Rina Grünblatt
Ongewone seksuele patronen en voorkeuren kunnen iedereen overkomen, maar binnen het paradigma van de ‘natuurlijke’ seksualiteit werd enkel heteroseksuele coïtus bestemd voor voortplanting aanvaard, met de man in de toppositie en de vrouw op haar rug. Dit paradigma heeft het seksologisch denken vanaf de middeleeuwen en de ideeën over ‘abnormale’ of ‘deviante’ seksualiteit tot op heden gedomineerd. Seksuele variaties zijn cultuur- en tijdgebonden (APA, 2000). Uit de resultaten van naoorlogse onderzoekingen leek er binnen onze cultuur een grote discrepantie te bestaan tussen wat maatschappelijk wordt aanvaard en de feitelijke wensen van de algemene bevolking. Doorheen de geschiedenis is er uit medische hoek steeds een behoefte geweest aan classificatie. In de 19de eeuw heeft Krafft-Ebing de koppeling tussen seks en geweld beschreven als sadisme. Later werd masochisme eveneens besproken. Beide concepten werden vanaf de DSM III geclassificeerd als parafilieën, meer bepaald, seksueel sadisme en seksueel masochisme. Aan de basis van een parafilie wordt een narcistische persoonlijkheidsstoornis verondersteld. De uiting van narcisme is echter sterk cultureel bepaald, evenals de uiting van seksuele voorkeuren. Heden ten dage verwijst narcisme naar een interesse in of een bezorgdheid voor het zelf op een breed continuüm, gaande van gezonde naar pathologische aspecten. Narcisme is niet inherent goed of fout. Het is essentieel om eigen interessen, ambities en talenten te verwezenlijken. Sommige niveaus van narcistische stoornissen zijn bij iedereen terug te vinden. Ook sadistische en masochistische impulsen lijken bij alle individuen aanwezig te zijn, en naar de oppervlakte te komen wanneer juiste condities gesteld worden (Chancer, 1998 in Willams, 2002).
Tussen de twee extremen van het continuüm situeren zich de gezonde narcisten. De studie van narcisme heeft een verwarrende evolutie gekend die aanleiding heeft gegeven tot de mogelijkheid van het bestaan van twee soorten, namelijk overt en covert narcisme. De DSM-IV-TR omschrijft het overte type maar negeert de coverte vorm. Aan de basis delen overt en covert narcisme dezelfde defecten in de structuur van de zelfrepresentatie, de zelfwaarderegulatie en hebben ze grote problemen in de sfeer van het zelfgevoel. Ze zullen er echter op verschillende manieren mee omgaan. Schaamte is bij beiden een belangrijke drijfveer. Ze delen beiden eveneens narcistische kenmerken zoals uitbuiting en het gevoel van gerechtvaardigdheid, en zijn buitengewoon arrogant en in zichzelf verdiept. In andere opzichten zijn ze echter van elkaar te onderscheiden. Overt en covert narcisme worden op basis van de narcistische kwetsbaarheid eveneens op een continuüm voorgesteld. De overte narcist zal binnen een intieme relatie zijn zelfachting willen behouden door zich superieur op te stellen. Indien de partner als minderwaardig ervaren wordt, dan kan een sadomasochistische dynamiek binnen de relatie tot stand kunnen komen. Dit is echter niet wat we met sadomasochisme in dit onderzoek bedoelen. Hierbij ziet men dat het concept van sadomasochisme eveneens verwarrende lijkt te zijn door de verschillende beschrijvingen die het kan omvatten. Onze doelgroep betreft zelfgeïdentificeerde sadomasochisten of bdsm-ers (Bondage Discipline Sado-Masochism). Deze term wordt door de bdsm-gemeenschap zelf gehanteerd om pejoratieve associaties rondom sadisme bijvoorbeeld te vermijden. In tegenstelling tot de ideologie rond sadisme wordt binnen de bdsm relatie een bewust en tijdelijk machtshiërarchie tussen twee of meer mensen opgeroepen en instandgehouden gedurende de periode van een afgebakend spel. Kenmerkend voor deze bewust gezochte seksuele interactie is dat de ene partner de dominante rol inneemt en de ander de onderdanige rol waarbij deze interactie op basis van wederzijdse, vrijwillige deelname tot stand komt. Het bdsm spel is eveneens een theater, waarbij karikaturale rollen aangenomen worden. Een cruciaal kenmerk binnen deze relatie is dat van vertrouwen. Beide partners hebben elkaar ook nodig voor de invulling van elkaars behoeften. Bij het lezen van deze omschrijving lijkt sadisme hier niets mee te maken. Dit is echter de omschrijving geweest van het relationele aspect tussen dominant en onderdanige. Het betrekkingsniveau werd jaren door onderzoekers genegeerd die zich bogen over de overte handelingen of technieken, zoals zwepen, kettingen, vernederingen en de pijn. Het louter beschouwen van dit aspect maakt de verwarring tussen dominant en sadist duidelijk. Op relationeel vlak echter is de intentie en de relatie volledig verschillend.
Zoals men kan opmerken is het verband tussen sadomasochisme en narcisme moeilijk te conceptualiseren. De medische wetenschap heeft enkel de meest extreme vormen van parafilieën gezien. Toch werden deze bevindingen veralgemeend. Het heersende taboe rondom bdsm is nog heel groot en het opgeven van de anonimiteit kan ernstige implicaties met zich meebrengen.
De bedoeling van dit onderzoek was om een poging te ondernemen om op wetenschappelijke wijze de mate van narcisme bij bdsm-ers na te gaan en deze te vergelijken met een steekproef uit de algemene populatie, om zo het taboe hierrond trachten te verminderen. Hoewel het verband tussen de twee al lang werd gemaakt, zijn er geen studies voorhanden die dit effectief hebben onderzocht. Deze studie was dan ook exploratief. Met behulp van een vragenlijst, namelijk de Nederlandse Narcisme schaal, konden zowel overt als covert narcisme nagegaan worden. De literatuur rond bdsm is tweezijdig, dus het opstellen van hypothesen in dit verband was niet eenvoudig. Er werd eerst verondersteld dat er geen significant verschil zou blijken in de mate van narcisme (zowel overt als covert) tussen experimentele- en controlegroep. Nadien zijn we het verband nagegaan tussen overt narcisme bij dominanten, en covert narcisme bij onderdanigen onderdanigen sprake is van covert narcisme.
Ondanks het feit dat overt en covert narcisme bij de experimentele groep teruggevonden werd, wezen de belangrijkste resultaten uit dat overt narcisme bij de vrouwen en covert narisme bij de mannen gecentraliseerd waren. Deze genderverschillen komen overeen met de bevindingen van de auteurs van de NNS. Verklaringen werden echter niet gegeven. Deze bevinding verondersteld al de complexiteit van het narcismeconcept indien men weet dat overt narcisme grotendeels aan mannen toegekend wordt. Het gevonden verband tussen covert narcisme en dominanten was eveneens zeer merkwaardig. Aangezien de bevindingen van sadisme naar dominanten veralgemeend zijn geworden, hadden we overt narcisme verwacht. Deze veralgemening houdt een belangrijke verklaring in. De realiteit van de kwelling van het slachtoffer door de sadist werd veralgemeend naar de illusie en het spel van tussen dominant en onderdanige. Deze resultaten lijken aan te tonen dat er zowel voor narcisme als voor bdsm dringend onderzoek zou moeten gebeuren.