- IN HET NIEUWE EUROPA -
Het voorbije halfjaar hebben we al tien Europese referenda achter de rug, negen over de
toetreding tot de Unie (kandidaat-lidstaat Cyprus houdt geen referendum) en één over de
invoering van de euro. In alle kandidaat-lidstaten koos een meerderheid van de burgers voor
de toetreding, en de Zweden bleven, het schokeffect van de moord op Anna Lindh ten spijt,
tegen de Euro gekant. In elk Europees referendum, waar we van de VLD in 2004 ook mogen
van genieten, staan de pro’s lijnrecht tegenover de eurosceptici. Elk komen ze met ontelbare
argumenten voor de dag om de burger te overtuigen van de goede of de slechte kanten van de
Europese samenwerking.
De afgelopen jaren bleken de Britse eurosceptici, de ijverigste leerlingen inzake
argumentering tegen Europa en de euro. Een opmerkelijk figuur in deze context was John
Laughland, die in 1998 furore maakte met zijn boek The Tainted Source: the undemocratic
origins of the European idea. Daarin trachtte hij te bewijzen dat de na-oorlogse Europese
gedachte deels haar oorsprong vond in de ideologie die ze bestreed, het nazisme. De
historische verdienste van Laughland lag echter niet in het aantonen van deze twijfelachtige
tainted source, maar wel in de ontkrachting van de these dat de extreem-rechtse Europagedachte
een louter propagandistische uitvinding was om de Duitse agressie te verdoezelen.
Breder en neutraal historisch onderzoek heeft ondertussen uitgewezen dat de Europese idee in
fascistisch Italië een zaak was van intellectuelen en nazistisch Duitsland zich in hoofdzaak
toespitste op de uitbouw van een Europäische Grossraumwirtschaft. Toch blijft het voor veel
Europese historici een heikel onderwerp dat nog steeds als een hypocriete gedachte wordt
bestempeld. Het is dan ook niet verwonderlijk dat hier in Vlaanderen tot op heden geen
onderzoek naar verricht is. In een land waar de bevolking nog altijd worstelt met haar
‘zwarte’ verleden en discussies over amnestie, vergeten en vergeven nog steeds sterke emoties
oproepen, betekent een dergelijk onderzoek een dubbele controverse.
De Nieuwe Orde
Het panorama van extreem-rechts in Vlaanderen was tijdens haar ‘hoogdagen’ (1931-1944)
op zijn minst veelkleurig te noemen. De aanzet werd gegeven door Joris Van Severen die in
1931 het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen (Verdinaso) oprichtte. In reactie op het
succes die het Verdinaso kende bij de Vlaams-nationalistische jeugd gingen de Vlaamsnationale
partijen een meer rechts-radicale weg bewandelen. In 1933 werd onder leiding van
Staf De Clercq het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) opgericht, dat in 1936 samen met
Rex een klinkende verkiezingsoverwinning behaalde. Deze overwinning inspireerde Rexleider
Degrelle tot de oprichting van Rex-Vlaanderen en een samenwerkingsakkoord met het
VNV. Het intellectuele weekblad Nieuw Vlaanderen pleitte eerder voor een samenwerking
tussen het VNV en de katholieke partij om zo een christelijke en volkse orde in Vlaanderen
op te bouwen.
Met de Duitse inval in 1940 en de moord op Joris Van Severen was een groot deel van het
extreem-rechtse veld lange tijd gedestabiliseerd. In de lente van 1941 werden het Verdinaso
en Rex-Vlaanderen opgenomen in de Eenheidsbeweging-VNV, die zich als enig
zaligmakende beweging in Vlaanderen wilde profileren. De SS zorgde evenwel voor twee
sterke concurrenten, de Algemeene SchutScharen Vlaanderen (ASSV) en de Deutsch-
Vlämische Arbeitsgemeinschaft (DeVlag) van Jef Van de Wiele. De harde concurrentiestrijd
tussen Hendrik Elias, die in 1942 de overleden Staf De Clercq opvolgde als leider van het
VNV, en Jef Van de Wiele werd beslecht in het voordeel van de DeVlag. In de laatste
maanden van de bezetting werd de DeVlag zelfs de belangrijkste politieke macht. Behalve
een kortstondige Vlaamse Landsleiding verdween iedere extreem-rechtse structuur samen met
de bezetter.
Europese eenheid
Bij het overlopen van dit bonte gezelschap rijst onmiddellijk de vraag of ze hun Vlaams, Diets
of Duits nationalisme wel konden rijmen met een internationalistisch begrip als Europa. Toch
merken we de systematische terugkeer van een aantal thema’s. Tijdens het interbellum
hechtten het Verdinaso, VNV en Nieuw Vlaanderen, onder invloed van de Spaanse
Burgeroorlog, veel aandacht aan de problematiek oorlog en vrede. Om de vrede in Europa te
garanderen werd een verenigd Dietsland noodzakelijk geacht. Het VNV en Nieuw Vlaanderen
kozen op het eind van de jaren dertig eerder voor een Derde Europa dat de neutrale staten van
Europa zou verenigen rond een kern gevormd door de Oslo-Staten.
De economische toekomst en organisatie van Europa keerde zowat bij iedere beweging als
thema terug. De vrees bestond dat de Europese economie zonder een duidelijk en eenvormig
beleid onder de druk van de Amerikaanse en Aziatische economieën zou schrompelen.
Daarom was economische samenwerking onder de vorm van een Europese Grootruimte
noodzakelijk. Nieuw Vlaanderen waarschuwde wel dat de Europa economisch onafhankelijk
kon zijn, maar zich niet mocht isoleren van de wereldeconomie.
Een derde thema, en een letterlijke rode draad doorheen de Europese gedachte, was de
verzoening tussen de natie en Europa. Volgens sommigen binnen het Verdinaso kon men
nationale en Europese belangen nooit verzoenen en was iedere Europese eenmaking gedoemd
te mislukken. Andere stemmen binnen Verdinaso pleitten dan weer, samen met Rex-
Vlaanderen en Nieuw Vlaanderen, voor een Europees federalisme, waar ieder land zijn
eigenheid kon behouden. Tijdens de oorlog koos men echter resoluut voor een hiërarchisch
geordend Europa onder leiding van Duitsland. Zowel de Eenheidsbeweging-VNV, als de
ASSV en de DeVlag benadrukten dat de Europese eenheid een eenheid in verscheidenheid
zou zijn en geen Gleichschaltung betekende. Dit gelde echter niet voor het Dietse/Vlaamse
volk. De Eenheidsbeweging-VNV hoopte eerst nog op een eigen plaats voor Vlaanderen in de
Europese gemeenschap, maar kwam later tot het besef dat het deel zou uitmaken van een
Germaans geheel, waardoor het voor Vlaanderen een voorname plaats in de Bond van
Germaanse Staten ging opeisen. De ASSV en de DeVlag anderzijds kozen, vanuit hun Groot-
Duitse traditie, meteen voor de annexatie van Vlaanderen bij Duitsland.
Een vierde en laatste thema dat zich manifesteerde, was de problematiek van het Avondland.
Dat was niet zozeer aandacht voor Spengler’s filosofie, maar wel een algemene bezorgdheid
over de toekomst van de Europese cultuur onder druk van het bolsjewisme en het
amerikanisme. Dit thema was niet alleen van belang bij culturele bewegingen als de DeVlag
en Nieuw Vlaanderen, ook het Verdinaso en in mindere mate het vooroorlogse VNV
bespraken de ondergang en redding van de Europese cultuur.
Onderzoek naar de Europese gedachte bij de Vlaamse Nieuwe Orde bewijst dat de Europese
samenwerkingsidee zowel in democratische als extreem-rechtse middens kan leven, maar
omwille van de sterk verschillende ideologische basis geen “tainted source” hoeft te
impliceren.
Tom Cobbaert