Referendum of minipopulus?

Maarten De Gendt
Persbericht

Referendum of minipopulus?

Referendum of minipopulus?

 
Een studie van twee alternatieven voor meer democratie

 

“Er moet meer democratie komen!” Dat is wat vele politici en burgers tegenwoordig bepleiten. Daarbij denkt men, naast kleinere ingrepen zoals het hertekenen van kiesomschrijvingen of het invoeren van stemrecht voor migranten, vooral aan het invoeren van het referendum. Maarten De Gendt onderzoekt echter een veel minder bekende piste: de minipopulus, of ook de besluitvorming door een groep burgers die ‘ad random’ geselecteerd werden uit de bevolking.

De vorm van democratie die tegenwoordig het meest voorkomt, is de vertegenwoordigende democratie – sommige politieke filosofen noemen het liever ‘polyarchie’. De burgers kunnen zelf geen beslissingen nemen, alle beslissingen gebeuren door een kleine groep politici. Om toch een minimum aan controle te bewaren over de besluitvorming kunnen de burgers om de zoveel jaar kiezen wie tot de kleine groep politici mag behoren. Het referendum is zo aantrekkelijk omdat alle burgers rechtstreeks over een bepaalde aangelegenheid kunnen beslissen. De tussenstap van de verkozen vertegenwoordigers valt weg, waardoor iedere burger een veel grotere controle krijgt over de uitkomst van de te nemen beslissingen.

In het systeem van de minipopulus worden de beslissingen niet genomen door alle burgers, zoals in het referendum. Ze worden ook niet genomen door vertegenwoordigers die verkozen worden, zoals in een polyarchie. De beslissingen worden genomen door een groep burgers die uit de gehele bevolking geselecteerd worden door het toeval. Bovendien is er voortdurend rotatie: er worden telkens weer andere burgers geselecteerd voor verschillende aangelegenheden en/of voor verschillende termijnen. Op die manier maakt bijna iedere burger een redelijke kans geselecteerd te worden om één of andere democratische beslissing te nemen, terwijl geen enkele burger ooit over alle aangelegenheden zal kunnen beslissen.

In tegenstelling tot het referendum wordt het systeem van de minipopulus tegenwoordig nergens meer toegepast. Enkel de samenstelling van jury’s in bepaalde rechtszaken gebeurt nog door toevalsselectie. In de democratie van het antieke Athene daarentegen waren toevalsselectie en rotatie schering en inslag. Later doken bepaalde praktijken van de minipopulus opnieuw op: in de Italiaanse stadstaten in de late Middeleeuwen, in zestiende-eeuws Engeland en in diverse Zwitserse Landsgemeinden tot in de negentiende eeuw. Toen zo’n 200 jaar geleden de verkiezing van vertegenwoordigers als enige democratische procedure werd aanvaard, verdwenen de gebruiken van de minipopulus naar de achtergrond. Tot het idee op het einde van de twintigste eeuw door een aantal politieke filosofen weer werd opgerakeld als de best mogelijke manier om meer democratie in te voeren.

Maarten De Gendt vraagt zich af of de minipopulus inderdaad de beste manier is. Dat doet hij door het referendum en de minipopulus te vergelijken met het ideaal van democratie.

Zo moeten in een ideale democratie alle burgers een gelijke kans krijgen om hun stem effectief te laten meetellen bij een beslissing. Het systeem van de minipopulus slaagt daar beter in dan polyarchie, de huidige vorm van democratie. Het lijkt misschien raar om door toevalsselectie de burgers uit te kiezen die een beslissing mogen nemen, maar dat systeem garandeert voor iedere burger een meer gelijke kans om zijn stem te laten meetellen dan polyarchie. In een polyarchie hebben de burgers tussen twee verkiezingen in nauwelijks controle over de beslissingen van hun verkozen vertegenwoordigers, en bovendien is de kans om zelf verkozen te worden sterk afhankelijk van sociale, economische, geografische en gender-specifieke factoren. Niet iedereen heeft dus dezelfde kans om zijn stem te laten meetellen. De toevalsselectie van de minipopulus maakt daarentegen geen onderscheid tussen de burgers: iedereen heeft een gelijke kans om geselecteerd te worden. Dat wordt nog eens versterkt doordat de minipopulus ook rotatie kent, waardoor iedere burger op zijn beurt wel eens zijn stem effectief kan laten meetellen bij een beslissing. Enkel het referendum benadert het democratische ideaal nog dichter, omdat daarbij alle burgers hun stem kunnen laten meetellen in alle  beslissingen. Bij het referendum hoeft voor geen enkele beslissing een groep mensen geselecteerd te worden, omdat iedere burger aan elke beslissing kan deelnemen.

Het referendum heeft echter een groot nadeel: indien alle burgers over alle aangelegenheden moeten beslissen, dan houden ze geen tijd meer over voor hun werk, hun gezin, hun hobby’s,… Bovendien is de kans groot dat de meesten zich daardoor niet voldoende meer informeren over alle aspecten van de aangelegenheid waarover ze moeten stemmen. Dat is nochtans een ander kenmerk van de ideale democratie: dat elke beslissing gebaseerd is op een zo groot mogelijke kennis van alle gevolgen, voordelen en nadelen van die beslissing, zodat steeds ‘de beste’ beslissing genomen wordt. Het referendum houdt dus het gevaar in dat de burgers lichtzinnige beslissingen nemen, die ze niet zouden genomen hebben als ze beter geïnformeerd waren. Het systeem van de minipopulus kan die val voorkomen. Voor iedere aangelegenheid waarrond een beslissing moet vallen, worden weer andere burgers geselecteerd uit de bevolking. Niemand hoeft zich met meer dan één of enkele beslissingen tegelijk bezig te houden; iedere burger heeft dus ruimschoots de mogelijkheid alle relevante aspecten van een bepaalde aangelegenheid te leren kennen. De meeste pleitbezorgers van de minipopulus willen de leden van de geselecteerde groep voldoende tijd geven om met elkaar te overleggen en te discussiëren (al of niet via elektronische kanalen), om specialisten te raadplegen, om simulaties te maken,… Om de burgers niet uit te sluiten die zelfs daarvoor niet de middelen en de tijd hebben kan aan iedere geselecteerde burger een vergoeding worden uitbetaald.

Het systeem van de minipopulus is niet zo gek als het op het eerste zicht lijkt. Op sommige vlakken komt het dichter in de buurt van een ideale democratie dan het referendum, op andere vlakken scoort het referendum dan weer beter. Het referendum zorgt voor meer effectieve participatie van de burgers aan de besluitvorming dan de minipopulus, maar de minipopulus maakt een veel meer onderbouwde en weloverwogen beslissing mogelijk. Wie op zoek is naar meer democratie, heeft de keuze tussen beide mogelijkheden. Welk pad hij kiest hangt, aldus De Gendt, volledig af van wat hij het belangrijkst vindt: een zo groot mogelijke participatie, of zo veel mogelijk geïnformeerde en weloverwogen besluitvorming.

 

Universiteit of Hogeschool
Publicatiejaar
2002
Share this on: