De belofte van het land
Joods messianisme bemoeilijkt de kans op vrede in het Midden-Oosten
Het is ondertussen alweer 35 jaar geleden dat Israël tijdens de Zesdaagse Oorlog de Westelijke Jordaanoever, de Gazastrook en de Golanhoogten voor het eerst bezette. Voor verscheidene redenen, vooral strategische, weigert Israël er ook maar een duimbreed van te lossen. Maar de gewichtigste reden voor de joodse verbondenheid met de Westoever is van religieuze aard.
Al sinds 1967 ijvert de organisatie Gush Emunim voor een joodse soevereiniteit op de Westelijke Jordaanoever. Er is geen officiële ledenlijst en het is daardoor moeilijk te vatten hoeveel leden en sympathisanten de beweging steunen. Aangenomen wordt dat het gedachtegoed van Gush Emunim is doorgesijpeld tot de echelons van zo’n 120 joodse nederzettingen.
Gush Emunim, Hebreeuws voor ‘Het Blok der Getrouwen’, beschouwt de bezetting van Palestijns gebied als een goddelijk gebod. Meer nog, het is een noodzakelijke voorwaarde voor de komst van de messias. Hun voornaamste wapens zijn politieke lobbying en de bouw van nederzettingen op de betwiste Westoever. Gush Emunim verzekert de verbinding tussen de profane problematiek van de bezetting en de joodse mystieke messiaanse leer.
Het leeuwendeel van de joods-orthodoxen keurt de huidige staat Israël en het zionisme af. De herinstallering van het bijbelse land van Israël is een taak die enkel voor God is weggelegd. Ook hebben niet alle joodse kolonisten in de Bezette Gebieden banden met Gush Emunim. Velen onder hen trekken naar de nederzettingen wegens de gunstige bouwvoorwaarden van de regering. Het Gush slaagde er evenwel in de steun van orthodoxen én seculieren te verkrijgen.
De ideologische basis van de groepering werd gelegd door rabbi Avraham Kook (1865-1935), eerste Ashkenazische rabbi in Palestina. Kook, een zeer charismatish figuur, brak met de traditionele joods-orthodoxe afkeer jegens het politieke, seculiere zionisme. Kook’s theologie benadrukte het belang van het seculiere zionisme binnen het verlossingsproces. De weg naar de verlossing is, in zijn vizie, even cruciaal als de verlossing zelf.
Voor rabbi Moshe Levinger, die lang Gush Emunim leidde, is het een onbetwistbaar feit dat het joodse volk de rechtmatige eigenaar is van de Westelijke Jordaanoever. Levinger, een leerling van rabbi Avraham Kook, haalt zijn bewijsmateriaal voor deze stelling uit de bijbel: “Abram trok het land door tot de plaats Sichem (…). Nu verscheen Jahweh aan Abram, en sprak: Dit land zal Ik aan uw nageslacht geven.” (Gen. 12:7)
Gewapend met de morele draagkracht van deze ideologie, machinegeweren en bij gelegenheid ook de steun van de regering trokken tienduizenden naar de Bezette Gebieden die ooit tot het bijbelse Land van Israël behoorden en er volgens sommigen nog tot behoren. Het was hun bedoeling een fait accompli te creëren. Eender welk vredesinitiatief zou struikelen over de aanwezigheid van joodse families op Palestijns land. De bedoeling: de teruggave van de Bezette Gebieden blokkeren.
De eerste religieus geïnspireerde golf van nederzettingen ving aan vlak na de Zesdaagse Oorlog in juni 1967. De onverhoopte overwinning van Israël op aartsvijand Egypte veroorzaakte een tweevoudige reactie. Enerzijds bleek het zelfvertrouwen van nationalistische Israëlis toe te nemen, anderzijds was er een segment uit de Israëlische samenleving dat de zege aan een goddelijke kracht toeschreef. Aanhangers van Kook integreerden de profane oorlog in de bestaande messiaanse vizie.
Zes jaar later had de Israëlische afstraffing in de Yom Kippur logischerwijze tot een afbouw van de Kook-ideologie moeten leiden. Het kersverse Gush Emunim toonde zijn kracht door de politieke en militaire tegenslag op een dusdanige manier te interpreteren dat dit gebeuren een positieve functie kreeg binnen de ideologie.
Zo zagen Kookisten de Yom Kippur-oorlog als een waarschuwing van God die de joodse inspanningen om het bijbelse Land van Israël te hereningen onvoldoende vond. Derhalve dienden deze inspanningen te worden verhoogd.
De acties van de groepering balanceren op de rand van de illegaliteit. Vooral tijdens de beginjaren van Gush Emunim werd deze grens wel eens overschreden. Oorspronkelijk was de houding van de beweging tegenover de Palestijnen vrij gematigd tot zelfs onverschillig. Het optreden veranderde echter drastisch na 1977, toen Likud de Arbeiderspartij van de troon stootte. De laatste was 29 jaar lang aan de macht geweest.
Hoewel de verhouding tussen eerste minister Begin en Gush Emunim doorgaans ambigu was, had de machtsovergang een belangrijk gevolg. Onder de nieuwe regering werden nederzettingen volledig legaal en ze breidden zich snel uit. Gush Emunim was zijn identiteit als oppositiekracht en underdog kwijt. Het charisma nam zienderogen af.
De verwrongen relatie tussen Likud en de Kookisten eindigde in een totale scheiding tot Begin de Camp David-akkoorden aankondigde. Het bezette Sinaï-schiereiland zou terug worden overgedragen aan Egypte. Gush Emunim beschouwde deze teruggave als verraad en godslastering en wilde koste wat kost de evacuatie van de Sinaï verhinderen.
Hun moeite was tevergeefs. De Camp David-akkoorden werden uitgevoerd, en de Kookisten voelden zich beledigd en verraden. Voor hen was de stap naar het terrorisme de enige logische uitweg.
Dit terrorisme werd gekenmerkt door een opvallend optimisme. De voorbereiding en uitvoering van aanslagen waren uitbarstingen van messiaanse vreugde. Voor Gush Emunim-leden was het een morele verplichting de verlossing te bespoedigen en te vergemakkelijken. Het dient evenwel gezegd dat deze aggressieve vorm van religieus zionisme slechts door de harde, militante kern van Gush Emunim werd uitgevoerd. De achterban name er nooit actief aan deel, maar keurde de acties wel goed. Het gebruik van militaire macht om de joodse soevereiniteit te handhaven werd langzaam aanzien als een religieus principe.
Naast frequente aanslagen op Palestijnse burgers werd een spectaculaire poging tot terrorisme voorbereid door Menachem Livni. Livni was een aanhanger van rabbi Levinger en hoofd van de groep TNT, Terreur Tegen Terreur. Plannen werden gesmeed om de islamitische Rotskoepel op de Tempelberg op te blazen. De aanslag werd nooit uitgevoerd omdat geen enkele rabbi er zijn goedkeuring voor gaf. Volgens sommige analysten zou een dergelijke gebeurtenis tot een derde wereldoorlog geleid hebben – een oorlog die de komst van de messias zou inluiden.
Dergelijke redeneringen zijn nog courant onder kolonisten van de messiaanse strekking. Hun mening wordt gedeeld door een aantal politici, vooral uit de rechtse nationalistische partijen. Notoire voorstanders van Gush Emunim zijn Hanan Porat, ex-leider van de Nationaal-Religieuze Partij, zijn opvolger Efraim Eitam, en rabbi Benjamin Elon, minister van Toerisme en opvolger van de vermoorde minister Rechavam Ze’evi.
De ideologie van Gush Emunim wordt tegenwoordig voortgezet door de gelijkaardige beweging Dor Hahemshech – letterlijk ‘de volgende generatie’. Het is een moderne, minder messiaanse versie. Het grootste verschil is – tot nu toe – het gebrek aan gewelddadige acties.
Ingrid Van Waes
de Carninstraat 12
8840 Staden