Property rights for women in Rwanda. Access to land for women living in de facto unions.

Katrijn
Vanhees

HET WETTELIJK HUWELIJK IN RWANDA:

LOUTER EEN FORMALITEIT?

            In het district Kamonyi, gelegen in het Zuiden van Rwanda, woont Pélagie al 23 jaar samen met Emmanuel[1] in het grootste huis van het dorp. Gedurende al die jaren weigert haar partner echter om een wettelijk huwelijk aan te gaan. Ze getuigt het volgende over haar situatie:

            “Vrouwen die ongehuwd met een man samenleven worden als een indaya[2] beschouwd. Iedere gehuwde vrouw in het dorp kijkt op mij neer, zelfs armere vrouwen. Ik doe alsof het mij niet raakt, maar diep van binnen ben ik razend omdat het me zo minderwaardig doet voelen.”

Toen ze elkaar leerden kennen in 1991, werden vrouwen in de patriarchale Rwandese samenleving als minderwaardig beschouwd en de mond gesnoerd. Dit uitte zich onder meer in de uitsluiting van vrouwen in het traditionele erfenisrecht. Landeigendom wordt volgens het gewoonterecht voornamelijk van vader op zoon doorgegeven, omdat dochters worden verondersteld een nieuw huishouden op te bouwen bij hun schoonfamilie. Sinds de Rwandese economie grotendeels gebaseerd is op overlevingslandbouw, heeft het gebrek aan landbezit voor vrouwen verstrekkende economische en sociale gevolgen. Vrouwen worden gedwongen terug te vallen op hun associatie met een man met betrekking tot grondbezit. Bovendien is dit indirect eigendomsrecht vaak louter een recht op het vruchtgebruik, namelijk het recht om enkel het veld te bewerken.

EEN GROTE STAP VOORWAARTS: HET ONTSTAAN VAN EEN OFFICIEEL ERFENISRECHT VOOR VROUWEN

            Enkele jaren na de kennismaking tussen Pélagie en haar partner, brak er in Rwanda een woelige periode aan van verscheidene etnische conflicten met als triest hoogtepunt de genocide in 1994, waarbij een miljoen Rwandezen het leven lieten. Na de burgeroorlog steeg het aantal vrouwelijke gezinshoofden door de vele mannen die waren overleden, verbannen, gevlucht of gevangen genomen. Daarnaast hadden vele vrouwen niet enkel hun echtgenoot en vele familieleden verloren, maar waren ze bovendien verjaagd van hun landeigendom of moesten ze op de vlucht slaan uit angst voor het geweld.

            In deze context kwam het gebrek aan erfenisrechten voor de vrouwelijke populatie eind jaren ’90 op de politieke agenda van het toenmalige Rwandese parlement. Eigendomsrechten zorgen een versterkte en autonome positie van vrouwen in de samenleving. Sinds de wet van 1999 is het mogelijk voor Rwandese vrouwen om, aan de hand van de rechten die gewaarborgd worden in de nieuwe erfeniswet en de aangepaste eigendomswet, aanspraak te maken op grond via erfenis of huwelijk. Met andere woorden, kinderen kunnen vanaf dan, ongeacht hun geslacht, percelen erven van hun vader en gehuwde vrouwen kunnen aanspraak maken op de erfenis van hun overleden echtgenoot.

            Hoewel het wetsinitiatief een grote sprong voorwaarts betekent op vlak van gelijke behandeling van vrouwen en mannen, vertoont de wet echter een exclusief karakter. Informele samenlevingsrelaties, zoals het gewoonterechtelijk, religieus en polygaam huwelijk, vallen namelijk buiten de toepassing van de erfeniswet. Vrouwen die een niet-erkende informele relatie aangaan, namelijk 15.3% van alle Rwandese relaties, blijven volledig onbeschermd en kunnen geen aanspraak maken op erfenisrechten. Deze lacune in de wet vormt het centrale uitgangspunt van het onderzoek naar eigendomsrechten voor Rwandese vrouwen die gelinkt worden met hun burgerlijke status.

HET WETTELIJK HUWELIJK ALS IDEALE OPLOSSING

VOOR DE EIGENDOMSPROBLEMATIEK?

            De Rwandese overheid tracht een oplossing te bieden door de promotie van het wettelijk huwelijk en het organiseren van massahuwelijken. Het veldonderzoek, waarbij 106 ongehuwde, samenwonende vrouwen werden geïnterviewd in 2013, focust zich in eerste instantie op de vraag of deze vrouwen zich bewust zijn van de wettelijke voordelen van het officieel huwelijk. De studie toont aan dat vrouwen wel degelijk op de hoogte zijn van deze voordelen. Bovendien kennen ze de nadelen die met een informele relatie gepaard gaan, zoals het gebrek aan erfenisrechten. In de Rwandese volksmond wordt dan ook wel eens gezegd dat “vrouwen die een wettelijk huwelijk weigeren, dwazen zijn”. De tweede onderzoeksvraag ging daarom dieper in op de kwestie waarom vrouwen dan toch niet wettelijk gehuwd waren.

            Uit het veldonderzoek blijkt dat verscheidene obstakels ervoor zorgen dat een huwelijk onder het wettelijk stelsel aangaan niet vanzelfsprekend is. Ten eerste zijn er koppels die niet aan de wettelijke voorwaarden voldoen, zoals onder meer de minimumleeftijd. Daarnaast heerst er de mentaliteit dat een formeel huwelijk aanzienlijke financiële kosten met zich mee brengt. Inspanningen van de Rwandese overheid, zoals het kwijtschelden van registratierechten voor behoeftigen, kunnen niet verhinderen dat huwelijksrituelen zoals onder meer het geven van een bruidsschat en dure cadeaus onlosmakelijk verbonden zijn met het wettelijk huwelijk. Maar het belangrijkste obstakel is echter een machtsconflict tussen het samenwonende koppels, dat plaatsvindt op niveau van het huishouden. Aangezien het enkel mannen die land investeren in het huishouden, hebben mannen schrik dat ze hun eigendom zouden moeten delen met hun echtgenote tijdens het wettelijk huwelijk of zouden verliezen na een echtscheiding. Deze vrees wordt bovendien versterkt door verscheidene negatieve mythes die op het platteland heersen over het wettelijk huwelijk. De gehuwde vrouw wordt onder meer aanzien als een tiran in het huishouden die haar man niet gehoorzaamt. De traditionele mannelijke alleenheerschappij in het huishouden wordt bedreigd door de rechten die het wettelijk huwelijk creëert voor vrouwen. Aangezien mannen economisch gezien het sterkst staan in een ongehuwd huishouden, kunnen ze hun partner op eender welk moment wegjagen met lege handen. Deze ongelijke machtsverdeling in het huishouden zorgt voor een weigerachtige houding van mannen ten aanzien van het wettelijk huwelijk en dwingt vrouwen tegelijkertijd in uiterst onzekere positie.

            De studie toont aan dat het garanderen van eigendomsrechten voor vrouwen verder moet gaan dan louter sensibiliseringscampagnes over het wettelijk huwelijk. De aanpak van de overheid negeert namelijk de sociaal-culturele hindernissen die vrouwen tegenkomen wanneer ze hun informele relatie willen omzetten in een wettelijk huwelijk. Uitgebreid onderzoek is dan ook noodzakelijk om de dieperliggende oorzaken van het gender conflict in kaart te brengen. Enkel hierdoor kan de negatieve vicieuze cirkel waarin ongehuwd samenwonende vrouwen zich momenteel bevinden, doorbroken worden, want zoals Pélagie haar getuigenis besluit: “Ik kan mijn man toch niet dwingen om te huwen?”.

 

-       Katrijn Vanhees


[1] Fictieve namen.

[2] Kinyarwada voor prostituee.

 

Download scriptie (1.68 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2014