West-Europese persvrijheid onder vuur: ‘geen fysiek, maar veelal een economisch verhaal’

Olivia
Fonseca

Persvrijheid - een veelbesproken fenomeen. Gebieden die doorgaans slecht scoren in de World Press Freedom Index krijgen immense aandacht omtrent de voortdurende executies en pogingen om journalisten – al dan niet fysiek - monddood te maken. Maar wat dan met West-Europa, dat ter vergelijking relatief goed scoort en waar zulke extreme gevallen ongezien zijn? Is verdere kritische aandacht hiervoor dan onnodig? In het kader van deze masterscriptie werden dergelijke precieze vragen uitgedokterd door middel van analyse van objectieve documenten enerzijds en subjectieve inzichten van Belgische experten en onderzoeksjournalisten anderzijds.

Van (zelf)censuur tot onnauwkeurigheid: persvrijheid in een ander daglicht

Hoewel de West-Europese persvrijheid veelal als zelfsprekend geacht wordt, blijkt deze toch niet zo waterdicht te zijn als initieel gedacht. Belgische experten en onderzoeksjournalisten werden via diepte-interviews bevraagd naar hun kennis en ervaringen, gestructureerd van micro- (op de werkvloer) tot macroniveau (buiten de werkvloer).

commerciële limieten

In eerste instantie blijkt de journalistieke vrijheid aangetast door de toenemende competitie in de online omgeving. Door dit nieuwe gegeven verliezen mediabedrijven aan inkomsten, wat tot een economische crisis in de journalistiek leidt. Zolang de zoektocht naar nieuwe bedrijfsmodellen plaatsvindt, hebben journalisten te kampen met immense tijdsdruk om moordende competitie tegen te gaan. Minder tijd kan minder fact checking betekenen, alsook minder mogelijkheid om een divers aantal informatiebronnen te raadplegen, met het overnemen van bestaande teksten als potentieel gevolg. De drang naar meer lezers, die advertentieopbrengsten kunnen betekenen, herschept bovendien de nieuwswaarden. Via nieuwe strategieën wordt de berichtgeving om die reden meer lezers-, en zo ook meer sensatiegericht, wat bovendien maakt dat sommige topics onderbelicht blijven. Op deze manier wordt niet alleen de vrijheid om zelfgekozen onderzoek te doen beknot, maar wordt er bovendien onvoldoende ruimte gemaakt voor onderzoeksjournalistiek an sich, waarin de houding van de hoofdredacteur een belangrijke rol speelt.  

economisch monddood maken

Naast budgettaire tekortkomingen kan persvrijheid ook beperkt worden door economische dreigementen, veelal geuit door machtige individuen.

“The problem today is not being killed physically, the problem today is being killed economically,” aldus Alain Lallemand, onderzoeksjournalist Le Soir.

In eerste instantie hangt de kwetsbaarheid af van de gevoeligheid van de topic, het totaal aantal journalisten die er aan werken, de grootte van het mediabedrijf, alsook de grootte van het land. Of dit al dan niet tot angst leidt, is afhankelijk van de persoonlijkheid van de onderzoeksjournalist. Toch geeft de meerderheid aan al bedreiging ervaren te hebben en hierdoor voorzichtiger te werk te gaan. In extremere gevallen worden gevoelige topics zelfs achterwege gelaten.

wettelijke tekortkomingen

Ondanks de sterke wettelijke bescherming in België, zijnde ondermeer dankzij de doorslaggevende wet op het bronnengeheim en het verbod op voorafgaande censuur, geven de experten en onderzoeksjournalisten aan dat ook hier verbetering wenselijk is. Zo wordt er gepleit voor wettelijke bescherming tegen verdere intimidatie door politici en zakenlui. Hoewel het economisch monddood maken van een journalist of mediabedrijf juridisch niet evident is in België, kost de procesvoering nog massa’s geld. Een verder probleem is dat alternatieve wegen gezocht worden om journalisten toch aansprakelijk te maken. Vervolgens lijkt de wet op het bronnengeheim in de praktijk niet zorgeloos te verlopen. Ook in ons land zijn er gevallen bekend van huiszoekingen bij journalisten en het in beslag nemen van hun gsm’s. Dit roept op tot meer inschakeling van encryptie om bronmateriaal extra te beschermen. Daarnaast is ook een betere bescherming voor klokkenluiders noodzakelijk.

toegang tot informatie bemoeilijkt

Bovendien rijzen er ook vragen inzake transparantie en toegang tot informatie. Zo is de werkzaamheid van de Wet op Openbaarheid van Bestuur (WOB) sterk bedreigd. Hierbij wordt de toegang tot publieke documenten bemoeilijkt door weigering, immens lange wachttijden of door het doorspelen van een gecensureerde versie. Dit maakt dat journalisten het opgeven of hun kans zelfs niet meer wagen om vervolgens andere bronnen of topics te overwegen. Er wordt ook aan de alarmbel getrokken inzake de toegankelijkheid van politici als bron. Enerzijds zijn ze sneller geneigd interviews te weigeren om in de plaats sociale media aan te wenden, anderzijds worden technieken gebruikt om in te spelen op de emoties van de journalist. Dit laatste kan ervoor zorgen dat de relatie te hecht wordt, wat een kritische houding bemoeilijkt en kan leiden tot het reproduceren van de politieke agenda.

onafhankelijkheid

Tot slot wordt het belang benadrukt om onafhankelijk te zijn als mediabedrijf en individuele journalist, niet alleen van de eerder besproken economische en politieke invloeden, maar ook inzake eigendom. In Vlaanderen zijn alle kranten en tijdschriften in handen van slechts twee groepen, namelijk Persgroep en Mediahuis, wat verontrustend kan zijn voor de diversiteit van informatie. Hierbij wordt er ook gepleit voor waakzaamheid bij de journalisten zélf. Voldoende kritisch blijven is uiterst belangrijk om de rol van journalist uit te oefenen.  

Een niet (voldoende) geïnformeerde maatschappij?

Moeten we ons zorgen maken om de toekomst van de West-Europese persvrijheid en vervolgens ook de manier waarop we geïnformeerd worden in een democratisch landschap?

Enerzijds is het moeilijk te klagen over de stand van zaken in onze regio. Journalisten genieten een sterke wettelijke bescherming en kunnen ook los van hun werkuren op zoek naar financiering voor onderzoeksprojecten. De bevolking zelf draagt bovendien ook een eigen verantwoordelijkheid om zich kritisch te informeren. Ondanks de toenemende competitie biedt de online omgeving hiertoe alle mogelijkheden. Er is dus vrijheid om kritisch te zijn en de heersende ideologie tegen te gaan. Bovendien is er sprake van kritische alternatieve media die dan weer andere belangen benadrukken.

Anderzijds wekken de resultaten verontrusting op. We hebben te maken met verschillende soorten (zelf)censuur. Zo kunnen economische bedreigingen en wettelijke beperkingen angst, voorzichtigheid en twijfel veroorzaken en bemoeilijken toegangsproblemen de mogelijkheid om (kritisch) aan de slag te gaan. Budgettaire limieten zorgen potentieel voor onvoldoende fact checking en meer sensatiegerichte inhoud. Verder hebben we te kampen met de vaststelling dat er onvoldoende onderzoeksjournalistiek plaatsvindt.

Desalniettemin wordt het belang om een kritische waakhond te zijn op onze persvrijheid verder onderstreept. Ook bij ons vormt dit een dagelijkse strijd.

Download scriptie (1.47 MB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Ike Picone