Dierenleed in Vlaamse geschreven media: een verhaal van empathie of toch niet?

Eden
Reuven

Wie in maart 2017 naar het nieuws keek, zal het zich zeker nog herinneren. Gruwelijke beelden uit het slachthuis van Tielt vielen de huiskamers binnen. Beelden waarop te zien was hoe varkens werden geschopt, geslagen en allerlei andere mishandelingen ondergingen. Dierenrechtenorganisatie Animal Rights bracht deze beelden naar buiten door een undercoveractie. Vijf jaar na de feiten stelde ik mij de vraag hoe het thema van dieren in slachthuizen nu nog leeft in de Vlaamse nieuwsmedia.

Slachthuizen zijn vaak de spreekwoordelijke ‘grote olifant in de kamer’ in onze maatschappij. Er wordt immers weinig over gesproken, maar heel wat mensen eten vlees en we zijn ons ervan bewust dat dit vlees van ergens komt. We worden er echter niet vaak van zo dichtbij mee geconfronteerd. Toen Animal Rights de beelden van de dierenmishandeling onder de media – aandacht bracht, was het opeens heel moeilijk om onze ogen te sluiten voor dit dierenleed.

De confrontatie met deze beelden roept heel wat vragen op. Is het wel nog verantwoord dat we vlees eten? Zijn we niet allemaal voor een stuk mee verantwoordelijk voor dit dierenleed? Welke actie kunnen we ondernemen na het zien van deze beelden? Er kunnen ook heel wat vragen worden gesteld over hoe de media omgaan met dit soort incidenten. Of meer algemeen: hoe media omgaan met dieren in slachthuizen. Hoe wordt er over de dieren geschreven? Met veel of weinig emotie? Wordt er duidelijk kritiek geleverd op de overheid en de maatschappij, of eerder niet?

Dit zijn een paar voorbeelden van vragen die ik stelde tijdens mijn onderzoek. Aangezien dieren in slachthuizen een omstreden en moeilijk onderwerp zijn, wou ik nader bekijken hoe media hiermee omgaan. Mijn onderzoek bekeek 47 artikels uit 9 Vlaamse kranten en weekbladen. De artikels kwamen uit De Morgen, De Standaard, Gazet van Antwerpen, Het Belang van Limburg, Het Laatste Nieuws, Het Nieuwsblad, Krant van West – Vlaanderen en Landbouwleven. Voor de analyse van de artikels, werd de methode van Critical Discourse Analysis gebruikt. Critical Discourse Analysis – kortweg gezegd ‘CDA’ – besteedt aandacht aan een tekst in zijn context. Concreet wil dit zeggen dat de taal, maar ook beelden die in de artikels worden gebruikt, wordt geanalyseerd. Dan worden er linken gelegd met de maatschappelijke context waarin de artikels werden geschreven om het onderliggende discours rond dierenleed bloot te leggen.

De rol van de redactie

Uit het onderzoek bleek al snel dat de redactiecontext waarbinnen journalisten werken een niet te onderschatten rol speelt in de manier van berichtgeving. Kranten zoals De Morgen en De Standaard geven sneller kritiek op de behandeling van dieren dan Het Nieuwsblad of Het Laatste Nieuws. Verklaringen zijn te vinden in het feit dat de eerste twee kwaliteitskranten zijn die zich richten op een publiek van meerwaardezoekers en de laatste twee populaire kranten zijn die zich richten op een publiek dat eerder vluchtig nieuws leest. Het weekblad Landbouwleven – dat ontstaan is uit de agrarische sector – staat duidelijk aan de kant van de slachthuizen en zal zich niet snel kritisch opstellen. Individuele journalisten zullen niet snel zelf een oordeel vellen of zich kritisch opstellen. Toch waren er kritische stemmen aanwezig in de artikels, zij het vaak deze van geïnterviewde personen zoals Michel Vandenbosch van dierenrechtenorganisatie GAIA. Journalisten zelf bewaren duidelijk  meer afstand.

Algemene bevindingen

Mijn onderzoek bracht verder enkele interessante bevindingen op over het discours waarmee media spreken over dierenleed en welzijn. Over het algemeen wordt de mens nog altijd centraal gezet in de artikels, en niet de dieren zelf. Wanneer er over dierenleed geschreven wordt, wordt ook een link gelegd naar de gevolgen voor de mens. Wanneer er bijvoorbeeld gesproken wordt over een uitbraak van een ziekte bij kippen, viel volgende zin vaak te horen: ‘een ziek dier is een spijtige zaak voor de boer’. Niettemin zijn er wel  enkele voorbeelden te vinden van hoe er geschreven wordt vanuit pure bezorgdheid om het dierenwelzijn. Dan worden de mishandelingen omschreven als ‘schrijnende situaties’ en ‘triestige omstandigheden’. Maar dit uitgangspunt komt jammer genoeg slechts voor in een minderheid van de artikels. Wanneer het gaat over dieren in slachthuizen, is het duidelijk dat hier tussen mens en dier een ongelijke machtsrelatie bestaat.

Een andere interessante bevinding was dat er vaak met weinig emotie over dieren wordt geschreven. Alhoewel dierenleed een onderwerp is dat emotionele reacties teweeg kan brengen bij mensen, merkten we dat veel redacties een  visie op journalistiek aanhangen waarbij een journalist zich niet te emotioneel mag opstellen, maar zo neutraal mogelijk moet schrijven. Bij neutraal schrijven hoort ook niet te snel een oordeel vellen. Dit kan verklaren waarom we niet veel emoties en opinies terugvinden in de woorden van de journalisten.

Tot slot reflecteren de artikels veel zaken die in de bredere maatschappij spelen. De tegenstrijdigheid tussen vegetariërs en vleeseters, bijvoorbeeld. Of hoe de verschillende landsdelen van België anders omgaan met de wetgeving rond onverdoofd slachten. De discussie rond onverdoofd slachten wordt ook vaak gebruikt om de verschillen tussen religieuze groepen in België te benadrukken. Het gaat dan vooral om christenen in vergelijking met moslims.

 

Mijn onderzoek keek dus naar hoe er over dierenleed wordt geschreven in Vlaamse geschreven nieuwsmedia, waarbij een mensgerichte visie op dier en dierenwelzijn domineert en weinig alternatieve stemmen in het debat aan bod komen. De bevindingen geven een goed beeld van het overkoepelende discours rond dierenleed, maar roepen op hun beurt ook weer vragen op. Hoe kunnen we meer diergericht schrijven? Hoe kunnen media meer acties tegen dierenleed promoten? En is het wel de taak van media om dit te doen?

Download scriptie (484.78 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2023
Promotor(en)
Stijn Joye