Privacyvriendelijke fitness- en gezondheidstoepassingen in een big data-tijdperk

Evelien
Herelixka

Een gezonder leven in ruil voor uw privacy?

“Digitale metingen zullen ons op termijn wellicht gezonder maken, maar daar moeten we wel een prijs voor betalen: onze privacy.” Deze stelling uit Knack legt de vinger op de wonde. De in populariteit stijgende fitness- en gezondheidstoepassingen kennen tal van voordelen. Ze kunnen de gebruiker motiveren door hem aan de hand van cijfers en grafieken zijn conditie te tonen. Ze leveren de arts gedetailleerdere info zodat hij een nauwkeurigere diagnose kan stellen. De gigantische hoeveelheid data bieden data-analisten de kans om er inzichten uit te halen. Maar het is niet alleen rooskleurig als we het hebben over fitness- en gezondheidsapps. De toepassingen verzamelen namelijk erg persoonlijke informatie. Maar wordt daar wel op een privacyvriendelijke manier mee omgegaan?

Er gaat recent veel aandacht uit naar alles wat met privacy en dataverzameling te maken heeft. Kijk maar naar Facebook die door de Belgische privacycommissie onder vuur wordt genomen. Ook de wearables en gezondheidsapps zorgden recentelijk nog voor een paniekvlaag toen uit de reportage van Panorama bleek dat de medische informatie die ze verzamelen vaak verhandeld wordt. De data die we verzamelen met stappentellers en sensoren leveren veel informatie en interessante inzichten op, zeker indien er op een grootschalige manier gebruik van wordt gemaakt. Maar hier steekt het gebrek aan privacy mogelijks stokken in de wielen. Als de gebruiker namelijk niet zeker weet dat zijn gegevens op een veilige manier worden verwerkt, zal hij geen vertrouwen hebben in de gezondheidstoepassing en er bijgevolg geen gebruik van maken. Zo verzamelen we niet de grote hoeveelheid data die net zo interessant kan zijn.

Daarom werd onderzocht wat nu net de bezorgdheden zijn die leven bij de gebruikers van gezondheidstoepassingen. Zijn ze zich bewust van de hoeveelheid data die er tegenwoordig verzameld wordt? Zijn ze eigenlijk bezorgd om hun privacy? Hebben ze vertrouwen in de apps die ze gebruiken? Welke informatie vinden ze privé? Om hierop een antwoord te formuleren, werden tien gebruikers uitgebreid geïnterviewd. De respondenten beschouwden de tegenwoordige dataverzameling als normaal. Ze vinden het bijvoorbeeld kunnen dat Facebook en Google op basis van hun surfgedrag hun voorkeuren kennen. Er zijn verschillende factoren die bijdragen tot deze houding. Ten eerste vonden de respondenten het ieders eigen verantwoordelijkheid om zijn of haar privacy te beschermen. Je beslist zelf welke informatie je deelt en welke info je afschermt. Ten tweede vertrouwen ze de bedrijven achter de toepassingen en geloven ze dat de (inter)nationale overheid een oogje in het zeil houdt. Last but not least blijkt ook het ontbreken van negatieve ervaringen bij te dragen tot de niet-afkerige houding ten opzichte van de tegenwoordige dataverzameling.

Daarnaast werd aan de deelnemers gevraagd welke types informatie (naam, adres, gewicht, locatie, afbeeldingen, ...) ze privé vonden. Daaruit bleek dat er eigenlijk niets is dat absoluut niet gedeeld mag worden. Er zijn wel gradaties. Zo hebben ze bijvoorbeeld minder moeite met het delen van hun leeftijd als met hun locatie. Bovendien vereisten vrijwel alle deelnemers anonimiteit. Maar daarenboven is het vooral belangrijk dat het hen iets oplevert. Ze willen hun locatie delen, maar daarvoor willen ze in ruil een looproute zien en het aantal kilometers. Wanneer aan deze voorwaarden is voldaan, zouden ze zelfs bereid zijn hun medicatiegebruik in te geven in een app. We zijn bereid onze privacy op te geven als we er iets leuks of nuttigs voor in de plaats krijgen. Maar hoe ver willen we hier in gaan?

Tenslotte werd de deelnemers gevraagd hoe ze meer vertrouwen zouden kunnen krijgen in gezondheidsapps. Ondanks het feit dat er al veel vertrouwen heerste bij de respondenten leken de geheime ingrediënten controle en transparantie te zijn. Zo werd er voorgesteld om de apps uit te rusten met een “privacy proof”-label. Een andere optie was het aanbieden van een overzicht waarmee de gebruiker kan volgen welke informatie waar terecht komt. Ook de EU wil met zijn toekomstige verordening inzake gegevensbescherming inzetten op controle en transparantie. Het is belangrijk om hier internationaal op toe te zien, want het internet en de wereld van de apps zijn niet aan fysieke grenzen gebonden.

Een gezond leven met behulp van apps en wearables enerzijds en privacy anderzijds sluiten elkaar dus niet noodzakelijk uit. Je zou je privacy niet moeten opgeven om gebruik te kunnen maken van gezondheidstoepassingen. Daarom moeten we privacyvriendelijke en transparante toepassingen ontwikkelen. Zo kan de gebruiker er zeker van zijn dat zijn data nooit tegen hem gebruikt worden én kan hij genieten van de voordelen van de gezondheidstoepassing.

Is de titel van dit artikel dan te kort door de bocht? Eigenlijk niet, want het lijkt er op dat we momenteel wel nog vaak ruilen met onze privacy. Het wordt tijd voor bewustmaking en het creëren van mediawijsheid. Mensen zijn zich nog te weinig bewust van de informatie die ze achterlaten en hoe dat nefaste gevolgen kan hebben.

Maar als de gebruiker het gevaar begrijpt en verlangt naar privacyvriendelijke toepassingen zal ook de industrie volgen. Momenteel vindt men het normaal dat internetgiganten alles bijhouden en gebruiken voor marketingdoeleinden. Ze zijn bereid alles te delen. Dit heeft vooral te maken met het feit dat ze nooit negatieve gevolgen hebben ondervonden of er blind voor zijn. De logische redenering lijkt dan om de samenleving te confronteren met de gevaren en in reportages en artikels het gebrek aan privacy bloot te leggen. Het gevaar is dat op die manier het vertrouwen in de apps aangetast wordt en er helemaal geen gebruik meer van wordt gemaakt, ondanks hun potentieel. Daarom is het belangrijk om de gebruiker controle en transparantie te bieden.

We willen blijkbaar inderdaad nog met onze privacy betalen voor een gezonder leven. Als het ons iets oplevert, zijn we namelijk bereid erg persoonlijke informatie prijs te geven. Maar hoe ver zullen we daar nog in gaan? Hier is dringend nood aan bewustwording en een internationale wetgeving die wanpraktijken bestraft.

 

Download scriptie (5.89 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2015