De verhalen achter de krantenartikels over de Belgische multiculturele samenleving.

Sara
Jasmes

Lezer, echt niet geïnteresseerd in complexe verhalen?

 

Onderwerpen die de lezers interesseren en die dicht bij hun persoonlijke leefwereld staan, doen hen een bepaald dagblad lezen. Dat is wat krantenmakers uit marktonderzoek onthouden. Jullie willen vooral de essentie van gebeurtenissen kennen en zijn (meestal) niet geïnteresseerd in lange complexe verhalen, denken de meeste journalisten. En dus komen die niet in geuren en kleuren in de krant.

Maar dat is niet de enige reden. Wist je dat krantenmakers onder invloed van een sterke herhalingsvrees werken en daarom de achterliggende redenen van complexe gebeurtenissen niet nieuwswaardig vinden? Ze zeggen daarmee onrechtstreeks dat jullie die houding van hen verwachten.

 

Dat ontdekte ik na enkele maanden als onderzoeker te hebben vertoefd op de redactie van de Vlaamse kranten Het Nieuwsblad en Het Volk. Met het eindwerk net achter de rug en een diploma Communicatiewetenschappen op zak, sta ik voor een nieuwe uitdaging: mijn puberdroom waarmaken. Ik zou graag journaliste worden, een goede journaliste…

Waarom ik dan niet voor een praktijkgerichte journalistieke opleiding heb gekozen? De vakken binnen de richting Communicatiewetenschappen lieten me toe om meer te weten te komen over de situatie waarin mediaorganisatoren, journalisten en hun doelpubliek(en) verkeren: de samenleving met al haar politieke, sociale, culturele en economische uitdagingen.

 

Die situaties zijn de basis voor de discussies over de kwaliteit van krantenartikels. Hoe worden artikels het best geschreven? Een duidelijk antwoord bestaat niet. Elke krant heeft daar haar eigen opvattingen over en legt haar eigen accenten. Een krant moet verkopen om te kunnen overleven. Daarom is informatie over de wensen, interesses en levensstijl van (mogelijke) lezers zo belangrijk voor journalisten en hun bazen.

Zo is geweten dat krantenlezers vooral zo snel mogelijk willen weten wat er wanneer en waar is gebeurd en over wie het gaat. In tweede instantie zijn ze geïnteresseerd in hoe het is kunnen gebeuren en soms - als ze nog tijd hebben - in waarom het is kunnen gebeuren. Voor de (dagelijkse) opgejaagde werkmens moet het snel en efficiënt gaan. Een journalist probeert daar zo veel mogelijk op in te spelen door hoofdzakelijk over concrete feiten te schrijven. Want, wat is er verkeerd met te geven wat de lezer wil, niet waar?

 

Maatschappelijke complexiteit

Vanuit een maatschappelijk oogpunt is het relevant om daar bij stil te staan. De samenleving en de wereld zijn heel complex. Het zijn abstracte fenomenen die zichtbaar worden door uitingen van allerlei (machts)relaties eigen aan tendensen. Uitingen die wij gebeurtenissen noemen. Er is niet zo iets als een waarneembare samenleving. We kunnen die enkel concreet beschrijven met voorbeelden of kenmerken. Maar om de werkelijkheid beter te begrijpen, is kennis over de complexe maatschappelijke context nodig.

 

Journalisten beseffen dat het gros van hun werk routine is. Hun leven verschilt niet met die van jullie in die zin dat het ook voor hen belangrijk is om efficiënt en snel te werken op de redactie. De krant moet op tijd klaar zijn. Omdat het een dàgblad is, maken journalisten er een punt van om zich hoofdzakelijk toe te spitsen op recente gebeurtenissen met pasklare antwoorden op de vragen: wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe, en niet op complexe materies zoals tendensen of fenomenen. Want, daarom koopt de lezer de krant…in de eerste plaats.

 

De onderwerpen waarover een artikel wordt geschreven wordt gekozen door de agendaplanners. Een journalist kan wel ideeën aanbrengen, maar de uiteindelijke beslissing ligt bij de mensen die de nieuwsselectie doen. Het gaat zelfs nog verder: agendaplanners beslissen uiteindelijk over de grootte en plaats van de artikels in de krant, én soms zelfs over de informatie die erin moet worden opgenomen.

Eén van de belangrijkste resultaten van dit onderzoek is dat hoe meer voorkennis journalisten hebben over een onderwerp of thema, hoe sterker ze de agendaplanners kunnen overtuigen om zelf de lengte van het artikel te kiezen en de informatie die ze in een artikel willen verwerken. De inspraak van de journalisten wordt met andere woorden bepaald door de specifieke overlegrelatie tussen hen en de agendaplanners.

 

Herhalingsvrees

Anderzijds is het verkeerd te denken dat meer autonomie voor de journalisten zou leiden tot heel andere krantenartikels. Het is verrassend hoe de herhalingsvrees zo sterk aanwezig is op alle beslissingsmomenten bij het maken van artikels. Heeft u al gemerkt dat in een titel en boventitel nooit dezelfde kernwoorden worden gebruikt, maar wel synoniemen? Of dat eerste zin inleiding nooit hetzelfde vertelt als de titel(s) of de titels onderling? Dat zijn de meest zichtbare uitingen van de grote herhalingsconsensus. Maar die is er ook bij het opzoeken en selecteren van informatie en onderwerpen.

 

Zo gaan de journalisten in dit onderzoek ervan uit dat het steeds opnieuw uitleggen van complexe verhalen of tendensen niet kan. Niet omdat er niet genoeg plaats in de krant is, maar omdat krantenmakers het vanzelfsprekend vinden dat het niet hoort dezelfde informatie vandaag te publiceren die een andere krant gisteren bracht. Herhaling van wat al eerder werd gepubliceerd in de eigen krant wordt ook vermeden: het is geen nieuws.

Daarom werken journalisten rond een focus, het belangrijkste nieuwselement in een artikel of het antwoord op de vraag: wat is er gebeurd? Het hoeft niet de gebeurtenis op zich te zijn, maar het kan een nieuw gegeven zijn over de gebeurtenis. Die focus is dan het vertrekpunt voor de informatieverzameling en de keuze van bepaalde bronnen. Journalisten zoeken heel gericht naar concreet afgebakende antwoorden of opmerkingen.

 

Democratische journalisten

Hoewel journalisten zelf de complexiteit van een gebeurtenis begrijpen, verwerken ze die sociale, politieke of economische context niet uitvoerig in hun artikels als ze een beeld hebben van lezers die de krant kopen om op de hoogte te zijn van actuele gebeurtenissen, en niet om zich daarin te verdiepen. Achtergrondinformatie is dan niet het uitleggen van de achterliggende complexe verbanden die leiden tot een gebeurtenis, maar zijn details die heel dicht aanleunen bij het nieuws zelf.

Omdat zo een houding tendensen zelden als nieuwswaardig beschouwt, komen lezers slechts een deeltje van grote verhalen te weten: de gebeurtenissen. Ze kunnen dus de werkelijkheid niet goed, of zeker niet volledig, begrijpen.

In een democratie waar een belangrijke rol voor de pers is weggelegd, lijkt het voor kranten met die opvattingen onmogelijk om haar lezers bewust te maken van hun plaats in de samenleving. En dat is een eerste vereiste om echt inspraak te hebben in hun eigen situatie. Meewerken aan een meer democratische pers is niet enkel een uitdaging voor journalisten, maar ook voor jullie. Want, lijken lezers net niet ongeïnteresseerd in tendensen en complexe thema’s, omdat ze de waarde van die soort achtergrondkennis onderschatten?

 

Sara Jasmes

Bibliografie

Bibliografie

 

 

Applegate (E.). Print and broadcast journalism. A critical examination. Praeger, Londen, 1996, 209 p.

 

Bens, de (E.). De Pers in België. Het verhaal van de Belgische dagbladpers gisteren, vandaag en morgen. Lannoo, xxxx, 1997, xxxx p.

 

Berner (R.T.). Writing literary feautures. Lawrence Erlbaum Associates, Publishers. New Jersey, VS. 1988, 135 p.

 

Bird (S.E.). ‘Audience demands in a murderous market’. In: Sparks (C.) & Tulloch (J.) (eds). Tabloid tales: global debates over media standards. Rowman & Littlefield Publishers, Maryland, VS, 2000, pp. 213-227.

 

Bourdieu (P.). Over televisie. Amsterdam, Boom,1998, xxxx p.

 

Brantz (C.R.). ‘News organizations: conflict as a crafted cultural norm’. In: Berkowitz (D.) (ed). Social meanings of news. A text-reader. Sage Publications, California, 1997, pp.123-137.

 

Breed (W.). ‘Social control in the newsroom. A functional analysis’. In: Berkowitz (D.) (ed). Social meanings of news. A text-reader. Sage Publications, California, 1997, pp.107-122.

 

Buckingham (D.). The making of the citizens. Young people, news and politics. Routledge, London, 2000, 235 p.

 

Burgoon (J.K.), Burgoon (M.), Wilkinson (M.). ‘Writing style as predictor of newspaper readership, satisfaction and image’. In: Journalism Quarterly, 1981 (58), pp. 225-231.

 

Carpentier (N.). Media in beweging. 22 journalistieke experimenten om burgerparticipatie te versterken. Koning Boudewijnstichting, Brussel, 2004, 157 p.

 

Carpentier (N.). Tussen woord en daad. …

 

Chalaby (J.K.). The invention of Journalism. Macmillan press LTD, Londen, Engeland. 1998, 208 p.

 

Connell (I.). “Tales of tellyland: the popular press and television in the UK”. In: Dahlgren (P.) & Sparks (C.) (eds). Communication and Citizenship. Journalism and the Public Sphere in the New Media Age, Routledge, Londen, Engeland. 1991, pp. 236-253.

 

DeWerth-Pallmeyer (D.). The audience in the news. Lawrence Erlbaum Associates Publishers, New Jersey, 1997, 129 p.

 

Eliasoph (N.). ‘Routines and the making of oppositional news’. In:  Berkowitz (D.) (ed). Social meanings of news. A text-reader. Sage Publications, California, 1997, pp. 230-253.

 

Ettema (J.S.), Whitney (D.C.). Audiencemaking: How the media create the audience. Sage, Thousand Oaks, Californië, VS. 1994, 239 p.

 

Ettema (J.S.), Whitney (D.C.), Wackman (D.B.). ‘Professional mass communicators’. In: Berkowitz (D.) (ed). Social meanings of news. A text-reader. Sage Publications, California, 1997, pp. 31-50.

 

Evers (H.), Van Hoof (A.), Rennen (T.), Russ-Mohl (S.), Stappers (J.), Wentink (T.). Krant en kwaliteit. Verkenningen rond de onderzoekbaarheid van journalistiek. Bohn Stafleu Van Loghum, Diegem, België. 1996, 162 p.

 

Fishman (M.). ‘News and non events: making the visible invisible’. In:  Berkowitz (D.) (ed). Social meanings of news. A text-reader. Sage Publications, California, 1997, pp.210-229.

 

Fiske (J.). ‘Popularity and the politics of information’. In: Dahlgren (P.) & Sparks (C.) (eds). Journalism and popular culture. Sage Publications, London, 1992, pp. 45-63.

 

Gamm (R.), Hammersley (M.), Foster (P.). ‘Case study and generalization’. In: Gamm (R.), Hammersley (M.), Foster (P.) (eds). Case study method. Sage Publications, London, 2000, pp. 98-116; 234-258.

 

Gans (H.J.). ‘Deciding what’s news.’ In: Tumber (H) (ed). News. A reader. Oxford University Press, Oxford, 1999, pp. 235-248.

 

Gans 2003

 

Gaziano (C.), Coulson (D.C.). ‘Effect of newsroom management styles on journalists: a case-study’. In: Journalism Quarterly, 1988 (65), pp. 869-880.

 

Golding (P.), Elliott (P.). ‘Making the news’. In: Tumber (H.) (ed). News. A reader. Oxford University Press, Oxford, 1999, pp. 112-120.

 

Graber (D.). ‘Mediated politics and citizenship in the twenty-first century’. In: Annual Review of Psychology, 2004, vol 55, pp. 545-571.

 

Gripsrud (J.). ‘Tabloidization, popular journalism, and democracy’. In: In: Sparks (C.) & Tulloch (J.) (eds). Tabloid tales: global debates over media standards. Rowman & Littlefield Publishers, Maryland, VS, 2000, pp xxxx.

 

Gripsrud (J.). ‘The aesthetics and politics of melodrama’. In: Dahlgren (P.) & Sparks (C.) (eds). Journalism and popular culture. Sage Publications, London, 1992, pp. 84-95.

 

Kelly (P.). ‘Introduction: between culture and equality’. Kelly (P.) (ed). Multiculturalism reconsidered. Polity Press, Cambridge, 2002, pp. 1-17.

 

Leterme (Y.). Vergrijzing en verkleuring. Uitgeverij Davidsfonds NV, Leuven, 2005, 56 p.

 

Lewis (J.), Wahl-Jorgensen (K.). ‚Images of citizenship on television news: constructing a passive public’. In: Journalism Studies, vol 5, nr 2, 2004, pp. 153-164.

 

McAdams (K.C.), Elliott (J.J.). Reaching audiences. A guide to Media Writing. Allyn and Bacon, Boston, 1996, 375 p.

 

Macdonald (M.). ‘Rethinking personalization in current affairs journalism’. In: Sparks (C.) & Tulloch (J.) (eds). Tabloid tales: global debates over media standards. Rowman & Littlefield Publishers, Maryland, VS, 2000, pp. 251-266.

 

Manson (J.). ‘Qualitative interviewing: asking, listening and interpreting’. In: May (T.). Qualitative research in action. Sage Publications, London, pp. 225- 241.

 

Martin (S.R.). ‘Proximity of event as factor in selection of news sources’. In: Journalism Quarterly, 1988 (65), pp. 986-989.

 

Matheson (D.). ‘Scowling at their notebooks. How journalists understand their writing’. In: Journalism, Sage Publications, 2003, vol 42, nr 2, pp. 165-183.

 

McManus (J.H.). Market-driven journalism. Let the citizen beware? Sage Publications, California, 1994, 243 p.

 

McManus (J.). ‘What kind of commodity is news?’ In: Communication research, vol 19, nr 6, 1992, pp. 187-805.

 

McNair (1996).

 

McQuail (D.). Mass communication theory. Sage Publications, London, 1983, 243 p.

 

Merritt (D.B.). Public journalism and public life. Why telling the news is not enough. Lawrence Erlbaum Associates, Publishers, New Jersey, 1998, xxxxx p.

 

Metzler (K.). Newsgathering. Prentice-hall Inc., Englewood Cliffs, New Jersey, 1979, 363 p.

 

Negrine (R.). The communication of politics. Sage Publications, London, 1996, 189 p.

 

Neveu (E.). ‘Four generations of political journalism’. In: Kuhn (R.) & Neveu (E.). (eds). Political journalism. New chalanges, new practices. Routledge, London, 2002, pp. 22-44.

 

Parekh (B.). Rethinking multiculturalism. Cultural diversity and political theory. Palgrave, Hampshire, 2000, 368 p.

 

Reese (S.D.). ‘The news paradigm and the ideology of objectivity’. In: Berkowitz (D.) (ed). Social meanings of news. A text-reader. Sage Publications, California, 1997, pp.420-440.

 

Rhoufari (M.M.). ‘Talking about the tabloids: journalists’ views’. In: Sparks (C.) & Tulloch (J.) (eds). Tabloid tales: global debates over media standards. Rowman & Littlefield Publishers, Maryland, VS, 2000, pp. 163-176.

 

Rossman (G.B.), Rallis (S.F.). Learning in the field. An introduction to qualitative research. Sage Publications, Thousand Oaks, 1998, 271 p.

 

Ruffner (M.). ‘An empirical approach for he assessment of journalistic writing’. In: Journalism Quarterly, 1981 (58), pp. 77-82.

 

Schlesinger (P.). ‘Putting reality together’ (Tumber) 1999

 

Schramm (W), Peterson (T.), Siebert (F.S.). Four theories of the press. University of Illinois Press, Urbana, VS. 1963, 153 p.

 

Schudson (M.). ‘The sociology of news production’. In: Berkowitz (D.) (ed). Social meanings of news. A text-reader. Sage Publications, California, 1997, pp.7-22.

 

Schudson (M.). The power of news. Harvard University Press, Massachusetts, 1995, 259p.

 

Schultz (T.). ‘Does education matter? Characteristics of journalists who went to graduate school’. In: Journalism, vol 3 (2), 2002, pp. 223-238.

 

Sigal (L.V.). ‘Reporters and officials: the organization and politics of newsmaking’. In: Tumber (H) (ed). News. A reader. Oxford University Press, Oxford, 1999, pp. 224-234.

 

Singletary (M.W.), Bax (C.G.), Mead (C.W.). ‘How editors view accuracy in news reporting’. In: Journalism Quarterly, 1977 (58), pp. 786-789.

 

Soloski (J.). ‘News reporting and professionalism: some constraints on the reporting of the news’. In: Berkowitz (D.). Social meanings of news. A text-reader. Sage Publications, California, 1997, pp.138-154.

 

Sparks (C.). ‘Introduction. The panic over tabloid news’. In: Sparks (C.) & Tulloch (J.) (eds). Tabloid tales: global debates over media standards. Rowman & Littlefield Publishers, Maryland, VS. 2000, pp.1-40.

 

Sparks (C.). ‘Popular journalism: theories and practice’. In: Dahlgren (P.) & Sparks (C.) (eds). Journalism and popular culture. Sage Publications, London, 1992, pp. 24-44.

 

Splichal (S.) & Sparks (C.). Journalists for the 21st Century. Ablex Publishing Corporation, New Jersey, 1994, xxxxxxxxx p.

 

Stocking (S.H.) & LaMarca (N.). ‘How journalists describe their stories: hypotheses and assumptions in newsmaking’. In: Journalism Quarterly, vol 67 (2), 1990, pp. 295-302.

 

Stone (G.). Examining newspapers. What research reveals about America’s newspapers. Sage publications, California, VS. 1987, 151 p.

 

Streckfuss (R.). ‘Objectivity in journalism: a search and reassessment’. In: Journalism Quarterly, vol 67 (4), 1990, pp. 973-983.

 

Tuchman (G.). ‘Qualitative methods in the study of news’. In: Jensen (K.B.) & Jankowski (N.W.).(eds) A handbook of qualitative methodologies for mass communication research. Routledge, London, 1991, pp. 79-92.

 

Tuchman (G.). ‘Objectivity as strategic ritual: an examination of newsman’s notions of objectivity’. In: Tumber (H.) (ed). News. A reader. Oxford University Press, Oxford, 1999, pp. 297-307.

 

Tuchman (G.). ‘Making news by doing work. Routinizing the unexpected.’ In: Berkowitz (D.) (ed). Social menings of news. A text-reader. Sage Publications, California, 1997, pp.173-192.

 

Tunstall (J.). Journalists at work. Sage Publications, Beverly Hills, 1971, 304 p.

 

Underwood (D.). ‘Reporting and the push for market-oriented journalism: media organisation as bussiness’. In Bennett( W.L.). & Entman (R.M.) (eds). Mediated politics.Communication in the future of democracy. Cambridge University Press, Cambridge, 2000, pp. 99-116.

 

Waele, de (J.P.). Systematische participerende observatie. VUBPress, Brussel, 1992, 261 p.

 

Weinberg (D.). ‘Qualitative research methods: Introduction to part III.’ In: Weinberg (D.). …. p. 135.

 

Wester (F.). Strategieën voor kwalitatief onderzoek. Dick Coutinho, Muiderberg, Nederland. 1991.

 

White (D.M.). ‘The “Gate Keeper”: a case study in the selection of news’. In: Berkowitz (D.) (ed). Social menings of news. A text-reader. Sage Publications, California, 1997, pp.63-71.

 

Whitney (D.C.). Information overload in the newsroom: two case studies. University Microfilms International, Michigan, 1978/1983, 277 p.

 

Witte (E.), Craeybeckx (J.), Meynen (A.). Politieke geschiedenis van België. Standaard Uitgeverij NV, Antwerpen, 1997, 478 p.

 

Wolfe (T.). The New Journalism. Harper & Row, Publishers, New York, 1973, 394 p.

 

Zelizer (B.). ‘Journalists as interpretative communities’. In: Berkowitz (D.) (ed). Social meaning of news. Sage Publications, California, 1997, pp. 401-419.

 

Download scriptie (767.1 KB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2005