Phonological Awareness & Early Bilingualism

Anneleen
Malesevic

Fonologische bewustzijn en vroege tweetaligheid: een vergelijkende studie van het fonologische bewustzijn bij kinderen uit het reguliere en immersieonderwijs.

Een goed onderwijssysteem hoort representatief te zijn voor alle lagen en facetten van de gemeenschap. Gezien het meertalige en multiculturele klimaat van de hedendaagse maatschappij heeft tweetalig onderwijs de laatste decennia dan ook aan populariteit gewonnen, ook in België. In 1996 zorgde voormalig minister-president Laurette Onkelinx voor ophef met de uitspraak “Tous bilingues en 2001!” waarna ze de oprichting van immersiescholen binnen de Franstalige gemeenschap wettelijk goedkeurde in het decreet van 1998. Ook Vlaanderen heeft recentelijk een decreet doorgevoerd die de inrichting van tweetalige onderwijs vanaf het schooljaar 2014 mogelijk maakt.

De introductie van dergelijk onderwijs binnen het huidige educatieve landschap heeft de interesse in de effecten van tweedetaalverwerving op de cognitieve en linguïstische ontwikkeling exponentieel doen groeien. Om deze reden heb ik ervoor gekozen een steentje bij te dragen aan de bestaande kennis rond de cognitieve en linguïstische effecten van tweetalig onderwijs en tweetaligheid in het algemeen. Ik richt mijn aandacht op een tot nu toe weinig onderzocht en ambigue onderwerp, namelijk de invloed van tweetaligheid op de verwerving van het fonologisch bewustzijn. Vorig onderzoek rond dit onderwerp heeft zeer uiteenlopende resultaten bereikt die geleid hebben tot de bewering dat tweetaligheid op zich geen effect heeft op de ontwikkeling van fonologisch bewustzijn. De verschillen zouden eerder toe te wijzen zijn aan de specifiek beheerste talenkennis.

Het huidige onderzoek neemt de stelling dat tweetaligheid eerder taal specifieke dan wel universele effecten heeft op de ontwikkeling van fonologisch bewustzijn onder de loep door de presentaties van tweetalig Frans-Nederlandssprekende kinderen uit het immersieonderwijs te vergelijken met eentalig Franssprekende kinderen en eentalige Nederlandssprekende kinderen uit het reguliere onderwijs. Ten tweede wordt er nagegaan welke mechanismes een mogelijk differentiële ontwikkeling van fonologisch bewustzijn bij tweetaligen het best verklaren. De literatuur duidt op twee mogelijke oorzaken. Tweetaligen zouden kennis van de ene taal toepassen tijdens het leren van een andere taal. Dit proces wordt binnen taalwetenschap ook wel cross-linguïstische transfer genoemd. Daarnaast is het ook mogelijk dat tweetaligen door hun ervaring met twee taalsystemen zich bewust worden van de verschillen en gelijkenissen die bestaan tussen talen. Hierdoor verwerven ze sneller gemeenschappelijke structuren en ontwikkelen ze sneller het vermogen om op een abstracte manier naar taal te kijken. Dit fenomeen staat ook bekend als structurele gevoeligheid.  

Om het onderzoeksdoel te verwezenlijken werd een testbaterij ontwikkeld die bestaat uit twee fonologisch bewustzijnstesten: (1) een initiële syllabe isolatie taak en (2) een initiële foneem isolatie taak. Deze taken bevatten elk drie reeksen test stimuli: (a) non-woorden met eigenschappen typisch voor het Frans (b) non-woorden met eigenschappen typisch voor het Nederlands en (c) non-woorden met eigenschappen gemeenschappelijk in het Frans en het Nederlands.  Er werd verwacht dat de tweetalige kinderen een beter syllabe bewustzijn zouden ontwikkeld hebben in vergelijking met de Nederlandstalige kinderen alsook een beter onset-rime en foneem bewustzijn in vergelijking met de Franstalige kinderen. Hoewel de resultaten deze hypotheses niet bevestigden, werd er zowel bewijs geleverd voor een differentiële verwerving bij tweetaligen als voor een universeel ontwikkelingsverloop van fonologisch bewustzijn over taalbarrières heen.

Op de eerste plaats vertoonden de eentalig Franssprekende kinderen een hoger niveau van syllabisch bewustzijn in vergelijking met de andere twee groepen, maar uitsluitend voor de typische Franse test items. De foutanalyse gaf vervolgens aan dat het merendeel van de incorrecte antwoorden gegeven door de tweetaligen geïnterpreteerd konden worden als negatieve taaltransfer van het Nederlands naar het Frans. Op grond daarvan werd besloten dat de interactie tussen de twee taalsystemen de verwerving van niet-gedeelde klankstructuren verhinderden. De linguïstische kennis van de tweetaligen bevordert echter tegelijkertijd de verwerving van gedeelde klanken, waardoor de tweetaligen niet slechter presteerden dan de eentalige op de test items die gezamenlijke karakteristieken bevatten. Deze bevinding staaft de hybride hypothese dat het ontwikkelingsverloop van tweetaligen tegelijkertijd tekenen van cross-linguïstische transfer en structurele gevoeligheid kunnen vertonen.

Ten tweede werden er geen significante groepsverschillen in fonologisch bewustzijn op subsyllabisch niveau voor de initiële foneem isolatie taak. Een meer gedetailleerde verkenning liet echter blijken dat de eentalige Nederlandssprekende kinderen een superieur fonemisch bewustzijn hadden in vergelijking met de andere twee groepen. Deze bevinding kan verklaard worden door de transparante orthografie die eigen is aan het Nederlands.  Wat betreft de presentaties van de tweetaligen viel op dat de gemiddelde scores aangeven dat zij beter presteerden dan de eentalig Franssprekende kinderen. Deze verschillen werden echter niet significant bevonden omwille van een grote individuele variatie.

Ten laatste wijzen de resultaten van de huidige studie op een universeel ontwikkelingspatroon. De kinderen lijken namelijk op hiërarchische wijze gewaar te worden van linguïstische structuren, d.w.z. van groot naar klein. Een dergelijke bevinding staaft de huidige conceptualisatie van fonologisch bewustzijn als een constructie van verschillende vaardigheden die in hiërarchische volgorde ontwikkelt.

Op basis van deze bevindingen concludeert het huidige onderzoek dat de onderzochte hoofdstelling standhoudt: tweetaligheid heeft eerder taal-specifieke dan universele effecten op de verwerving van het fonologisch bewustzijn. De grote variëteit aan uitkomsten die het onderzoek naar de invloed van tweetaligheid op fonologisch bewustzijn kenmerkt, is echter niet enkel te wijten zijn aan deze vaststelling. Ook  de taalvaardigheid in de tweede taal bereikt door de tweetalige participanten en het moment binnen het ontwikkilingsverloop waarop de kinderen getest worden zijn invloedrijke factoren en bepalend voor de uitkomsten van het onderzoek.

Tweetaligheidsonderzoek heeft al talrijke voordelen in de ontwikkeling van cognitieve en linguïstische vaardigheden bij kinderen aangetoond, maar in het geval van het fonologisch bewustzijn lijken de voor- en/of nadelen moeilijker aan te duiden en gecompliceerder van aard. De invloed van tweetaligheid op de verwerving van het fonologisch bewustzijn is een complex proces, beïnvloed door verschillende factoren. Verder onderzoek is nodig om dit proces verder in kaart te brengen zodat tweetalige onderwijsprogramma’s een optimale ondersteuning kunnen voorzien.  

Download scriptie (1.33 MB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2014