of een persoonlijke assistent inhuren. De bevraagde organisaties in Vlaanderen zijn voorstander van een budget dat enkel aan erkende zorgaanbieders besteed kan worden, omdat er op die manier meer garantie is op de kwaliteit van de zorg.

Gevolgen voor ouderen

De organisaties werden eveneens bevraagd naar hun visie op de gevolgen voor zorgbehoevende ouderen. De meerderheid erkent dat de problemen van het buitenland ook kunnen optreden in Vlaanderen. Door de complexiteit zien we dat zorgvragers in het buitenland soms afgeschrikt zijn om een budget aan te vragen. Als het systeem te ingewikkeld is, bestaat er het risico dat mensen hun rechten gaan mislopen. Daarnaast benadrukt het onderzoek in het buitenland dat zowel organisaties als zorgvragers zelf twijfelen over de competenties om met het budget om te gaan. Ook in Vlaanderen is dit een bezorgdheid: het systeem vraagt dat ouderen hun eigen noden en doelen kunnen formuleren en dat ze de capaciteit hebben om het budget te beheren. Dit is niet altijd het geval, waardoor er moet voorzien worden in voldoende ondersteuning van en informatie voor zorgbehoevende ouderen.

Ondanks de negatieve gevolgen kent het systeem ook positieve punten. Een van de doelstellingen van persoonsvolgende financiering is het creëren van meer keuzevrijheid voor zorgbehoevenden. De organisaties in Vlaanderen verwachten dat persoonsvolgende financiering een hefboom kan zijn tot meer keuzevrijheid, zolang de randvoorwaarden vervuld zijn: het budget moet groot genoeg zijn, de persoon moet in staat zijn om keuzes te maken, er moet voldoende aanbod zijn, er moet begeleiding en ondersteuning voorzien worden en er moet transparantie zijn naar prijzen en aanbod. Daarnaast kan het systeem ervoor zorgen dat de zorg meer aansluit op de persoonlijke situatie van de zorgbehoevende ouderen, bijvoorbeeld door de mogelijkheid voor zorgaanbieders om meer flexibel te zijn in de uren waarop zij zorg kunnen bieden.

Cherry picking

De invoering van persoonsvolgende financiering heeft ook gevolgen voor de organisaties die zorg aanbieden. Voor hen is deze overstap een stap richting onzekerheid, vooral op vlak van financiering. Met het systeem zijn hun inkomsten niet langer gegarandeerd, omdat ze samenhangen met hoeveel mensen zorg nodig hebben. Voorzieningen die hun werking niet gefinancierd krijgen, verdwijnen mogelijk uit het aanbod. Deze onzekerheid is niet alleen nadelig voor de organisatie zelf, maar mogelijk ook voor de ouderen zelf. Er bestaat namelijk het risico dat voorzieningen zich gaan richten naar ouderen met een gunstig profiel, naar de mensen die niet te zwaar zorgbehoevend zijn. Het is belangrijk dat de overheid voldoende ondersteunende maatregelen voorziet om de onzekerheid bij de zorgaanbieders te beperken.

Met lege handen?

Persoonsvolgende financiering is geen wondermiddel. De 85-jarige die zijn zorg gaat inkopen met vouchers moet bij de pinken blijven om te krijgen waar hij recht op heeft. Als het zorgbudget te laag is en het zorgaanbod beperkt, kan hij met lege handen achterblijven. Het is zoals het openbaar vervoer tijdens een staking. Het is niet omdat je een ticketje hebt, dat je gegarandeerd op je bestemming geraakt.

Download scriptie (1.39 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Professor Wouters Edwin