Bevreemdend voor en/of vervreemd van de samenleving? Een antropologische studie van de huidige Hare Krishna-beweging in België.

Hannelore
Roos

Zegen of vloek voor de samenleving?

De Hare Krishna-beweging in België - beter bekend als ‘sekte’ - gaat de maatschappelijke toer op.

 

Wat denkt u, wanneer u mannen met kaal geschoren hoofd op een plukje haar na, gehuld in witte of oranje gewaden en vrouwen in sari, in een bonte stoet door de stad ziet trekken met cimbalen en trommels? U heeft ze misschien nog nooit gezien en kent de Hare Krishna-beweging met als centrum van de Benelux het kasteel ‘Radhadesh’ te Septon niet. U draait onverschillig uw hoofd in de andere richting? Of sluit u enthousiast bij de stoet aan? Mogelijks voelt u een vorm van plaatsvervangende schaamte, omdat zij op dat moment hun geloof uit de privé-sfeer trekken en publiekelijk maken? Misschien staat u er maar bij en kijkt ernaar en denkt u wat de huidige Krishna volgelingen eertijds ook dachten: ‘wat een bende lunatics, zo’n rare gasten, wat een vreemde levensstijl zo zonder vlees, seks, een sigaretje, pintje of glaasje wijn, alles wat plezant en lekker is, mag hier niet!...’

 

In onze contreien is ISKCON - International Society for Krishna Consciousness - een nieuw gegeven sinds de jaren zeventig, maar de Hare Krishna-beweging claimt de vrucht te zijn van een eeuwenoude traditie. We kunnen haar situeren binnen het - veelzijdige - hindoeïsme, dat uiteenlopende strekkingen, denkrichtingen en tradities herbergt. Eén daarvan is de bhakti-yoga - de weg van de devotie of liefdesmystiek - met als invloedrijke mysticus Sri Chaitanya uit de 16de eeuw, waar de Krishna-beweging naar verwijst. Het gaat hier niet om liefde voor een levend persoon of één bepaalde goeroe, maar het accent ligt op de ontwikkeling van liefde voor de Godheid Krishna.  Krishna kan vele vormen aannemen, maar een blauwachtig androgyn figuurtje die op een dwarsfluit speelt, samen met - één van de vele koeherderinnetjes - Zijn lieveling Radha, is wellicht de meest bekende afbeelding.

Het beeld van de Hare Krishna-beweging werd echter tot op heden en plein public niet zo liefelijk geschetst. Dit heeft hoofdzakelijk te maken met het komen en - vooral - gaan van de missionaris in het Krishna-bewustzijn, Bhaktivedanta Swami Prabhupada. Deze Indiër, geboren in een Vaishnava familie, kreeg de smaak voor de devotie tot Krishna en een strikte vegetarische levensstijl met de moedermelk mee. Als bejaarde man, onthecht van de wereld, verspreidde hij zijn boodschap in de Verenigde Staten van Amerika door de bhakti in praktijk voor te leven. In het flower-power klimaat van de jaren ’60-’70 viel het extatische en geweldloze karakter van deze exotische religie voornamelijk in de smaak bij de experimenterende hippiejeugd. George Harrison - gitarist van de Beatles - was ongetwijfeld de meest muzikaal beroemde volgeling van Swami Prabhupada uit deze periode.  De mantra van de godsnamen - Hare Krishna Hare Krishna Krishna Krishna Hare Hare Hare Rama Hare Rama Rama Rama Hare Hare - veroverde op deze wijze een plaatsje in de wereld van de popmuziek. Prabhupada heeft in het Westen de devotie voor Krishna geïnstitutionaliseerd en op zijn beurt werd in India het Krishna-bewustzijn terug leven ingeblazen. Zijn inzet voor het behouden en verspreiden van een specifiek Indiase culturele traditie sprak westerlingen aan, maar wat de Indiase missionaris het meest sierde, was zijn vertaalwerk van de vedische literatuur. Sanskriet teksten zette hij om in het Engels, waaronder de Bhagavad-gita - ‘zoals ze is’ - die hij uitgebreid van uitleg en commentaar voorzag. Na zijn dood in 1977 verspreidden er zich andere, niet zo’n Krishna-bewuste nieuwtjes. Berichten van corruptie, malafide praktijken en manipulatie gingen de wereld rond. Vele discipelen van het eerste uur haakten af, hoewel dit niet noodzakelijk gepaard ging met het verlies van de filosofie en de spiritualiteit van het Krishna-bewustzijn.

De geschiedenis van de Hare Krishna-beweging in België is relatief kort. Vanuit Nederland waaide de inspiratie over tot bij ons, wat eind de jaren ’70 resulteerde in het bewoonbaar maken van het kasteel van Petite-Somme te Septon. Het groeide uit tot een leefgemeenschap met een 100-tal leden, die er een monniken- of nonnenleven op na hielden.

Wat er vandaag veranderd is, gaat niet over de essentie die erin bestaat ‘liefde voor God’, voor Krishna te  ontwikkelen. Ook de weg ernaar toe - via het pad van het Krishna-bewustzijn - waarop Srila Prabhupada, de Bhagavad-gita, goeroes, en collega discipelen of toegewijden de richtingswijzers zijn, blijft behouden. De vier principes - geen vlees, vis of eieren; geen intoxicatie door drugs, alcohol, nicotine, cafeïne,…; geen ongeoorloofde seksualiteit; geen gok- en kansspelen - maken nog steeds de kern uit van de beweging, die op deze wijze de kwaliteiten of deugden van mededogen en barmhartigheid, soberheid en boetvaardigheid, reinheid en kuisheid en eerlijkheid tot ontwikkeling willen brengen.

Wat er vandaag ‘anders’ is, is dat uw buurman of buurvrouw, dat jonge gezin in uw straat, of het bejaarde stel uit uw dorp bij de beweging kan aangesloten zijn, zonder dat u daar erg in heeft. Ze blijft nog steeds kleinschalig (het gaat over enkele honderden personen in België), maar profileert zich meer naar de buitenwereld toe ‘als een oase’, waar zowel de religieuze één-dagjes-toerist, de spirituele zinzoeker of elke breeddenkende medemens welkom is. Hoewel men tracht afstand te doen van ‘het wereldse’ blijkt de polarisering niet volledig te werken. Meer mensen voelen zich aangesproken om het Krishna-bewustzijn te beleven in de maatschappij waar zij wonen en werken - al blijft het een moeilijke evenwichtsoefening, daar maatschappijkritiek in zowel het denken als in het doen van de volgelingen zit verweven. Tijdens lezingen en bijkomsten wordt er in hoge dosissen meegeven dat ‘wij niet alles moeten slikken als honden’. De zinsnede van Leo Tolstoy: "Zolang er slachthuizen zijn, zullen er slachtvelden zijn" wordt meermaals aangehaald. Geweldloosheid is het stokpaardje van de beweging. Een vegetarische en zuivere levenstijl worden nagestreefd, om uit de kring van geboorte en wedergeboorte te stappen. Oosterse begrippen zoals karma en reïncarnatie worden er aangewend ter verklaring van het kwade in deze wereld.

 

Welke mensen trekt zo’n ‘vreemde’, internationaal - exotisch - gekleurde geloofsbeweging aan? Het zijn jongeren, het zijn volwassenen en het zijn ouderen, het zijn laag geschoolden en hoog geschoolden, het zijn werklozen, huisvrouwen, zelfstandigen, arbeiders, bedienden en studenten, het zijn mannen en vrouwen, zieken en gezonden, gegoede en minder gegoede personen... In gesprekken met (aspirant-)toegewijden spreekt vaak een door het levend getekend persoon je toe. Stuk voor stuk zoeken volgelingen het spirituele op, wat dat ook moge zijn.

Is het vormen en in stand houden van een ‘vreemde’ traditie een teken aan de wand? Een teken van verzuring, een reactie op de verruwing van de samenleving? Een beweging van zich terug trekken gemaakt door een gekwetste mens? Creëert de mens in de gedeconstrueerde postmoderne samenleving zijn eigen houvasten en gaat zo de wens van een zuiver en stabiel levenspatroon - in deze steeds veranderende, vervuilde, vertroebelde, chaotische, stresserende, illusoire samenleving - met het Krishna-bewustzijn in vervulling?

Bibliografie

BIBLIOGRAFIE

 

Bloch, Maurice

            1989    Symbols, Song, Dance and Features of Articulation: Is Religion an Extreme Form of                         Traditional Authority? In Ritual, History and Power. Pp. 19-45. Londen: Athlone.

 

Bouwman, Rita

1999    Hare Krishna: een manier van leven. Authentieke cultuur of nieuw fenomeen. Delhi: India Printers.

 

Broeckaert, Bert & Vanden Hove, Isabelle

            2005    Grote rituelen in de wereldgodsdiensten. Met foto’s van Patrick De Spiegelaere en                Wouter Rawoens. Leuven: Davidsfonds.

 

Callewaert, Winand

            1994    Hindoeïsme. Goden, goeroes en gezangen. Leuven: Davidsfonds.

 

Callewaert, Winand

            2001 [1996]     India. Betoverende verscheidenheid. Leuven: Davidsfond.

 

Conway, Flo & Siegelman, Jim

            1979 [1978]     Knappen. Een uniek en baanbrekend boek, dat inzicht geeft in en waarschuwt                                  tegen de mensonterende psychologische praktijken van hedendaagse semi-                           religieuze sekten. Amsterdam-Brussel: Elsevier focus.

 

Douglas, Mary

            1976 [1966]     Reinheid en gevaar. Utrecht-Anwerpen: Uitgeverij Het Spectrum.

 

Douglas, Mary

            2003 [1970]     Natural Symbols. Explorations in Cosmology. Londen: Routledge

 

Durkheim, Emile

            2002    The Elementary Forms of Religious Life. In A Reader in the Anthropology of                                   Religion. Michael Lambek, red. Pp. 34-49. Oxford: Blackwell.

 

Geertz, Clifford

            2000 [1973]     The Interpretation of Cultures. United States of America: Basic Books.

 

Gelberg, Steven J.

            2004    On Leaving ISKCON: Personal Story III. In The Hare Krishna Movement. The                                  Postcharismatic Fate of a Religious Transplant. E. F. Bryant & M. L. Ekstrand, red.               Pp. 393-403. New York: Columbia University Press. 

 

Gokula Vrindavana devi dasi & Rati Manjari devi dasi

            2000    Bhakti-yoga. Toewijding in de praktijk. s.l.: Gokula-Manjari Publications.

 

Gosvami, dasa Satsvarupa

1986    Prabhupada. Het leven en werk van de stichter van de Hare Krishna bewegin. Vaduz: Bhaktivedanta Book Trust.

 

Harris, Marvin

            1992 [1966]     The Cultural Ecology of India’s Sacred Catle. In  Current Anthropology 33                           (1):261-276. Originally appeared in Current Anthropology 7 (1).

 

Headland, Thomas N., Pike, Kenneth L. & Harris, Marvin (red.)

            1990    Emics and Etics. The Insider/Outsider Debate. Londen: Sage.

 

ISKCON

            1997    Een hogere smaak. Een handleiding voor het bereiden van verfijnde vegetarische                  gerechten. Gebaseerd op het onderricht van Sri Srimad A.C. Bhaktivedanta Swami                     Prabhupada. New Delhi: The Bhaktivedanta Book Trust.

 

ISKCON

            2001 [1989]     Zangboek. Antwerpen: ISKCON Antwerpen.

 

ISKCON

            2004    ISKCON and Interfaith. ISKCON in Relation to People of Faith in God. Oxford:                   ISKCON Communications.

 

 Judah, J. Stillson

            1974    Hare Krishna and the Counterculture. New York: Wiley.

 

Knott, Kim

            2004    Healing the Heart of ISKCON. The Place of Women. In  The Hare Krishna                           Movement. The Postcharismatic Fate of a Religious Transplant. E. F. Bryant & M. L.                   Ekstrand, red. Pp. 291-311. New York: Columbia University Press. 

 

Kranenborg, R.

2002    Neohindoeïstische bewegingen in Nederland. Een encyclopedisch overzicht. Serie wegwijs wereldreligies. Kampen: Uitgeverij Kok.

 

Leach, Edmund

            1983 [1976]     Logic and Mythologic. In Culture and Communication. Pp. 69-93. Cambridge:                                  University Press.

 

Muster, Nori J.

1997    Betrayal of the Spirit. My Life Behind the Headlines of the Hare Krishna Movement by Nori J. Muster. Urbana & Chicago: University Illinois Press.

 

Narayanan, Vasudha

            2002    The Hindu Tradition. In World Religions. Eastern Traditions. Second Edition. Willard                       G. Oxtoby, red. Pp. 12-125. Canada: Oxford University Press.

 

Persaud, Robert H. Swami

            2001    Licht op hindoeïsme. Servire Basisreeks. Utrecht: Kosmos-Z&K Uitgevers.

 

Rambo, Lewis R.

            1993    Understanding Religious Conversion. Londen: Yale University Press.

 

Rochford, Burke E. Jr.

            1999    Education and Collective Identity. Public Schooling of Hare Krishna Youths. In Susan                      J. Palmer & Charlotte Hardman (red.) Children in New Religions. s.l.: Rutgers                           University Press. Pp. 29-50.

 

Rosen, Steven (Satyaraja Dasa Adhikari) & Van Pelt, Alvin

            1989    Krishna Consciousness and Christianity. East-West Dialogues. Conversations between                      the Reverend Alvin Van Pelt and Satyaraja Dasa Adhikari. s. l.

 

Schweig, Graham M.

            2004    Krishna, the Intimate Deity. In The Hare Krishna Movement. The Postcharismatic                 Fate of a Religious Transplant. Edwin F. Bryant & Maria L. Ekstrand, red. Pp. 13-                   30. New York: Columbia University Press.

 

Sri Srimad A.C. Bhaktivedanta Swami Prabhupada

            1986 [1973]     De Bhagavad-gita zoals ze is. Bekorte uitgave. Amsterdam: The                                             Bhaktivedanta Book Trust.

 

Tambiah, Stanley Jeyaraja

            2002    Form and Meaning of Magical Acts. In A Reader in the Anthropology of                               Religion. Michael Lambek, red. Pp. 340-357. Oxford: Blackwell.

 

Weiss, Arnold S. & Mendoza, Richard H.

            1990    Effects of Acculturation into the Hare Krishna Movement on Mental Health and                   Personality. In Journal for the Scientific Study of Religion 29 (2): 173-184.

 

Zablocki, Benjamin & Robbins, Thomas, red.

            2001    Misunderstanding Cults. Searching for Objectivity in a Controversial Field. Canada:              University of Toronto Press.

 

Tijdschriften

 

Mahaprabhu Dasa

            2002    Radhadesh a Spiritual Oasis. In  Back to Godhead. The Magazine of the Hare Krishna                      Movement. september-oktober: 16-25.

 

Eindverhandelingen

 

Schryvers, Ellen

1997    De Hare Krishna beweging in Septon: de positie van de vrouw in vergelijking met India. Eindverhandeling aangeboden tot het verkrijgen van de graad van licentiaat in de Sociologie aan de Faculteit Sociale Wetenschappen Departement Sociologie o.l.v. Prof. Dr. K. Dobbelaere als promotor en o.l.v. Prof. Dr. W. Dumon als verslaggever. Katholieke Universiteit Leuven.

 

Verhaegen, Karen

1995    De vrouw in de Bhakti-traditie: theologische achtergronden van de plaats van de vrouw in de Hare Krishna beweging. Eindverhandeling aangeboden tot het verkrijgen van de graad van licentiaat in Toegepaste Theologie aan de Faculteit Godgeleerdheid o.l.v. Prof. C. Cornille. Katholieke Universiteit Leuven.

 

Internetbronnen

 

Deadwyler, Gabriel

            2001    Fifteen Years Later: A Critique Of Gurukula. In Iskcon Communication Journal vol.                         9/1. Elektronisch document.  http://www.iskcon.com/icj/9_1/yudhi.html.

L. J.

            s.d.       Hare Krisna en kindermishandeling. Door een massale getuigenis van de slachtoffers                        staat de Hare krisnabeweging terecht voor kindermishandeling. Elektronisch                                  document. http://users.pandora.be/sasvzw/.

 

Rasamandala Dasa

            1995    Moving into Phase Tree: an Analysis of ISKCON Membership in the UK. In Iskcon             Communication Journal vol.3/2. Elektronisch document.                                                        http://www.iskcon.com/icj/3_2/3_2rasamandala.html.

 

http://www.radhadesh.com

www.ffl.org

http://users.pandora.be/sasvzw

www.iacsso.be

 

Download scriptie (824.9 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2005