Et tu, Antonī?

Collin
Cardon

De laatste jaren wordt de westerse maatschappij geteisterd door samenzweringstheorieën: van pizzarestaurants waar kinderen door pedofiele politici werden vastgehouden tot het faken van de maanlanding. Sommigen noemen dezen een product van ons informatietijdperk. Maar volgens deze thesis kun je ze evengoed vinden in de periode na Caesars dood.

 

De laatste woorden van Julius Caesar zijn waarschijnlijk de meest verkeerd geciteerde woorden aller tijden. Tu quoque, fili mi, bijvoorbeeld, wordt bij geen enkele Romeinse auteur gevonden, en Et tu, Brute komt van Shakespeares theaterstuk over Caesar. Wat hij precies zei, of de mogelijkheid dat hij helemaal niets zei, is omstreden bij de klassieke auteurs, maar wat wel zeker is, is de chaos die kwam na zijn dood. Na een korte periode van absolute macht was er een machtsvacuüm dat ingevuld moest worden, met drie sterspelers op de voorgrond. Ten eerste de befaamde orator Cicero, toonbeeld van welsprekendheid en aristocratische arrogantie. Daarnaast Marcus Antonius, de machtige generaal en rechterhand van de dictator, die beschikte over veel van diens troepen. Ten slotte Octavianus, Caesars adoptiefzoon en op het moment  van diens dood student in Griekenland. De tiran was dood, maar wie zou hem opvolgen?

image-20211002180553-1

 

O tempora, o mores

Na de laatste messteek begon een periode van 13 jaar, tussen 44-31 voor Christus, vol van oorlog, bedrog en intrige. Cicero werd op bevel van het tweede triumviraat, bestaande uit Octavianus, Antonius en de generaal Lepidus, vermoord. Cleopatra verleidde Antonius, en Octavianus versloeg het koppel uiteindelijk bij Actium. Dit alles weten we omdat een vrij groot aantal schrijvers deze periodes omschreven. Maar deze auteurs hadden vaak ook een eigen agenda.

Zowel de historische personen als de schrijvers brachten daarom verklaringen naar voren om hun vijanden of antagonisten te karakteriseren. Aanklachten van geheime moordpogingen, machtsgrepen, en onzedelijk gedrag waren schering en inslag, de ene al meer ongeloofwaardig dan de andere. Deze verklaringen heb ik onderzocht: in welke mate kunnen we deze zien als samenzweringstheorieën? Met andere woorden: gebruikte men 2000 jaar geleden samenzweringstheorieën bij het vertellen over deze chaotische periode?

Aanklachten van geheime moordpogingen, machtsgrepen, en onzedelijk gedrag waren schering en inslag, de ene al meer ongeloofwaardig dan de andere

Jong geleerd, oud gedaan?

Wat deze thesis zo interessant maakt, is het feit dat veel auteurs uit het samenzweringstheorieonderzoek niet geloven dat samenzweringstheorieën toen al konden bestaan. De meeste onderzoekers plaatsen het ontstaan hiervan pas in de Vroegmoderne Tijd, met het ontstaan van media als kranten, en de explosie ervan met de opkomst van sociale media als Facebook en Twitter. Een klein groepje onderzoekers houdt echter stand tegen deze golf van deze modernistische visie, zoals Asterix en zijn dorp tegen de Romeinen, en blijft verdedigen dat deze samenzweringstheorieën wel al voorkwamen in de Oudheid. Om dit kamp te versterken, heb ik een antwoord gezocht op 3 vragen, door close reading, oftewel het precies lezen van de antieke teksten, en het analyseren van het schrijfdoel en professionele achtergrond van de auteurs. Ten eerste de vraag: welke personen en auteurs gebruikten in de jaren na Caesar dood samenzweringstheorieën, en waarom? Ten tweede: welke kenmerken vertonen deze theorieën, en in welke mate komen dezen overeen met de kenmerken van hedendaagse samenzweringstheorieën? En ten slotte: In welke mate kunnen we onderzoek van hedendaagse samenzweringstheorieën gebruiken om te gaan kijken naar klassieke samenzweringstheorieën?

Op deze eerste vraag werd duidelijk dat samenzweringstheorieën door zo goed als alle auteurs die deze tijd beschreven gebruikt werden. De ene auteur gebruikte samenzweringstheorieën die van bepaalde personen kwamen om hen zo als ongeloofwaardig voor te stellen, terwijl de andere dan net weer meeging in het verhaal van specifieke theorieën om zo een bepaald personage te beschermen of om zijn of haar acties te rechtvaardigen. De theorieën waren dus een handig middel voor zowel de historische figuren als voor de auteurs om een narratief naar hun hand te zetten. Wat ook opvalt, is dat sommige auteurs dit eerder in bepaalde situaties doen. Cicero, bijvoorbeeld, ging op het moment dat er belangrijke politieke beslissingen moesten worden genomen de nadruk leggen op alle slechte daden van Antonius, die duidelijk onderdeel zouden zijn van zijn meesterplan om elke Romeinse burger tot slaaf te maken.

Een klein groepje onderzoekers houdt echter stand tegen deze golf van deze modernistische visie, zoals Asterix en zijn dorp tegen de Romeinen

Bij het beantwoorden van de tweede vraag viel op dat het weinige onderzoek dat al bestond over samenzweringstheorieën in de Oudheid niet zeer accuraat leek. Volgens de onderzoekster Victoria Pagán, bijvoorbeeld, zouden vrouwen, slaven en buitenlanders een centrale rol spelen bij elke theorie. In de zes grote gebeurtenissen die ik heb onderzocht, spelen deze echter nauwelijks een rol. Er valt geen exhaustieve lijst kenmerken te maken, maar de kenmerken die bij de meeste theorieën aanwezig zijn, zijn ook aanwezig bij moderne samenzweringstheorieën. Het gaat dan vooral over crisisperiodes waarin of waarover ze naar voren komen, de gehele maatschappij die als slachtoffer wordt voorgesteld, en ongelijke machtsverhoudingen die in stand worden gehouden.

Ten slotte heb ik ook modern samenzweringstheorie-onderzoek betrokken. In het recent gepubliceerde Routledge Handbook of Conspiracy Theories bundelden onderzoekers artikels vanuit de sociologie, psychologie, geschiedenis, gender studies, etc. Als we kijken naar thema’s die daarin naar voren komen, zoals de verspreiding van de theorieën, groepspercipiëring of de link met fake news, dan zien we dat dit modern onderzoek ook toepasbaar is op theorieën van meer dan 2000 jaar oud.

Met deze thesis heb ik dus proberen aan te tonen dat samenzweringstheorieën ook in de Oudheid voorkwamen, en wel degelijk met een bepaald doel gebruikt werden, zowel door auteurs als door historische figuren. We gaan hier misschien geen maanlandingen of pedofiele politici tegenkomen, en zeker geen ras van reptielachtigen die de politieke macht in handen hebben, maar wel aanklachten van machtsgrepen, verraad en moordpogingen. We kunnen ook onmogelijk terugkeren naar het klassieke Rome om te gaan kijken welke aanklacht zou kloppen welke niet, terwijl we nu wel de meeste theorieën kunnen ontkrachten. Wie weet was er dus wel degelijk een ras van reptielachtigen die op de keizerlijke troon hebben gezeten … 

 

Download scriptie (1.09 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2021
Promotor(en)
Professor doctor Koenraad Verboven
Thema('s)