De links-rechts-tegenstelling: springlevend in de geesten van de politici
Links en rechts. Deze topografische aanduidingen vormen nog steeds een belangrijk ordeningscriterium in het politieke bedrijf en beschrijf. Dat blijkt althans uit de grote gretigheid waarmee politici, politicologen en commentatoren met deze begrippen goochelen om er politieke ideeën of attitudes mee aan te duiden. Sinds jaar en dag heeft de mens nood aan een dualistische manier van denken om zijn universum te ordenen en te begrijpen. Als politieke termen deden links en rechts evenwel pas hun intrede tijdens de Franse Revolutie, waar bij een parlementaire stemming over een vorstelijk vetorecht de voorstanders rechts en de tegenstanders links van de koning bleken te zetelen. Ook het begrippenpaar conservatief-progressief kent zijn oorsprong in die tijd.
Vaak wordt rechts-conservatief zonder al te veel nuances lijnrecht tegenover links-progressief geplaatst. Toch omvatten beide twee verschillende inhouden, die niet noodzakelijk hoeven samen te vallen. Enerzijds is er de betekenis van behoudsgezind versus vooruitstrevend en anderzijds is er de houding tegenover het gelijkheidsideaal, waarbij het zowel om sociaal-economische als ethisch-culturele (on)gelijkheid kan gaan. In Vlaanderen zien we dat de begrippen links, rechts, progressief en conservatief door politici - vooral ten tijde van verkiezingskoorts - veeleer strategisch dan inhoudelijk worden gebruikt. Om de beeldvorming te beïnvloeden vliegen ze ons om de oren. 'Progressief' is 'in', conservatief is 'out'.
Maar bestaat er in Vlaanderen eigenlijk nog een klassieke links-rechts-tegenstelling? Dat die bij de bevolking nog bestaat, blijkt uit menig kiezersonderzoek. Dat ze in de beleidsvoering nog bestaat, wordt daarentegen in menige studie betwist. Maar is ze nog aanwezig 'in de geesten' van de huidige Vlaamse politieke elite? Via een schriftelijke enquête werd bij alle Vlaamse volksvertegenwoordigers op alle parlementaire niveaus gepeild naar hun attitudes met betrekking tot links en rechts in de hedendaagse politiek. Verschillen de partijen nog qua economisch en ethisch conservatisme? Bestempelen de politici zichzelf en de andere partijen nog als links of rechts en zoja, welke betekenis geven ze daar dan aan? Vinden ze de links-rechts-tegenstelling vandaag voorbijgestreefd of veeleer springlevend?
De resultaten tonen aan dat de verschillen in sociaal-economische en ethische denkbeelden zich weldegelijk nog langsheen de partijgrenzen aftekenen. Zo zien we dat Agalev (later Groen!), SP.a en Spirit op beide domeinen de 'linkerzijde' uitmaken, terwijl het Vlaams Blok de enige partij is die op beide vlakken 'rechts' denkt. CD&V behaalt tweemaal een centrumscore, terwijl de VLD er ethisch centrumlinkse, maar economisch rechtse ideeën op nahoudt.
Wanneer de politici wordt gevraagd hun eigen politieke ideeën te situeren op een bipolaire links-rechts-as, zien we dat de gekozenen van Agalev zichzelf gemiddeld het meest links plaatsen en die van het Vlaams Blok het meest rechts. Naast Agalev beschouwen ook de parlementsleden van SP.a en Spirit hun ideeën uitdrukkelijk als linkse ideeën, terwijl CD&V en VLD zichzelf net rechts van het centrum situeren. Deze twee laatstgenoemde partijen plus het Vlaams Blok huisvesten evenwel politici die zich niet in dezelfde mate links of rechts voelen. Voor CD&V en VLD kunnen we dit in verband brengen met hun beider gekende aanspraak op de titel van 'volkspartij', maar ook het Blok lijkt daar nu mee om te dingen, zij het dat de scores van deze laatste partij niet variëren tussen links en rechts, maar tussen rechts en extreemrechts.
Als de partijen elkáár situeren op een links-rechts-as, vallen een aantal zaken op. Ten eerste, alle partijen gebruiken quasi de volledige as, dus zowel de linker- als de rechterzijde ervan, om de verschillende Vlaamse partijen op te situeren (dus ook die partijen die vinden dat de links en rechts nog weinig betekenis hebben, cfr. infra). Ten tweede, elke partij krijgt haar meest linkse score van het Vlaams Blok en deze scores gaan van extreemlinks voor Agalev tot centrumrechts voor de VLD. Ten derde, het Vlaams Blok beschouwt zichzelf duidelijk als de enige rechtse partij, maar wordt door alle andere partijen als een extreemrechtse partij beoordeeld. Ten vierde, er lijkt sprake van een 'links opbod', vooral tussen SP.a en Agalev. Elk van deze partijen beschouwt zichzelf linkser dan de andere en geeft de andere ook haar minst linkse score. Tenslotte, de partijen CD&V en VLD worden - vooral door de drie 'linkse' partijen veel rechtser gesitueerd dan ze zichzelf plaatsen.
De partijen verschillen ook onderling wat betreft het belang en de betekenis die ze hechten aan de links-rechts-tegenstelling. Zo bestaat er bijvoorbeeld een grote eensgezindheid over het associëren van rechts met zerotolerantie, maar eigenen de 'linkse' partijen zich wel thema's als sociale gelijkheid en de verzorgingsstaat toe, hetgeen dan weer niet wordt gepikt door de anderen. In elk geval is het zo dat wie zichzelf en zijn partij meer naar de uitersten van de links-rechts-as situeert, meer belang hecht aan het hedendaagse bestaan van een links-rechts-tegenstelling. SP.a vindt deze dus vandaag nog het meest relevant, daarin gevolgd door Agalev en Vlaams Blok. De VLD deelt het minst deze mening en CD&V en Spirit staan daar ergens tussenin. Geen enkele partij vindt links en rechts echt duidelijk gedateerde en betekenisloze begrippen, maar vooral VLD, en ook CD&V en Spirit denken wel in die richting. Dit is een eerder bizarre vaststelling, aangezien we constateerden dat alle partijen zichzelf en de andere partijen op een bipolaire as kunnen situeren en dat ze daarin wel een duidelijk links-rechts-onderscheid maken. Wat de situering van hun eigen partij betreft, is deze situatie enkel merkwaardig voor Spirit, die zichzelf duidelijk links plaatst op de as, hoewel ze daar dus blijkbaar weinig betekenis aan hecht. VLD en CD&V plaatsen zichzelf rond het centrum, zodat het lijkt alsof zij links en rechts vooral niet van toepassing vinden op hun eigen partij. Deze twee partijen kennen zoals gezegd een grote heterogeniteit met betrekking tot de ideologische opvattingen van hun individuele parlementsleden en dit heeft ongetwijfeld zijn aandeel in het eerder niet belangrijk vinden van een uitgesproken links-rechts-tegenstelling in de hedendaagse politiek. Een kwestie van de kerk in het midden te houden.
Hoewel de band tussen de Vlaamse partijen en hun klassieke links-rechts-ideologie in de praktijk van de beleidsvoering misschien soms ver te zoeken is, blijft hij in elk geval bestaan in de geesten van de politici. De voornaamste politicus van dit land mag er dan al eens naar verwijzen als een "spinnenweb uit het verleden", toch blijft de links-rechts-tegenstelling een belangrijk - zoniet het belangrijkste - ordeningscriterium in de hedendaagse politiek.
Hilde Van Liefferinge