Magrittes werk tussen de plooien van het mysterie
De manier waarop wij op een haast vanzelfsprekende manier met de wereld omgaan wordt door kunstenaars iedere keer opnieuw in vraag gesteld, bevestigd, verworpen of uitgevonden. De schilderkunstige methode van René Magritte houdt een fundamentele kritiek in op de werkelijkheid die zich toont in de versteende en bindende interpretaties die men eraan geeft. Magritte wil het vastgelegde ordenen relativeren en aantonen dat ons gebruikelijk perspectief niet het enige is. Hiermee laat hij zien dat het vanzelfsprekende niet vanzelfsprekend is. Zijn beelden vormen een tegenwicht voor al onze (denk)gewoontes en voor elk systeem dat op conventies berust.
Magritte zoekt naar sterke, onvergetelijke beelden die troebleren of intrigeren. Beelden als gedachten die de vrucht zijn van een bijzonder, niet verbaal maar schilderkunstig denken. Magritte verkiest dan ook een vrij koude, realistisch-figuratieve schilderstijl. Hij schildert doorgaans alledaagse voorwerpen zoals de alomgekende pijp, een bolhoed, een appel, een deur, een tuba of een venster. Niet de verf moet het werk doen, meer nog, de aandacht mag niet afgeleid worden naar de techniek of virtuositeit. Het (technisch) probleem bij uitstek voor Magritte is niet het hoe schilderen maar het wat schilderen: de inventiviteit van de beelden staat op het voorplan en niet de techniek. Magritte verwerpt de schildertechniek niet, integendeel, techniek is onmisbaar om een oeuvre zichtbaar te maken. Het blijft een middel en geen doel. Olie, lijm en verf bieden niets nieuws aan want ze worden gebruikt door de schilder.
Alleen het gezichtsvermogen is volgens Magritte van belang in zijn schilderijen. Magrittes penseelstreken verwijzen niet naar gedachten, in zijn werk zegt hij niets, hij toont. Magritte behoort alvast niet bij de talrijke schilders die iets zouden willen zeggen in verf. Net zomin is hij een schrijver die niet zou willen schrijven maar schilderen. Volgens Magritte is het onmogelijk dat de schilderkunst gevoelens kan uitdrukken. Kunst drukt niets uit. Hij wil dan ook het uitdrukken van ideeën en emoties in zijn schilderijen vermijden. Het hoeft geen betoog dat het uitdrukken van ideeën en emoties niet hetzelfde is als het oproepen van ideeën en emoties. Een kunstenaar zou perfect kunnen omschrijven wat hij met zijn werk bedoelt, wil uitdrukken of wil oproepen. Toch heeft de kunstenaar nauwelijks vat op de gedachten en gevoelens die zijn kunst werkelijk teweegbrengen bij zijn publiek. Dit verhindert echter niet dat schilderijen geen gevoelens of ideeën kunnen oproepen bij een toeschouwer. Ook psychische reacties als frapperen, aanraken, verontrusten, ontzetten, ziek maken, verwarren, verbluffen, stimuleren, interesseren, verrukken, opschudden kunnen opgewekt worden onder de toeschouwers, uiteraard bezit een schilderij deze gevoelens niet. Een kunstwerk van Magritte kan na de schok van de confrontatie ons ertoe aanzetten om na te denken, om te reflecteren over de mogelijke betekenis van dat kunstvoorwerp. Het kunstwerk zélf is niet zozeer een denkoefening, het is belangrijk te zien dat een schilderij ons denken kan uitlokken zonder dat dit denken in het kunstwerk zelf besloten zou liggen.
Het visuele aspect is noodzakelijk, toch doet de waarneming niettemin slechts dienst als een opstapje voor Magritte. Een schilderij is niet louter visueel maar een aanzet tot een mentale daad die via het biologisch gegeven van de zintuiglijkheid verloopt. In werkelijkheid gaat het hier om een visualiteit die ons attent maakt op een zien dat altijd reflexief is. Magritte drukt het treffend uit door:’ Het zien is niet enkel fysiek, het is bedacht.’ Magritte doelt op een meer aandachtiger manier van zien, een zien in de tweede graad: het zien op zich. Dit zien pretendeert niet in het waargenomen object op te gaan zodat het dit object ontkent. Hiermee bevestigt Magritte weerom de aandacht die hij aan de dingen zelf wil besteden. Magritte schildert precies alledaagse voorwerpen omdat dingen die banaal en vertrouwd zijn een grotere schok teweegbrengen. Een schok ontleent haar kracht aan het onverwachte. Hoe gewoner de afgebeelde voorwerpen zijn, hoe onverwachter de schok en hoe verbazingwekkender. De schok is het artistiek middel bij uitstek van Magritte om het mysterie uit te lokken.
Magritte is in feite niet om de kunst bekommerd maar om het leren omgaan met mysterie van het pure bestaan van dingen en mensen. Dit mysterie verdraagt volgens Magritte geen enkele verklaring. Het mysterie geldt als grondend principe van de werkelijkheid. Het geheim van dit mysterie is absoluut. Elke poging tot interpretatie praat het mysterie weg. Magritte fixeert zich dan ook op de zichtbare dingen van de wereld om ons heen. Zijn schilderkunst bevat geen symbolisme of allegorie. Als zijn schilderkunst speciaal is, dan is het precies omdat het geen symbolisme of allegorie bevat. Vandaar Magrittes afkeer om de objecten op zijn schilderijen als symbolen te beschouwen: symbolen zijn voor interpretatie vatbaar en verwijzen altijd naar iets anders.
Het mysterie oproepen is het ultieme kenmerk van de schilderkunst van René Magritte. Hij gaat op zoek naar beelden in de zichtbare wereld verenigd in een orde die het mysterie oproept. Magritte toont nergens het mysterie in zijn schilderijen. Het mysterie kan slechts opgeroepen worden want het is onkenbaar en onbegrijpelijk. Uiteindelijk kunnen we alleen getroffen worden door het mysterie. Het draait bij Magritte om de strijd van de evocatie van het mysterie. Magritte voert niet zozeer een gevecht, veeleer is er sprake van een dynamiek van verhullen en onthullen van het mysterie, van dichtplooien en ontvouwen. Een dynamiek waarin het mysterie desalniettemin ongrijpbaar aanwezig blijft. Zijn ideeën verdwijnen en komen tevoorschijn tussen deze plooien. Het mysterie kan het geheel dichtplooien. Door evocatie ontstaat de mogelijkheid van een ontvouwing van het mysterie en kan er een glimp van de ondoorgrondelijke diepte van het mysterie opgevangen worden. Het mysterie is een dynamisch proces van onthullen en verhullen waarin alle kennis van de wereld zich kan verschuilen en tevoorschijn treden.
Het succes van Magritte lijkt te berusten op een misverstand. Zijn oeuvre met de alledaagse voorwerpen die hij onophoudelijk afbeeldt lijkt toegankelijker dan het is. Magritte wil ons de naakte aanwezigheid van de werkelijkheid leren zien, ontdaan van alle franjes, als een mysterie, een ondoorgrondelijk geheim.