Reanimatie in breedbeeld

Bram
Dispa
  • Seffi
    Vleugels
  • Sofie
    Van Houdt
  • Farah
    Stroobants

Deze literatuurstudie, in kader van het behalen van de bijzondere beroepstitel (BBT) Intensieve Zorgen en Spoedgevallenzorg, focust op een aantal verschillende deelaspecten in de brede kijk rond reanimatie: vroege detectie, bijscholingsbeleid, materiaal- en ruimtegebruik, communicatie tussen hulpverleners, opvang van familie en opvang van verpleegkundigen.

Early warning score (EWS) werd ontwikkeld ter preventie van een reanimatie. Door gebruik te maken van een EWS kan een deteriorerende patiënt tijdig gedetecteerd en doorverwezen worden. Uit onderzoek is dan ook gebleken dat de EWS, op het werkveld, een gunstige invloed kan hebben. Dit in combinatie met een rapid response team vermindert het risico op een circulatiestilstand en verhoogt de kwaliteit van de zorg in-hospital.

Frequente opleiding is van groot belang, dit om de materialen correct te leren gebruiken en om snel en adequaat te reageren wanneer een patiënt dringende hulp nodig heeft. De materiaalkeuze die het ziekenhuis maakt om te gebruiken is niet zo van belang als de noodzaak om het aanwezige materiaal correct te kunnen gebruiken voor een zo optimaal mogelijke uitvoering van de reanimatie. Uit onderzoek blijkt dat regelmatige oefening en herhaling de kennis en de vaardigheden van de verpleegkundigen ten goede komt. Continu worden er verschillende nieuwe apparaten/hulpmiddelen ontwikkeld om zo gericht mogelijk feedback te verkrijgen. Deze focussen zich vooral op de techniek van het reanimeren zelf, maar ook het functioneren en communiceren in team is tijdens een reanimatie van levensbelang.

Belangrijk is snel ter plaatse te zijn wanneer een reanimatie zich voordoet. Hierbij is een goede gangorde een cruciaal gegeven. Hindernissen en obstakels zorgen ervoor dat het interne MUG-team en de verpleegkundige van de afdeling moet afremmen wat resulteert tot een verlenging van de aankomsttijd. Goede afspraken, met behulp van bv. lean-management, zorgt voor een uniforme manier van werken.

De nood aan een vlotte toegankelijkheid van de afdeling werd reeds duidelijk. Tevens is het van belang dat de patiëntenkamers goed bereikbaar zijn. Hierrond is weinig tot geen wetenschappelijke literatuur beschikbaar binnen een tijdskader van 15 jaar. Het is dan ook aangewezen dat inzake de ruimte in de patiëntenkamers nog uitgebreid onderzoek dient te gebeuren.

Communicatiehulpmiddelen, zoals briefen volgens het SBAR-systeem, zorgen voor een snelle en correcte overdracht die resulteert in een nauwere samenwerking binnen het team, met zowel verpleegkundige als arts, en een verbeterde communicatie. Er ontstaat minder miscommunicatie wat resulteert in minder fouten. Dit leidt dan weer tot een progressie van de patiëntveiligheid.

Daarnaast zorgt crew resource management (CRM) ervoor dat het teamwork optimaal verloopt en dat men fouten gemeenschappelijk aanpakt. Een leidinggevende zorgt voor een correct verloop van de situatie. Stressbestendigheid is binnen een reanimatiesetting van groot belang.

Aanwezigheid van familieleden zorgt voor veel negatieve gevoelens bij de hulpverleners. Er kan besloten worden dat hierdoor aanwezigheid bij een reanimatie vaak geweigerd wordt. Echter, bijna alle onderzoeken stellen dat deze houding niet gegrond is en dat de aanwezigheid van familie vooral voordelig is bij de latere verwerking en rouw van de familieleden, indien de patiënt overlijdt (Bossaert et al., 2015).

Door het culturele aspect binnen ons land is het van belang om een reflectieve houding aan te nemen als hulpverlener om kwalitatieve interculturele zorg te kunnen aanbieden (van Eechoud, Grypdonck, Leman & Verhaeghe, 2016).

Stress is niet weg te denken uit het verpleegkundig beroep. Er zijn verschillende en uiteenlopende oorzaken die aanleiding kunnen geven tot stress-gerelateerde stoornissen, waarbij patiënten in kritieke toestand en reanimatie zeker aangehaald mogen worden.

Preventie komt op de eerste plaats. Zoals het spreekwoord zegt: “voorkomen is beter dan genezen.” Wanneer preventie faalt, is een goede detectie door zowel de verpleegkundige als zijn omgeving (met inbegrip van collega’s, rechtstreekse leidinggevenden en ziekenhuis), belangrijk. Op deze manier kan de behandeling opgestart worden. Hiervoor zijn verschillende hulpmiddelen beschikbaar, waarbij de Impact of Events Scale – Revised (IES-R) (zie p. 85 e.v.) een prominente plaats verdient.

Indien een stress-stoornis zich toch ontwikkelt, is een aanpak via meerdere perspectieven aangewezen. Hier wordt gedacht aan psychotherapie, waarbij de hoeksteen bestaat uit gecontroleerde blootstelling aan de traumatische herinnering en cognitieve verwerking. Deze therapieën worden verleend vanuit gekwalificeerde hulpverleners, maar dienen ook onderbouwd te worden met voorzieningen die het ziekenhuis dient te treffen.

Een snelle debriefing na een traumatisch voorval krijgt weerwerk van o.a. de ‘World Federation of Societies of Biological Psychiatry (WFSBP) guidelines for the pharmacological treatment of anxiety, obsessive-compulsive and post-traumatic stress disorders’.

Verder onderzoek naar het eventueel implementeren van protocollen in kader van de aanwezigheid van familie dient nog gevoerd te worden (S. J. W. Oczkowski, Mazzetti, Cupido, & Fox-Robichaud, 2015).

Download scriptie (2.47 MB)
Universiteit of Hogeschool
Thomas More Hogeschool
Thema('s)