Muizenissen
Heeft minister Vanderpoorten een plan met ICT in het onderwijs?
Mannu Wuyts
Van informatie- en communicatietechnologie (ICT) wordt vaak verwacht dat het automatisch nieuw en beter onderwijs zal genereren. Onderwijs staat sinds eeuwen onder druk van veranderingen, zij het maatschappelijke, sociale, culturele, ethische of technologische. De socio-economische druk op scholen om in de toekomst gebruik te maken van ICT zal zeker nog toenemen.
Toch is een balans nodig tussen persoonlijkheidsvorming, opleiding voor de arbeidsmarkt en de ontwikkeling van vaardigheden.
Beter onderwijs met ICT?
Zoals ook bij eerdere “nieuwe” technologie draagt ICT de droom in zich op grootse veranderingen. Toch kan onderzoek geen onbetwistbare conclusies aandragen van de positieve effecten in onderwijs. Moeten we dan wel ICT gebruiken op school? Toch wel. Al treedt ICT zelden op als aanzet tot belangrijke onderwijsvernieuwing, het kan een belangrijke hefboom zijn. ICT kan variatie brengen in de onderwijsvormen, zal materiaal gemakkelijker bereikbaar maken en meer up-to-date. Communiceren wordt gemakkelijker en schrijven eenvoudiger.
Bovendien kunnen we ICT niet meer bannen. Het wordt al gebruikt en zal in de toekomst nog meer gebruikt worden, ook buiten de school. Het is echter maar vanuit een filosofie, een overtuiging, een visie, dat de nodige randvoorwaarden kunnen geschapen worden die een zinvolle implementatie van ICT in het onderwijs mogelijk maken.
Kroniek van de aankondiging van een beleidsplan
Marleen Vanderpoorten, minister van Onderwijs en Vorming, heeft al vaak aangekondigd dat ze op zoek zal gaan naar een visie voor wat betreft ICT en onderwijs. Het is onthutsend vast te stellen dat die visie er maar niet komt.
In september 2000 stelt minister Vanderpoorten dat ze ICT snel en efficiënt wil implementeren in het onderwijs. Ze noemt het een prioriteit.
In december van hetzelfde jaar organiseert de minister een ICT-forum omdat de materie zo complex is geworden dat er meer overleg tussen de betrokkenen nodig is. Daarbij verkondigt ze uitdrukkelijk dat dit zal uitmonden in een geïntegreerd ICT-beleidsplan dat zal voorgesteld worden begin 2001. Helaas, er is toen niets uit de bus gekomen.
Na een parlementaire vraag in februari 2001 drukt de minister de hoop uit om deze visietekst aan de commissie te kunnen voorleggen na de paasvakantie (2001!). Helaas, er komt weer niets uit de bus.
Na de paasvakantie, op 19 april, kan de minister alleen maar melden dat eraan gewerkt wordt.
In september 2001 deelt ze mee dat de lang beloofde tekst uiterlijk die maand nog mag verwacht worden en belijdt ze: “We moeten ook een visie ontwikkelen: waar willen we naartoe met de computers op school? Mijn buitenlandse collega’s weten het ook (sic) niet.”
De minister doet de waarheid daarmee geweld aan. Landen als Zweden en het Verenigd Koninkrijk bewijzen het tegendeel.
Ook in september komt er niets uit de bus.
Marleen Vanderpoorten blijft echter onverstoorbaar en verkondigt in december 2001“(…) dat er de voorbije jaren weinig aandacht is gegaan naar een visie op het gebruik van computers in het onderwijs. (…) Daarom is er een visietekst omtrent ICT opgesteld die op korte termijn aan de commissie zal worden voorgelegd.”
In maart 2002 krijgen een paar duizend scholen een brief van de minister. Daarin is de visie van de minister nog steeds uitdrukkelijk zoek. Wel blijft ze enthousiast haar beleidstekst aankondigen.
Ook in april, op een themadag over ICT en onderwijs komt nog steeds geen uitgewerkte visie boven water al had de minister het wel voor de zoveelste keer aangekondigd.
Na zowat twee jaar is nog steeds geen uitdrukkelijke ICT-beleidstekst gepubliceerd. Het tekent …
Infrastructuur slokt budget bijna volledig op
Sinds 1996 besteedt de Vlaamse overheid uitdrukkelijk aandacht aan ICT in het onderwijs. In 1999 werd 1 020 miljoen frank ingeschreven voor nieuwe media. In 2001 was dat 1 040 miljoen. Dat is “slechts” een toename met 20 miljoen, in sterk contrast met een studie van het VVKSO (Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs) die stelt dat een behoorlijk ICT-plan voor het secundair onderwijs 5,5 miljard BEF per jaar kost. Daarover zijn trouwens vele specialisten het eens.
Het beleid dat de Vlaamse overheid inzake ICT in het onderwijs voert is een stimuleringsbeleid. Ze zet dus campagnes op om te informeren en te sensibiliseren, zorgt voor nascholing, en via subsidiëring stimuleert ze scholen om ICT in te voeren. Dit beleid berust op vijf pijlers: infrastructuur, ondersteuning, vorming, internationalisering, evaluatie en onderzoek. Om een beeld te krijgen van het belang dat aan ieder van die pijlers wordt meegegeven, is een blik op de verdeling van het budget aangewezen.
Van de zowat 4,5 miljard frank die sinds 1997 werd geïnvesteerd in ICT in het onderwijs gaat ruim 90% naar infrastructuur: de aankoop van apparatuur, het voorzien van Internetverbindingen e.d. Slechts 6% diende voor de ondersteuning. Slechts iets meer dan 3% gaat naar vorming. Wetenschappelijk onderzoek over ICT in het onderwijs moet het stellen met minder dan een halve procent van de middelen. De overheid kan bezwaarlijk beweren dat ze daar veel belang aan hecht.
Als de overheid quasi uitsluitend materiële hulp biedt dan zal wellicht een groot deel van de het geïnvesteerde weggegooid geld zijn.
Is er nog hoop? Bij het doornemen van voorbereidende documenten voor het lang verwachte ICT-beleidsplan lezen we: “Toen met het ICT-beleidsplan werd gestart werd er gefocust op een aantal dringende behoeften en noden: het voorzien van de nodige basisinfrastructuur en de vorming van leerkrachten. De uitdagingen en mogelijkheden van ICT in het onderwijs reiken evenwel verder. Vandaar dat er een dringende noodzaak bestaat het beleid bij te sturen.”
Vandaag gaat een groter deel van de budgetten naar ondersteuning. Het aandeel voor vorming en onderzoek blijven helaas bijzonder klein.
Bovendien kan het discours misleiden. Minister Vanderpoorten geeft de indruk dat ze bijkomende budgetten biedt om in de scholen ICT-coördinatoren te voorzien. Daarbij zijn alvast twee belangrijke bedenkingen te maken.
De begroting maakt het mogelijk één ICT-coördinator aan te stellen per 2 500 leerlingen. Hij of zij zal dus voor een zestal scholen instaan en voortdurend pendelen. Iedere school kan dan zowat een halve dag per week op zo’n coördinator beroep doen. Dat is voorwaar een druppel op een hete plaat.
Bovendien gaat het over een vestzak-broekzak-operatie. Waar in 1999 via het infrastructuurproject PC/KD nog 1 500 frank per leerling gesubsidieerd werd, blijft voor het huidige schooljaar nog amper één euro per leerling over. De overheid schijnt zich er niet van bewust dat het niet volstaat om de ratio van één computer per tien leerlingen eenmaal te bereiken maar dat ICT een permanente kost vormt voor de scholen.
De middelen voor ondersteuning zijn dus geen nieuwe middelen, ze kregen alleen een nieuwe bestemming.
Het ICT-stimuleringsbeleid geëvalueerd
Een analyse van het actuele Vlaamse ICT-stimuleringsbeleid toont drie krachtlijnen.
De Vlaamse overheid gelooft in de revolutie van een industriële naar een kennissamenleving, ongebreideld. Daarin volgt zij Europa en implementeert de Europese richtlijnen inzake ICT en onderwijs met weinig zin voor eigen klemtonen. Naast ICT-vaardigheden is er wellicht minstens zoveel nood aan filosofische of historische bespiegelingen. ICT moet een plaats krijgen in het onderwijs en het belang ervan zal wellicht nog toenemen, maar ICT is niet alleen en op zichzelf zaligmakend.
Bij het ICT-stimuleringsbeleid primeren in de praktijk socio-economische motieven. De behoeften van de lerenden echter zouden veel meer op het voorplan moeten staan. Op zich zijn socio-economische motieven niet negatief. Het gevaar schuilt er echter in dat ze alle andere motieven domineren.
Ten slotte valt te betreuren dat het Vlaamse ICT-stimuleringsbeleid een overtuiging mist, een visie, een filosofie. Er kan dan helaas ook geen sprake zijn van een coherent beleid. Het Vlaamse ICT-stimuleringsbeleid zet weinig duidelijke lijnen uit en is vaak erg ad hoc of incidenteel.
Om te komen tot een coherent beleid is een dringende bijsturing absoluut nodig.