Vloeiend als het stromende water: Roma in en rond Brasov (Roemenië)

Charlotte Degezelle
Persbericht

Vloeiend als het stromende water: Roma in en rond Brasov (Roemenië)

Roemeense haat tegenover Roma houdt aan

 

 “Neem ze maar allemaal mee naar België!”

 

“Ze hebben mijn zoon vermoord.” “Steek ze in brand!” Roemenen worden niet graag geconfronteerd met de aanwezigheid van Roma in hun land. Ze noemen hen smerig, leugenaars en bedriegers. Bij wie er wel een positief woord voor over heeft, volgt dikwijls een bezwaar. We trokken naar Roemenië om er poolshoogte te nemen.

 

Luid geschreeuw buiten de kerk van Tarlungeni. De Engelse arts, die de katholieke Roma onderwerpt aan een medisch onderzoek, laat zijn bloeddrukmeter voor wat hij is en werpt een blik door het raam. Het geschreeuw houdt aan. Buiten troepen een tiental Roma samen rond een man die –fel gesticulerend- zijn ongenoegen uit. Hij is één van de weinigen die niet toegelaten wordt tot de rondreizende kliniek. “Ik zou het niet erg vinden vandaag te sterven”, zegt de 84-jarige Ion Ganea. “Dagelijks worden we verstoten omdat we zigeuners zijn en vandaag word ik ook nog eens gediscrimineerd omdat ik niet in God geloof.”

 

Uit de boot

 

Roemenië is een smeltkroes van volkeren, maar de Roma, officieel 2% en officieus 10% van de 22 miljoen inwoners, vallen uit de boot. Ze worden bestempeld als uitschot en hun bestaan wordt geloochend. In Risnov gaat de bevolking zelfs zo ver dat ze het Romakwartier smalend de 18e wijk noemen. Andrei Lenard, inwoner van Risnov, verklaard waarom: “Boekarest telt 17 arrondissementen. Door naar het Romagetto te verwijzen als de 18e wijk, willen de mensen duidelijk maken dat dit gebied in hun ogen niet bestaat.”

 

Door de verdrukking weten Roma niet hoe het voelt behandeld te worden als mensen. Ion Ganea is dan ook enorm fier dat we net zijn huis willen bezoeken.

Bij de ingang slaat een onaangename geur in ons gezicht. De kleine kamer wordt overheerst door een tweepersoonsbed, waarop een baby ligt te slapen. Op de grond liggen her en der doeken. “Om de kilte van de aangestampte aarde te verdrijven”, zegt Ion. “In de zomer wordt het hier 40 graden maar in de winter is het bitterkoud. Alle middelen zijn goed om warm te blijven.” In de kamer valt inderdaad geen verwarming te bespeuren. Met 24, waaronder 17 kinderen, leven ze hier samen. “We proberen te overleven met mijn karig pensioen. Eén keer kwam mijn zoon thuis met een grote som geld. Hij had één van zijn kinderen opgeofferd om de anderen meer kansen te geven”, vertelt hij hakkelend, zijn ogen zich met tranen vullend.

 

Strijd om te overleven

 

Luid joelend trekt een bruidsstoet door de straten van Tarlungeni, het gebied van de gadjé, zoals Roma alle niet-Roma noemen. De bruid, gekleed in een slagroomtaartachtige jurk, lacht de gelukzalige lach van een pasgetrouwde vrouw. Voorgegaan door muzikanten en toegejuicht door voorbijgangers, is deze optocht een vrolijk tafereel. Niets laat vermoeden dat enkele kilometers verder mensen vechten voor hun bestaan.

De Roemeense Roma hebben het lastig om te overleven. De Roemenen wijten dit aan hun luiheid. De Roma daarentegen zien zichzelf als slachtoffer van de economische crisis. Na het abrupte einde van het communisme in 1989 zijn de werkloosheidscijfers gestegen tot 8% maar bij de Roma loopt dit zelfs op tot 65%.

 

Beter onder Ceausescu

 

In Risnov raken we aan de praat met Gheorghe Grodimas. “Dankzij Ceausescu heb ik een prettige jeugd gehad, iets wat mijn eigen kinderen nooit zullen kennen. Mijn ouders hadden een job en we leefden zoals elk ander Roemeens gezin, tot de revolutie. Alle Roma raakten hun werk kwijt en we werden verjaagd.” Zijn broer Viorel, die als accordeonist probeert bij te klussen, knikt instemmend. Beiden hadden het graag anders gezien. “Ik ben al jaren werkloos en het is onmogelijk een job te vinden. Ze geven ons geen kans.”

 

Bij het afscheid neemt Viorel ons terzijde. Of we er misschien kunnen voor zorgen dat hij in België aan de slag kan. We vertellen hem dat er in België ook veel werkloosheid en intolerantie tegenover vreemdelingen heerst. Teleurgesteld neemt hij een slok van zijn glas wodka. Maar wat kunnen we doen? België als het beloofde land voorstellen, terwijl dit helemaal niet waar is?

 

Ongewenst bezoek

 

De spanningen tussen Roma en Roemenen zorgen voor een vijandig klimaat. Romawijken worden platgebrand, hun inwoners afgeslacht. De politie laat dit alles oogluikend toe. Op de markt van Risnov zit Ion Florea, een ambachtelijke juwelier. Hij heeft de stiel van zijn vader geleerd en geeft deze typische Roma-ambacht nu door aan zijn zoon. Ons gesprek wordt verstoord door een agent met Hitlersnorretje. “We moeten jullie hier niet! We hebben onze handen al vol aan de Roma zonder Westerlingen die de boel ophitsen!”

 

De volgende dag worden we, na twee uur geworstel met de bureaucratie, hartelijk ontvangen door commissaris Emil Rada, belast met de relatie tussen de plaatselijke overheid in Braşov en de Roma. “De voornaamste klachten in verband met zigeuners gaan over inbraken en veediefstallen. Soms is het wat extremer. Zo was er gisteren een steekgevecht tussen twee zigeuners”, vertelt hij, zijn woorden wikkend en wegend. Samen met zijn onwennigheid laat dit vermoeden dat hij niet alles verteld. Als we hem de verhalen over de bijtende houding van de politie tegenover de Roma vertellen, wordt de sfeer grimmig. “Wij werken samen met een commissie die er op toeziet dat de mensenrechten worden gerespecteerd. Alles verloopt dus volgens het boekje. Ook zijn er nauw contacten met organisaties die zich inzetten voor de verbetering van de levensomstandigheden van de Roma.”

 

Werken aan bewustwording

 

Eén van die organisaties is de Asociatia Nationala a Romilor din Romania. Op het stationsplein van Braşov, waar straatkinderen rondhangen, kreupelen bedelen en werklozen hun weinige geld verbrassen aan sterke drank, maken we kennis met Constantin Eftimie, Roma en leider van de beweging. “Ik probeer de rechten van de Roma te verdedigen. Heel belangrijk zijn onze kinderen. Zij zijn de toekomst en moeten een degelijke opleiding krijgen. Alleen hebben we af te rekenen met de corruptheid van de overheid. Het geld dat voor ons bestemd is, verdwijnt in hun zakken”, vertelt hij verontwaardigd. Misschien praat hij wel over zichzelf. De vele juwelen lijken verdacht voor iemand die zich wil voordoen als wereldverbeteraar.

 

In een buitenwijk van Braşov heeft Fundatia Genesis zijn hoofdkwartier. Het complex ligt in de schaduw van een kerk in opbouw. De omgeving ademt rust uit, iets wat we sinds onze aankomst in Roemenië niet meer ervaren hebben.

Marvin Fischer, oprichter van Fundatia Genesis, heeft projecten in Zizin en Tarlungeni. “Samen met de Roma werken we aan hun bewustwording. Ze moeten inzien dat ze in staat zijn zelf hun situatie te veranderen. Als dit lukt, en het besef van wat hier aan de hand is in het Westen groeit, zitten we op het juiste pad.”

 

Enkele kilometers verderop, in Risnov, zit Gheorghe Grodimas in zak en as. Vanavond is er een groots opgezet feest in het dorp maar als Roma is hij er niet welkom. Dan zal hij wel op zijn eentje vieren, samen met de fles wodka.                                                                     (Charlotte Degezelle)

Universiteit of Hogeschool
Communicatiebeheer
Publicatiejaar
2004
Share this on: