De betekenis van NGO’s op vlak van kinderrechten en onderwijs. Een case study van een lokale NGO in India.

Fien
De Coene

- stem van een kind -

 


 

Niemand wou

me aanraken… alleen later bij de lijkschouwing

toen ze wisten dat mijn mond naar niets zou zoeken…

en mijn hoofd gemeten kon worden

en gebogen en in repen geknipt

en ik leek op een stukgesneden granaatappel.

De vrucht die je nooit hebt aangeraakt.

 

Moeder, ik ben wie je hebt weggestuurd

toen de dokter je vertelde

dat ik een meisje zou zijn… jouw tweede meisje.

 

Later zodra je kon

trok je je grasgroene sari aan…

de oranje stelen van parijatakbloesems

glinsterden in jouw haar…

Later

glimlachte iedereen.

 

Maar nu vraag ik jou

om naar me te zoeken, moeder, naar

me te zoeken want

ik zal niet naar jou komen in mijn dromen.

Zoek naar mij, moeder, zoek,

want ik zal geen bloem worden.

Ik zal me niet ontpoppen

tot een vlinder

en ik ben geen flard van iemands lied.

 

H

et kind in dit gedicht smeekt, net zoals miljoenen andere kinderen overal ter wereld, om de verwezenlijking van haar rechten. Geen enkel land is vrij van inbreuken op de rechten van het kind, zoals die in het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) beschreven staan.

In een samenleving waar internationalisering en globalisering steeds meer aan belang winnen, komen kinderrechten meer en meer op de voorgrond te staan. Steeds meer actoren worden bovendien betrokken in het kinderrechtendiscours. Het zijn niet langer alleen overheden en overheidsorganisaties, zoals bijvoorbeeld de Verenigde Naties, die een rol spelen.

Non-gouvernementele organisaties (NGO’s) hebben een steeds groter wordende invloed binnen het mensen- en kinderrechtendiscours. Ze financieren mensen- en kinderrechtenprojecten, nemen actief deel aan mensen- en kinderrechtenwerk, bekritiseren inbreuken op mensen- en kinderrechten, consulteren en lobbyen overheden, zetten overheden aan tot het uitvoeren van veranderingen in de situatie van kinderen in hun land enzovoort.  Hier en daar wordt zelfs gesproken over een nieuw type van politieke macht die NGO’s in handen krijgen en waarvan het doel is om mensenrechten onder de politieke aandacht te brengen.



--------- NGO’s in Azië ----------

 

A

zië is een continent van contrasten. Het omvat enkele van de armste landen in de wereld, maar tevens enkele van de rijkste landen ter wereld. De ontwikkelingslanden bevinden zich allen in Zuid-Azië, waar één vierde van alle kinderen leeft. De kindersterfte is er echter hoog (in India alleen al sterft bijna 10% van de kinderen voor de leeftijd van 5 jaar) en een groot deel van de kinderen leeft in een toestand van deprivatie. Meisjes worden er sterk gediscrimineerd. Dit resulteert in een slechte gezondheidstoestand, een laag percentage schoollopende meisjes, kinderarbeid, kinderprostitutie en kinderhandel over de grenzen heen.

Azië is eveneens een continent waar mensen heel sceptisch en zelfs afkerig staan ten opzichte van de toepassing van kinderrechten in hun land. Aziatische overheden aanvaarden het IVRK en de daarin omschreven rechten niet zonder meer. Ze geven verschillende problemen aan wat betreft de concepten mensenrechten en kinderrechten. Een eerste probleem omvat het individueel klachtrecht. Verschillende Aziatische overheden hebben het er moeilijk mee dat individuen, op basis van sommige mensenrechtenverdragen, schendingen internationaal kunnen aanklagen. Een tweede probleem omvat het feit dat Aziatische landen ervan overtuigd zijn dat kinder- en mensenrechten ontwikkeld zijn voor en door Westerse staten. Deze rechten zijn dus enkel gebaseerd op waarden en normen die in het Westen van toepassing zijn (denk bijvoorbeeld aan het individualisme en het kapitalisme). Bijgevolg kunnen mensenrechten volgens Aziatische overheden helemaal niet gelden in Azië. Ten derde zijn participatierechten van kinderen in Aziatische landen bijzonder moeilijk te erkennen. Participatie voor kinderen erkent namelijk de persoonlijke autonomie van kinderen, wat in strijd is met de kenmerken die horen bij de status van een volwassene in de Aziatische cultuur. Een vierde probleem is dat de nationale overheden niet zelf in de mogelijkheid zijn om kinderen te ondersteunen en inbreuken op hun rechten te herstellen. Ten vijfde zijn alle Aziatische landen bijzonder gevoelig voor inbreuken op hun soevereiniteit. Ze hebben het er moeilijk mee dat de situatie in hun land op een negatieve manier onder internationale aandacht kan komen.

 

NGO’s hebben het dus niet gemakkelijk in Azië en hun rol met betrekking tot kinderrechten wordt er dan ook regelmatig uitgedaagd en in vraag gesteld.

 

-- Kinderrechten en NGO’s in --India

 

D

oorheen het bestuderen van acht documenten van programma’s omtrent kinderen, kinderrechten en onderwijs, door de Indische overheid ontwikkeld na de afhankelijkheid van India in 1947, wordt duidelijk dat de Indische overheid ook niet volledig achter het toekennen van rechten aan kinderen staat.

Alle bestudeerde overheids-programma’s beschrijven acties die ondernomen moeten worden en maatregelen die getroffen zullen worden om de situatie van kinderen te verbeteren. Slechts één van deze acht programma’s vertrekt vanuit het toekennen van rechten aan kinderen.

 

Het is duidelijk dat NGO’s door de Indische overheid min of meer genegeerd worden. De staat voert geen anti-NGO-politiek, maar onderneemt een aantal acties om NGO’s te beperken in hun werking. In 1999 heeft de Indische overheid een wet afgekondigd die Indische organisaties en individuen die buitenlandse financiering krijgen verplicht eerst een vergunning hiervoor te ontvangen van de Indische overheid. Met deze wet worden NGO’s die de overheid regelmatig bekritiseren geïntimideerd. In datzelfde jaar introduceerde de overheid in India een nieuwe praktijk. Het werd sindsdien noodzakelijk om bij het organiseren van internationale conferenties in India eerst de toestemming te hebben van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het bestaan van NGO’s werkende rond mensen- en kinderrechten wordt dus bemoeilijkt, maar toch getolereerd door de Indische overheid.

 

N

GO’s (zoals Broederlijk Delen, Amnesty Internation, Plan België, Handicap International, …) zijn een heel belangrijke spilfiguur wat betreft kinderrechten. Meer nog, zonder NGO’s zou de verwezenlijking van kinderrechten veel minder ver staan. Ze zijn dus de voornaamste actoren die voor de werkelijke implementatie van kinderrechten zorgen. Ze vertolken de stem die kinderen vaak niet krijgen!

 

--------------------------------------


 


Stuk uit de Nederlands vertaling van het gedicht van de Indische Sujata Bhatt (Bhatt, S. Stem van het ongeboren meisje. In: Is dit recht, mijn lief? Verhalen en gedichten over mensenrechten. Ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. NCOS/Uitgeverij De Vijver/Novib, p. 15-16.

Bibliografie

Bibliografie

 

• Aguilar, L.-M. The role of NGO’s in monitoring children’s rights. In: Verhellen, E. (1996). Monitoring children’s rights. The Hague/Boston/London: Kluwer Law International, p. 503-507.

• Ahmed, M. (1991). Basic education and national development. Lessons from China and India. A publication of the Unicef Programme Division.

• American Amnesia. www.usamnesia.com, 30 april 2005.

• Annan, K., A. (2001). We the children : End-decade review of the follow-up to the World Summit for Children. Uitgave van Unicef.

• Allen, D. Workshop paper. Networking within the NGO community. In: Verhellen, E. & Weyts, A. (2003). Understanding children’s rights. Papers collected at the sixth international interdisciplinary course on children’s rights, University of Ghent, p. 165-171.

• Amnesty International (1998). Children in South Asia. Securing their rights.

• The Association of South East Asian Nations (ASEAN). www.asean.org, 6 mei 2005.

• Baehr, P., R. (1998). De rechten van de mens. Universaliteit in de praktijk. Amsterdam: Uitgeverij Boom.

• Child Relief and You (Indische NGO). www.cry.org, 7 mei 2005.

• Beeson, M. (2003). ASEAN plus three and the rise of reactionary regionalism. Contemporary Southeast Asia, 25 (2), p. 251-268.

• Behera, D., K. The invisible little big workforce: plight of the female working child in India. In: Verhellen, E. (1996). Monitoring children’s rights. The Hague/Boston/London: Martinus Nijhoff Publishers, p. 803-816.

• Bell, D., A. & Carens, J.,H. (2004). The ethical dilemmas of international human rights and humanitarian NGO’s: reflections on a dialogue between practitioners and theorists. Human Rights Quarterly, 26, p. 300-329.

• Bell, C. & Keenan, J. (2004). Human rights nongovernmental organizations and the problems of transition. Human Rights Quarterly, 26, p. 330-374.

• Bellamy, C. (2003). De toestand van de kinderen van de wereld 2003. Participatie van jongeren. Uitgave van UNICEF.

• Bellamy, C. (2004). The state of the world’s children 2004. Girls, education and development. Uitgave van UNICEF.

• Bhatt, S. Stem van het ongeboren meisje. In: Is dit recht, mijn lief? Verhalen en gedichten over mensenrechten. Ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. NCOS / Uitgeverij De Vijver / Novib, p. 15-16.

• Block, J., R., A. (2000). Het recht van kinderen op kwalitatieve kindertelevisie en op participatie bij het totstandkomen hiervan. Onderzoek naar de rol van (internationale) (niet-)

gouvernementele organisaties voor de effectuering van dit recht. Licentiaatsverhandeling. Universiteit Gent.

• Bonasso, A. Regional children’s instruments. In: Verhellen, E. (2000). Understanding children’s rights. Papers collected at the fifth international interdisciplinary course on children’s rights,

University of Ghent, p. 609-618.

• Braster, J., F., A. (2000). De kern van casestudy’s. Assen: Van Gorcum.

• Brems, E. Children’s rights and universality. Tekst ontvangen van Lieve Cattrijsse.

• Brems, E. (1997). Enemies or allies? Feminism and cultural relativism as dissident voices in human rights discourse. Human Rights Quarterly, 19, p. 136-164.

• Brems, E. Pleidooi voor een pragmatische benadering van de mensenrechten. In: De Tavernier, J. & Pollefeyt, D. (1998). Heeft de traditie van de mensenrechten toekomst? Leuven / Amersfoort: Acco, p. 179-186.

• Broeckaert, B. Over particulariteit en universaliteit van het discours over de mensenrechten. In: De Tavernier, J. & Pollefeyt, D. (1998). Heeft de traditie van de mensenrechten toekomst? Leuven / Amersfoort: Acco, p. 19-27.

• Broederlijk Delen. www.broederlijkdelen.be, 9 mei 2005.

• Bronkhorst, D. De universele verklaring van de rechten van de mens. Oorsprong, betekenis en toekomst. In: Meijer, M. (red.) (1998). Grondrecht en wisselgeld. Aziatische en westerse visies

op de waarde van de rechten van de mens. Utrecht: Greber Uitgever & Distributeur, p. 15 – 39.

• Burggraeve, R. Mensenrechten: een kwestie van gelijkheid en verschil. In: De Tavernier, J. & Pollefeyt, D. (1998). Heeft de traditie van de mensenrechten toekomst? Leuven / Amersfoort: Acco, p. 89-94.

• Burms, A. Misbruik van het mensenrechtendiscours. In: De Tavernier, J. & Pollefeyt, D. (1998). Heeft de traditie van de mensenrechten toekomst? Leuven / Amersfoort: Acco, p. 95-97.

• Cantwell, N. The convention on the rights of the child. Vini, vici … et vinci. In: Verhellen, E. & Weyts, A. (2003) Understanding children’s rights. Papers collected at the sixth international interdisciplinary course on children’s rights, University of Ghent, p. 395-407.

• Cattrijsse, L. Children’s rights and education: the right TO, IN and THROUGH education: three interrelated imperatives. In: Verhellen, E. (2000). Understanding children’s rights. Papers collected at the fifth international interdisciplinary course on children’s rights, University of

Ghent, p. 619-640.

• Cattrijsse, L. The trees and the wood. Governmental and non-governmental organisations working for children’s rights. In: Verhellen, E. (2000). Understanding children’s rights. Papers collected at the fifth international interdisciplinary course on children’s rights, University of

Ghent, p. 423-444.

• Child Rights Information Network. www.crin.org, 6 mei 2005.

• Cliteur, P., B. (1999). De filosofie van mensenrechten. Nijmegen : Ars Aequi Libri.

• Cogen, M. (1998). Handboek internationaal recht. Gent: Mys & Breesch.

• Committee on the Rights of the Child. (2000). Concluding observations of the committee on the rights of the child: India. 23/02/2000. CRC/C/15/Add. 115.

• Common Dreams. www.commondreams.org, 30 april 2005.

• Cook, P. Cross-cultural perspectives on the child image. In: Verhellen, E. (2000).

Understanding children’s rights. Papers collected at the fifth international interdisciplinarycourse on children’s rights, University of Ghent, p. 55-65.

• Dall, F., P. Children’s right to education: reaching the unreached. In: Himes, J., R. (1995). Implementing the convention on the rights of the child. Resource mobilization in low-income countries. Dordrecht/Boston/London: Martinus Nijhoff Publishers, p; 143-182.

• De Feyter, K. Mensenrechten: universaliteit en culturele verscheidenheid. In: De Tavernier, J. & Pollefeyt, D. (1998). Heeft de traditie van de mensenrechten toekomst? Leuven / Amersfoort:

Acco, p. 49-56.

• De Meyer, R. (1995). NGO’s : waakhond of schoothond ? Samenleving en politiek, jaargang 2 (3), p. 36-38.

• Departement Onderwijs India. http://edudel.nic.in, 23 april 2005.

• De Waart, P. Mensenrechten en volkerenrecht. In: De Tavernier, J. & Pollefeyt, D. (1998). Heeft de traditie van de mensenrechten toekomst? Leuven / Amersfoort: Acco, p. 187-194.

• De Wachter, F. Mensenrechten: ethiek voor de eenentwintigste eeuw. In: De Tavernier, J. & Pollefeyt, D. (1998). Heeft de traditie van de mensenrechten toekomst? Leuven / Amersfoort: Acco, p. 195-200.

• Detrick, S. (1992). The united nations convention on the rights of the child. A guide to the “traveaux préparatoires”. Dordrecht/Boston/London: Martinus Nijhoff Publishers.

• Elbers, E. De verschuivende zone tussen zorg en zelfstandigheid. Een

ontwikkelingspsychologisch perspectief. In: Van Nijnatten, C. (red.) (1993). Kinderrechten in discussie. Amsterdam/Meppel: Uitgeverij Boom p. 81-101.

• Fowler, A. (1997). Striking a balance. A guide to enhancing the  effectiveness of nongovernmental organisations in international development. London: Earthscan Publications Ltd.

• Freeman, M. Children and cultural diversity. In: Fottrell, D. (ed.) (2000). Revisiting children’s rights. 10 years of the UN Convention on the Rights of the Child. The Hague/London/Boston: Kluwer Law International, p. 15-29.

• Geocities. www.geocities.com, 23 april 2005.

• Goedertier, G. & Verheyde, M. The activities of the UN committee on the rights of the child. In: Verhellen, E. (2000). Understanding children’s rights. Papers collected at the fifth international interdisciplinary course on children’s rights, University of Ghent, p. 377-412.

• Goonesekere, S. A regional response to children’s rights in asia: problems and prospects. In: Verhellen, E. (1997) Understanding children’s rights. Papers collected at the second international interdisciplinary course on children’s rights, University of Ghent, p. 625-645.

• Goonesekere, S. (1998). Children, law and justice. A South Asian perspective. New Delhi/Thousand Oaks/London: Sage publications.

• Goonesekere, S. Regional children’s rights instruments: a perspective from Asia. In: Verhellen, E. & Weyts, A. (2003) Understanding children’s rights. Papers collected at the sixth international interdisciplinary course on children’s rights, University of Ghent, p. 565-582.

• Government of India (1986). National Policy on Education.

• Government of India. (1992). National Plan of Action for Children.

• Government of India. (1997). Initial reports of states parties due in 1995: India. 07/07/97. CRC/C/28/Add. 10.

• Government of India. (2001). National Policy and Charter for Children.

• Government of India. (2001). Second periodic reports of states parties due in 2000: India. 10/12/01. CRC/C/93/Add. 5.

• Government of India. (2002-2007). Tenth Five Year Plan.

• Government of India in cooperation with the United Nations Children’s Fund. (2003-2007). Master plan of operations 2003-2007. A programme of cooperation for children and women in India.

• Gupta, S. & Mittal, M. (1995). Status of women and children in India. New Delhi: Anmol publications.

• Heirman, M. De mensenrechten: Alleen het individu is universeel. In: De Tavernier, J. & Pollefeyt, D. (1998). Heeft de traditie van de mensenrechten toekomst? Leuven / Amersfoort: Acco, p. 29-34.

• Herzog, T. (1996). Research methods in the social sciences. New Jersey: Prentice-Hall.

• Hodgkin, R. & Newell, P. (prepared for Unicef) (1998). Implementation handbook for the convention on the rights of the child. Geneva: Atar SA.

• Hutjes, J., M. & Van Buuren, J., A. (1992). De gevalsstudie. Strategie van kwalitatief onderzoek. Meppel / Amsterdam / Heerlen: Uitgeverij Boom.

• India restricts NGO meetings (1999). Tekst te vinden op de website van het South Asian Human Rights Documentation Centre: www.hri.ca/partners/sahrdc, 2 november 2004.

• Indian NGO’s. www.indianngos.com/issues/child/overall/govt/prog, 23 april 2005.

• International Herald Tribune. www.iht.com, 30 april 2005.

• Is dit recht, mijn lief? Verhalen en gedichten over mensenrechten. Naar aanleiding van het 50- jarig bestaan van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. NCOS / Uitgeverij De Vijver / Novib.

• Johnson, D. Cultural and regional pluralism in the drafting of the UN convention on the rights of the child. In: Freeman, M. & Veerman, P. (ed.) (1992). The ideologies of children’s rights. Dordrecht / Norwell: Martinus Nijhoff Publishers, p. 95-114.

• Kamchedzera, G. The African child charter: finally in force amidst enhanced justification. In: Verhellen, E. (2000). Understanding children’s rights. Papers collected at the fifth international

interdisciplinary course on children’s rights, University of Ghent, p. 555-572.

• Kamchedzera, G. The management of macro-economic instability and child rights in poor countries. In: Verhellen, E. (2000). Understanding children’s rights. Papers collected at the fifth international interdisciplinary course on children’s rights, University of Ghent, p. 363-375.

• Leary, V., A. Globalization and human rights. In: Symonides, J. (1998). Human rights: new dimensions and challenges. Manual on human rights. Aldershot / Brookfield / Singapore / Sydney: Ashgate, p. 265-279.

• Li, X. ‘Aziatische waarden’ en de universaliteit van mensenrechten. In: Meijer, M. (red.) (1998). Grondrecht en wisselgeld. Aziatische en westerse visies op de waarde van de rechten van de mens. Utrecht: Greber Uitgever & Distributeur, p. 41 – 51.

• Ling, L. (1993). Internationale regelgeving over de rechten van het kind. Het Vnkinderrechtenverdrag vergeleken met andere  mensenrechtendocumenten. Defence for Children International.

• Longford, M. Non-governmental organisations and the rights of the child. In: Willetts, P. (1996). The conscience of the world. The influence of non-governmental organisations in the UN system. London: Hurst & Company, p. 214-240.

• Lopatka, A. The rights of the child are universal. The perspective of the UN Convention on the Rights of the Child. In: Freeman, M. & Veerman, P. (ed.) (1992). The ideologies of children’s rights. Dordrecht / Norwell: Martinus Nijhoff Publishers, p. 47-52.

• Manson, S., P. & Price-Cohen, C. Children’s rights in education. In: Hart, S., Price-Cohen, C., Fared-Erickson, M. & Flekkøy, M. (ed.) (2001). Children’s rights in education. London/Philadelphia: Jessica Kingsley Publishers.

• Maps of India. www.mapsofindia.com, 15 april 2005.

• Maso, I. & Smaling, A. Objectiviteit in kwalitatief onderzoek: een overzicht. In: Maso, I. & Smaling, A. (1990). Objectiviteit in kwalitatief onderzoek. Meppel / Amsterdam: Uitgeverij Boom, p. 13-29.

• Maso, I. & Smaling, A. (1998). Kwalitatief onderzoek: praktijk en theorie. Amsterdam: Boom. 

• Mc Gillivray, A. (1994). Why children do have equal rights: in reply to Laura Purdy. The International Journal of Children’s Rights, 2, p. 243-258.

• Meijer, M. De menselijke maat. Mensenrechtentoets als instrument. In: Meijer, M. (red.) (1998). Grondrecht en wisselgeld. Aziatische en westerse visies op de waarde van de rechten van de mens. Utrecht: Greber Uitgever & Distributeur, p. 137 – 160.

• Meuwse, S. Defence for children international. The worldwide movement for children’s rights. In: Verhellen, E. (2000). Understanding children’s rights. Papers collected at the fifth international interdisciplinary course on children’s rights, University of Ghent, p. 503-529.

• Meuwse, S. The role of non-governmental organisations and the implementation of the convention on the rights of the child: the case of defence for children international. In: Verhellen, E. & Weyts, A. (2003). Understanding children’s rights. Papers collected at the sixth

international interdisciplinary course on children’s rights, University of Ghent, p. 505-513.

• Mortier, F. Rationality and competence to decide in children. In: Verhellen, E. (2000). Understanding children’s rights. Papers collected at the fifth international interdisciplinary course on children’s rights, University of Ghent, p. 67-87.

• Nurruzzaman, M. (1999). SAARC and subregional co-operation: domestic politics and foreign policies in South Asia. Contemporary South Asia, 26 (3), p. 311-322.

• Noor, F., A. Een antwoord op essentialisme en eurocentrisme. De noodzaak van een multiculturele interpretatie van mensenrechten in een veelzijdige wereldorde. In: Meijer, M. (red.) (1998). Grondrecht en wisselgeld. Aziatische en westerse visies op de waarde van de

rechten van de mens. Utrecht: Greber Uitgever & Distributeur, p. 53 – 77.

• O’Donnell, D. (1992). The reservation generation. International children’s rights monitor, 9, p. 8- 14.

• Office of the High Commissioner on Human Rights (OHCHR). (2001). Ninth workshop on regional cooperation for the promotion and protection of human rights in the Asia-Pacific region. Overview of initiatives towards regional human rights instrument for Asia and the Pacific.

Informatie gevonden op www.unhchr.ch, 17 maart 2005.

• Overbergh, A. (1999). Het statuut van de vrouw in India. Licentiaatsverhandeling. Universiteit Gent.

• Parmentier, S. The significance of mechanisms to monitor human rights at the international level. In: Verhellen, E. (2000). Understanding children’s rights. Papers collected at the fifth international interdisciplinary course on children’s rights, University of Ghent, p. 296-328.

• Pas, W. & Vandaele, A. International human rights treaties and their relation with national law. Monism, dualism and the self-executing character of human rights. In: Verhellen, E. (2000).

Understanding children’s rights. Papers collected at the fifth international interdisciplinary course on children’s rights, University of Ghent, p. 329-348.

• Passchier, I. Een vergelijking van een kwalitatieve en een kwantitatieve analyse in een onderzoek naar organisatiestress bij gevangenisbewaarders: triangulatie in de praktijk. In: Smaling, A. & Van Zuuren, F. (1992) De praktijk van kwalitatief onderzoek. Voorbeelden en reflecties. Meppel / Amsterdam: Uitgeverij Boom, p. 148-163.

• Price-Cohen, C. (1995). The united nations convention on the rights of the child: involvement of nongovernmental organisations. Written for: The united nations in a changing world: looking to the next half-century. Academic Council on the United Nations System. Eight Annual Meeting, New York.

• Purdy, L., M. (1992). In their best interest? The case against equal rights for children. Ithaca/London: Cornell University Press.

• Purdy, L., M. (1994). Why Children shouldn’t have equal rights. The International Journal of Children’s Rights, 2, p. 223-241.

• Reddy, N. (2003). A meaningful commission. Gevonden op www.indiatogether.org, 23 april 2005.

• South-Asian Association of Regional Co-operation (SAARC). (1985). Social Charter.

• South-Asian Association of Regional Co-operation (SAARC). www.saarc-sec.org, 6 mei 2005.

• Sevenhuijsen, S. Feministische ethiek en rechten van kinderen. In: Van Nijnatten, C. (red.) (1993). Kinderrechten in discussie. Amsterdam/Meppel: Uitgeverij Boom p. 42-63.

• Seymour, S., C. (1999). Women, family and child care in India, a world in transition. Cambridge: Cambrigde University Press.

• Smaling, A. Objectiviteit en rolneming. In: Maso, I. & Smaling, A. (1990). Objectiviteit in kwalitatief onderzoek. Meppel / Amsterdam: Uitgeverij Boom, p. 30-49.

• Smaling, A. & Van Zuuren, F. Kwalitatief onderzoek in de psychologie: een kort historisch en systematisch overzicht. In: Smaling, A. & Van Zuuren, F. (1992) De praktijk van kwalitatief onderzoek. Voorbeelden en reflecties. Meppel / Amsterdam: Uitgeverij Boom, p. 13-38.

• Smith, J., Pagnucco, R. & Lopez, G., A. (1998). Globalizing human rights: the work of transnational human rights NGO’s in the 1990’s. Human Rights Quarterly, 20, p. 379-412.

• Stammers, N. (1999). Social movements and the social construction of human rights. Human Rights Quarterly, 21, p. 980-1008.

• Swanborn, P., G. (1987). Methoden van sociaal-wetenschappelijk onderzoek. Meppel: Uitgeverij Boom.

• Swanborn, P., G. (1996).Case-study’s: wat, wanneer en hoe? Amsterdam: Uitgeverij Boom.

• Swanborn, P., G. (2002). Basisboek sociaal onderzoek. Amsterdam: Uitgeverij Boom.

• Sybesma-Knol, N. The united nations project for the protection of human rights. In: Verhellen, E. (2000). Understanding children’s rights. Papers collected at the fifth international interdisciplinary course on children’s rights, University of Ghent, p. 283-294.

• Symonides, J. New human rights dimensions, obstacles and challenges: introductory remarks. In: Symonides, J. (1998). Human rights: new dimensions and challenges. Manual on human

rights. Aldershot/Brookfield/Singapore/Sydney: Ashgate, p. 1-44.

• The International Save the Children Alliance (2000). Children’s rights: reality or rhetoric? The UN convention on the rights of the child: the first 10 years. London: The International Save the Children Alliance.

• The NGO Group for the Rights of the Child (1998). A guide for non-governmental organizations reporting to the committee on the rights of the child. Te vinden op www.crin.org, 6 mei 2005.

• The purse strings at the noose: Indian NGO’s face new challenges (1999). Tekst te vinden op de website van het South Asian Human Rights Documentation Centre: www.hri.ca/partners/sahrdc, 2 november 2004.

• Theytaz-Bergman, L. NGO Group for the Convention on the Rights of the Child. In: Verhellen, E. (1996). Monitoring Children’s Rights. The Hague/Boston/London: Kluwer Law International, p. 537-540.

• Tigerstedt-Tähtelä, E. Stock talking and new challenges. In: Verhellen, E. (2000). Understanding children’s rights. Papers collected at the fifth international interdisciplinary course on children’s rights, University of Ghent, p. 413-422.

• Tripathy, S., N. & Pradhan, S., P. (2003). Girl child in India. New Delhi: Discorvery Publishing House.

• Unesco (1998). World education report.

• Unesco Institute for Statistics. www.uis.unesco.org, 20 april 2005.

• Unicef (2003). Mapping India’s children: Unicef in action.

• Unicef. www.unicef.be, 17 november 2004.

• United Nations, department economic and social development.

www.un.org/esa/coordination/ngo, 1 mei 2005.

• United Nations High Commissioner on Human Rights. www.unhchr.ch, 7 mei 2005.

• Van Bueren, G. (1995). The international law on the rights of the child. Dordrecht/Boston/London: Martinus Nijhoff Publishers.

• Van Der Burg, W. Rechten van kinderen: enkele filosofische kanttekeningen. In: Van Nijnatten, C. (red.) (1993). Kinderrechten in discussie. Amsterdam/Meppel: Uitgeverij Boom,p. 64-80.

• Vandepitte, M., Merckx, F., De Vos, P. & Van Duppen, D. (1994). NGO’s. Missionarissen van de nieuwe kolonisatie. Berchem: Uitgeverij EPO.

• Van Genugten, W. Mensenrechten zijn geen handelswaar. Over universaliteit en conditionaliteit. In: Meijer, M. (red.) (1998). Grondrecht en wisselgeld. Aziatische en westerse visies op de waarde van de rechten van de mens. Utrecht: Greber Uitgever & Distributeur, p.

109-121.

• Van Kerckhove, V. (1998). De werking van kinderrechtenorganisaties in Zuid-Azië. Case-study: India. Licentiaatsverhandeling. Universiteit Gent.

• Van Nijnatten, C. Het kind tussen recht en bescherming. In: Van Nijnatten, C. (red.) (1993). Kinderrechten in discussie. Amsterdam/Meppel: Uitgeverij Boom, p. 124-142.

• Van Paemel, M. Zeker van ons recht. In: Is dit recht, mijn lief? Verhalen en gedichten over mensenrechten. Ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. NCOS / Uitgeverij De Vijver / Novib, p. 11-14.

• Van Zuuren, F. Het verzamelen van kwalitatief materiaal: Voorbeelden uit de klinische en de gezondheidspsychologie. In: Smaling, A. & Van Zuuren, F. (1992) De praktijk van kwalitatief

onderzoek. Voorbeelden en reflecties. Meppel / Amsterdam: Uitgeverij Boom, p. 39-57.

• Verdrag inzake de rechten van het kind: officiële Nederlandstalige tekst. (1992) Gent: Centrum voor de Rechten van het Kind.

• Verhellen, E. Changes in the Images of the Child. In: Freeman, M. & Veerman, P. (ed.) (1992). The ideologies of children’s rights. Dordrecht / Norwell: Martinus Nijhoff Publishers, p. 79-94.

• Verhelllen, E. (1993). Conventie van de rechten van het kind. Achtergronden, motieven, strategieën, hoofdlijnen. Leuven: Garant.

• Verhellen, E. Kinderrechten en onderwijs. Een driedubbele bindende taak. In: Verhellen, E., Van Gils, J., Annoot, H. & Van Achter, V. (1999). Rechten van het kind in en door het onderwijs. Leuven/Amersfoort: Acco, p. 11-34.

• Verhellen, E. (ed.) (1996). Rechten van kinderen in de wereld Lezingenbundel 4: Verzamelde lezingen naar aanleiding van de postacademische vorming ‘Rechten van het Kind’, Universiteit

Gent, academiejaar 1994-1995. Gent: Centrum voor de rechten van het kind.

• Verhellen, E. (ed.) (1996). Het toezicht op de naleving van het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind Lezingenbundel 3: Verzamelde lezingen naar aanleiding van de postacademische vorming ‘Rechten van het kind’, Universiteit Gent, academiejaar 1993-1994. Gent: Centrum voor de rechten van het kind.

• Verhellen, E. Children’s rights in Europe. In: Verhellen, E. (2000). Understanding children’s rights. Papers collected at the fifth international interdisciplinary course on children’s rights, University of Ghent, p. 573-607.

• Verhellen, E. (ed.) (2000). Kinderen in de wereld Lezingenbundel 9: Verzamelde lezingen naar aanleiding van de postacademische vorming ‘Rechten van het kind’, Universiteit Gent, academiejaar 1999-2000. Gent: Centrum voor de rechten van het kind.

• Verhellen, E. (2000). Verdrag inzake de rechten van het kind. Achtergronden, motieven, strategieën, hoofdlijnen. Leuven: Garant.

• Walker, S. & Poe, S., C. (2002). Does cultural diversity affect countries’ respect for human rights? Human Rights Quarterly, 24, p. 237-263.

• Watson Institute for International Studies. www.watsoninstitute.org, 30 april 2005.

• Wiseberg, L., S. (1991). Protecting human rights activist and NGO’s. What can be done? Human Rights Quarterly, 13 (4), p. 525-544.

• Woll, L. (2000). Reporting to the UN committee on the rights of the child: A catalyst for domestic debate and policy change? The International Journal of Children’s Rights, 8, p. 71-81.

• Woll, L. (2000). The convention on the rights of the child impact study. A study to assess the effect of the United Nations Convention on the Rights of the Child on the institutions and actors who have the responsibility and the ability to advance child rights. Save the Children Sweden.

• Yahya, F. (2004). Pakistan, SAARC and ASEAN relations. Contemporary Southeast Asia, 26 (2), p. 346-375.

• Ziegler, J. Non-governmental organisations and the United Nations Convention on the Rights of the Child, 50. Jahre Vereinte Nationen. Bestandsaufnahme und Zukunftperspektiven.,

Grundlagenseminar bei Prof. Dr. B. Simma, Sommersemester 1995, unpubliched text.

Download scriptie (1.92 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2005